Voor Dennis Ravensbergen, cio van de gemeente Den Haag, is de koers helder: de hofstad moet digitaal transformeren. De nieuwe i-Visie 2035 is het kompas, maar de reis is er een vol dilemma’s. Hoe verhoudt de ambitie van digitale soevereiniteit zich tot de realiteit van een diepe verankering in het Microsoft-ecosysteem? En welke rol moet de landelijke overheid spelen in de versnipperde digitale wereld van gemeenteland? Ravensbergen pleit voor pragmatisme, Europese daadkracht en bovenal: radicale samenwerking.
Tekst: Kim Loohuis Beeld: GEMEENTE DEN HAAG/ENVATO
Sinds zijn aantreden in 2023 heeft Ravensbergen, een bestuurder met een verleden bij de Rijksoverheid, de digitale strategie van Den Haag een nieuwe impuls gegeven. Een verouderde visie, die digitalisering vooral als een verlengstuk van dienstverlening zag, maakte plaats voor de integrale i-Visie 2035. De horizon van tien jaar is bewust gekozen. ‘Je ziet de termen digitale transitie en digitale transformatie vaak door elkaar lopen’, legt Ravensbergen uit. ‘Transitie is het digitaliseren van een analoog proces. Maar deze visie gaat vooral over transformatie. Dat raakt de volledige bedrijfsvoering, de processen, de cultuur en de mensen. Zo’n transformatie heb je niet in twee of drie jaar afgerond, daar heb je zeker vijf tot tien jaar voor nodig.’
Hij bedacht de visie niet in een ivoren toren, maar in co-creatie met de verschillende gemeentelijke diensten. Het doel: de basis op orde krijgen, het complexe en deels verouderde it-landschap moderniseren, sneller innoveren en de digitale vaardigheden van 13.000 medewerkers verhogen om de uitdijende stad – die de komende jaren groeit naar 650.000 en wellicht zelfs 700.000 inwoners – beter te kunnen bedienen.
Die transformatie krijgt direct betekenis voor de Haagse burger. Door het proces van een uitkeringsaanvraag te optimaliseren, bracht de gemeente de doorlooptijd terug van acht naar twee weken. Het streven is om dat nog verder terug te brengen naar één week. Ravensbergen: ‘Voor iemand die met de rug tegen de muur staat, is dat een wereld van verschil. Wij zijn als gemeente vaak het laatste reddingsmiddel. Na ons is er niets meer. Als we met goede digitale dienstverlening die mensen kunnen helpen, dan leveren we echt een bijdrage aan de maatschappelijke opgaven waar deze stad voor staat.’
Dennis Ravensbergen
Cio gemeente Den Haag
Als er één rode draad door het betoog van Ravensbergen loopt, is het de absolute noodzaak tot samenwerking. De tijd dat 342 gemeenten ieder voor zich het wiel uitvinden, is voorbij. ‘Ik heb me bij mijn overstap van de Rijksoverheid verbaasd over hoe ver de samenwerking binnen gemeenteland achterloopt,’ zegt hij. ‘Die versnippering moet worden aangepakt. Initiatieven als Common Ground, een gedachtegoed voor het gezamenlijk laten ontwikkelen van software, zijn volgens hem cruciaal. De urgentie wordt gedreven door de harde realiteit. De arbeidsmarkt wordt steeds krapper en we vissen allemaal in dezelfde vijver. Bovendien groeien de geldbomen niet meer tot in de hemel; het ravijnjaar komt eraan. Een gebrek aan geld maakt creatief en noopt tot samenwerking.’
Binnen de G4 (de vier grootste Nederlandse gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag) is die samenwerking al in een stroomversnelling geraakt, mede door goede persoonlijke verhoudingen tussen de cio’s. ‘We zijn elkaar op persoonlijke titel actief gaan opzoeken. We hebben erkend dat we voor dezelfde uitdagingen staan.’ Een van de grootste hobbels is volgens hem de ‘couleur locale’. ‘Ik merk dat er in gemeentes nog vaak wordt gezocht naar de verschillen. Wij hebben het binnen de G4 omgedraaid: laten we vanuit de overeenkomsten kijken wat er wél mogelijk is.’ Het einddoel is wat hem betreft een gemeentelijke shared service-organisatie. ‘Als we over vijf jaar zoiets hebben voor de G4 of een hele regio, dan hebben we een enorme slag gemaakt.’
Den Haag kreeg dit jaar een forse test op het gebied van digitale veiligheid. De NAVO-top legde de cybersecurity-infrastructuur onder een vergrootglas. Ravensbergen kijkt met trots terug: ‘Dat is een jaar van bloed, zweet en tranen geweest. Daar zijn we goed doorheen gekomen. Alle maatregelen die we daarvoor hebben doorgevoerd, zijn structureel. Daarmee hebben we de digitale veiligheid van de gemeente fundamenteel vergroot.’
Een van de meest belangrijke uitdagingen in de i-Visie is het streven naar digitale soevereiniteit, een speerpunt van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS). Dit staat op gespannen voet met de praktijk: de gemeente Den Haag is, net als vele andere overheidsorganisaties, diepgeworteld in de technologie van Microsoft. Ravensbergen erkent de problematiek rondom bijvoorbeeld de Amerikaanse Cloud Act, die techbedrijven kan verplichten data over te dragen aan Amerikaanse autoriteiten. De Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein en het Internationaal Strafhof kozen er om die reden voor om weg te gaan bij Microsoft.
‘Ik ken die voorbeelden. Maar in het hier en nu kunnen en willen wij dat niet. De negatieve impact op de dienstverlening aan burgers en bedrijven zou simpelweg te groot zijn.’ Hij ziet de oplossing in een hybride strategie voor de lange termijn. ‘Je moet heel goed nadenken over je gegevens. We versleutelen data en we hebben nog een eigen datacenter voor de meest gevoelige informatie, dat we overigens wel aan het uitfaseren zijn. Dat moet je als gemeente op termijn niet meer alleen willen doen.’
De toekomst ligt volgens Ravensbergen in een combinatie van public cloud-aanbieders en een solide overheidsinfrastructuur. ‘Wij gaan binnenkort met de G4-cio’s op bezoek bij de Rijksdatacenters om te kijken of we daar op termijn op kunnen aanhaken. Je moet een hybride strategie hebben waarbij je kunt switchen tussen cloudproviders, én iets hebt waar je je echt hoog geclassificeerde data kwijt kunt. Ik kan me voorstellen dat die Rijksdatacenters daar een belangrijke rol in gaan spelen. Als ik kijk naar waar we in Europa nu staan met alternatieven, ben je wel een aantal jaren verder voordat we daar echt zijn. Maar, we houden alle ontwikkelingen in bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk goed in de gaten.’
Ravensbergen beseft dat de weg naar digitale transformatie in Den Haag tijd vergt. ‘Ik heb een aanstellingstermijn van zeven jaar, en die heb ik keihard nodig. Mijn ambitie is om die periode vol te maken en de komende jaren volledig in te zetten op de realisatie van de i-Visie voor Den Haag, maar wat mij betreft ook voor gemeenteland en de Nederlandse overheid.’