De revolutie die door de boekdrukkunst op gang werd gebracht, werd in de vijftiende eeuw niet als dusdanig beleefd. De mensen uit dat tijdperk beschouwden het gewoon als een goede uitvinding. Een groot deel van de bevolking kon immers niet lezen en boeken waren alleen bedoeld voor de enkelingen die gestudeerd hadden.
De geboorte van het internet in de jaren 70 valt hier goed mee te vergelijken. Een selecte groep van experts wist hoe met deze nieuwe techniek om te gaan en was in het bezit van een computer. In de jaren negentig volgde de revolutie. Internet brak door en computers raakten algemeen verspreid.
Toch blijft er een paradox bestaan. Volgens IDC is internet momenteel beschikbaar voor 1,1 miljard gebruikers, toch blijven een mensen technologisch analfabeet. Daarnaast bestaat nog een groep mensen die het internet gebruikt, maar die geen idee heeft hoe alles werkt.
Nog belangrijker dan de ongeletterdheid is het despotisme van het oude internet: enkele geprivilegieerden stellen informatie beschikbaar aan de rest van de gebruikers. Dit is verlicht despotisme, versie internet 1.0.
Maar de tijden veranderen. Internet wordt tegenwoordig gemaakt door een samenwerking tussen gebruikers. Daar zijn genoeg voorbeelden van. Het duidelijkste is Wikipedia waarbij gebruikers informatie op het net plaatsen en samen bouwen aan een project. Dat project is dan ook nog eens gratis en gemakkelijk toegankelijk voor iedereen.
Dit systeem is eveneens toepasbaar op it-security. Gezien de enorme hoeveelheid malware, is het onmogelijk dat al die malware de antiviruslaboratoria bereikt. Om de malware effectief op te sporen, is een groter samenwerkingsverband noodzakelijk. Net zoals bij Wikipedia is het mogelijk om alle malware op pc's van gebruikers via een systeem van collectieve intelligentie te verzamelen. Vervolgens worden alle computers voorzien van de nodige bescherming zodat iedereen in de community hier voordeel bij heeft.
Dit model van Web 2.0 moet ook effectief geïmplementeerd worden, wat niet eenvoudig is. Eerst en vooral moet de malware verzameld worden. Daartoe moet er een duidelijke definitie zijn van wat malware is. Dat gebeurde vroeger quasi handmatig. Computerspecialisten analyseerden de codes en beslisten of het al dan niet om malware ging.
Door de gigantische hoeveelheid malware is dat systeem niet langer houdbaar. Een automatisch classificatiesysteem dringt zich dus op en collectieve intelligentietechnologie wordt ontwikkeld. Zo'n systeem hoeft slechts een fractie van de code te analyseren om te beslissen of iets malware is. Zodra het programma problemen veroorzaakt, of ze zou kunnen veroorzaken, wordt het in-depth geanalyseerd, gecatalogeerd en toegevoegd aan de database van het collectieve netwerk. Alle malware die gedetecteerd wordt, komt automatisch in de viruslijst van de gebruikers in de community. Zo maakt it-security echt deel uit van de Web 2.0-technologie in zijn zuiverste vorm. De veiligheid van elke individuele gebruiker verheffen tot nooit gekende hoogtes door de bijdrage van elke gebruiker in het netwerk.
Fernando de la Cuadra
International Technical Editor bij Panda Software