Internationaal onderzoek toont aan dat IoT-gebruikers een grote toename zien van innovatie en bedrijfsefficiëntie, maar veiligheid blijft een belangrijk punt van zorg: 84 procent meldt een IoT-gerelateerd veiligheidslek.
NASHVILLE, Tennessee (VS) – 28 februari 2017 – Uit een nieuw wereldwijd onderzoek, getiteld ‘The Internet of Things: Today and Tomorrow’, gepubliceerd door Aruba, een onderneming van Hewlett Packard Enterprise, blijkt dat IoT binnenkort wijdverspreid zal zijn. 85 procent van de bedrijven is van plan voor 2019 IoT te gaan gebruiken, vanwege een behoefte aan innovatie en bedrijfsefficiëntie. De analyse bevestigt de duidelijke voordelen die IoT bedrijven oplevert, maar het rapport van Aruba waarschuwt ook dat het aansluiten van duizenden ’things’ op bestaande bedrijfsnetwerken bij de meeste bedrijven al heeft geleid tot beveiligingslekken.
Hoe wereldwijde organisaties IoT gebruiken
Uit het onderzoek van Aruba komen variërende niveaus aan IoT-rijpheid naar voren in verschillende branchesectoren. De volgende vijf verticale branches zijn toonaangevend in het gebruik van IoT. Door hun doelgerichte en op gebruik gebaseerde benadering profiteren ze al van tastbare bedrijfsvoordelen.
Ondernemingen creëren productieve, efficiënte slimme werkplekken:
• Meer dan zeven op de tien (72 procent) ondernemingen hebben IoT-apparaten geïntroduceerd op de werkplek. Het meest belovende gebruiksscenario is bewaking op afstand, gevolgd door location-based services binnenshuis om de productiviteit van medewerkers te verbeteren. 20 procent meldt het op afstand regelen van de verlichting en verwarming in gebouwen als belangrijke gebruiksmogelijkheid. Dat aantal verdubbelt ruim (naar 53 procent) wanneer er wordt gevraagd naar IoT-implementaties in de toekomst.
• Als het gaat om de voelbare resultaten die vandaag de dag worden bereikt, geeft 78 procent aan dat de introductie van IoT op de werkplek de effectiviteit van het IT-team heeft verbeterd, en 75 procent heeft het de winstgevendheid zien vergroten.
De industriële sector vergroot de efficiëntie van en het inzicht in de activiteiten door middel van IoT-bewaking en -onderhoud:
• Meer dan zes op de tien (62 procent) respondenten in de industriële sector hebben IoT al geïmplementeerd. Daarbij werd het gebruik van IoT, om essentiële industriële functies in de gaten te houden en te onderhouden, gezien als meest invloedrijke gebruikssituatie in de sector. Het gebruik van IP-toezichtcamera’s voor de fysieke beveiliging van industriële organisaties staat momenteel nog in de kinderschoenen – slechts 6 procent heeft het geïmplementeerd. Wanneer er werd gevraagd naar implementaties in de toekomst, vervijfvoudigd het toezicht ineens naar 32 procent.
• 83 procent van de hele sector gaf aan dat de bedrijfsefficiëntie was vergroot. 80 procent zag verbetering door de hele organisatie.
De gezondheidszorg introduceert IoT om de bewaking van patiënten te verbeteren, kosten te verlagen en innovatie te stimuleren:
• De gezondheidszorg is de op twee na geavanceerdste sector als het gaat om IoT-implementatie. 60 procent van de organisaties wereldwijd heeft IoT geïntroduceerd in de faciliteiten.
• 42 procent van de leidinggevenden in de hele sector geeft aan IoT vooral te gebruiken voor bewaking en onderhoud. Dat is meer dan in alle andere sectoren. Dit benadrukt het belang van IoT-patiëntbewaking in de moderne gezondheidszorg.
• Acht op de tien respondenten meldden een verbetering van innovatie en nog eens 73 procent gaf aan kosten te besparen.
Detailhandelaren reiken klanten de hand en stimuleren de verkoop met locatietechnologie in de winkel:
• Slechts 49 procent van de detailhandelaren maakt gebruik van IoT-technologie, maar 81 procent daarvan geeft wel aan dat de klantervaring is verbeterd. Een verbeterde klantervaring heeft waarschijnlijk een aanzienlijke invloed op de klantenbinding en, uiteindelijk, de omzet.
• Locatieservices die het winkelende publiek in de winkel voorzien van persoonlijke aanbiedingen en productinformatie, werden geprezen als belangrijkste IoT-implementatie, naast bewaking en onderhoud. Vier op de tien detailhandelaren noemden toezicht in de top drie van gebruikssituaties.
Overheden blijven achter in IoT-gebruik. Ze worstelen met oude technologie, maar besparen toch kosten:
• Als het gaat om IoT-gebruik, is de overheid de traagste sector. Slechts 42 procent van de gemeenten heeft IoT-apparaten en -sensoren geïmplementeerd. Een derde (35 procent) van de IT-besluitvormers geeft aan dat hun leidinggevenden weinig tot niets weten van IoT. Dat is twee keer zo veel als het gemiddelde, wat doet vermoeden dat in deze sector een gebrek aan opleiding de grootste hindernis is voor massale ingebruikname.
• Terwijl bijna de helft (49 procent) van de IT-afdelingen binnen overheden worstelt met oude technologie, noemen zeven op de tien IoT-gebruikers in de publieke sector kostenbesparingen en een verbeterd inzicht in de organisatie de belangrijkste voordelen.
De context van de gegevens en de beveiligingsuitdaging
Naast deze positieve resultaten, kwamen in het onderzoek ook een aantal obstakels bloot te liggen die volgens IT-leiders de gevolgen van IoT voor bedrijven tegenhouden. Met name de implementatiekosten (50 procent), het onderhoud (44 procent) en de integratie van oude technologie (43 procent) werden genoemd als belangrijke problemen.
Het opmerkelijkst was dat in veel IoT-implementaties beveiligingsfouten werden aangetroffen. Uit het onderzoek bleek dat 84 procent van de organisaties te maken heeft gehad met een IoT-gerelateerd beveiligingslek. Meer dan de helft van de respondenten verklaarde dat aanvallen van buitenaf een belangrijke barrière vormen voor het omarmen en in gebruik nemen van een IoT-strategie. Dit bevestigt het idee dat een holistische IoT-beveiligingsstrategie, op basis van strenge netwerktoegangscontrole en strikt beleidsbeheer, niet alleen ondernemingen zal beschermen, maar ook de beveiligingsbenadering voor IT eenvoudiger zal maken.
De mogelijkheid om gegevens vast te leggen en effectief te gebruiken, wordt door Kevin Ashton beschreven als “datgene wat het Internet of Things definieert”, maar blijkt een andere duidelijke uitdaging te zijn voor wereldwijde organisaties. Hoewel bijna alle (98 procent) organisaties (98%) die al IoT gebruiken, aangeven dat ze gegevens kunnen analyseren, hebben ook bijna alle respondenten (97%) het gevoel dat het moeilijk is om die gegevens om te zetten in waarde. Ruim een derde (39%) van de bedrijven extraheert of analyseert geen gegevens van bedrijfsnetwerken. Daardoor lopen deze organisaties inzichten mis die tot betere zakelijke beslissingen kunnen leiden.
Kozup zegt hierover: “Als de implementatie, schaal en complexiteit van IoT toenemen, moeten de beveiligingsmethoden voor de bescherming van netwerken en apparaten en, belangrijker, de gegevens en inzichten die daaruit worden geëxtraheerd, het tempo wel kunnen bijhouden. Als bedrijven niet meteen stappen zetten om meer inzicht te krijgen en de IoT-activiteiten in hun kantoren te profileren, lopen ze het risico bloot te worden gesteld aan mogelijke schadelijke activiteiten. Aruba stelt klanten in staat IoT-implementaties in hun faciliteiten snel te evalueren en mogelijke aanwezige bedreigingen vast te stellen.”
Ashton concludeert: “Sinds het begin van Internet of Things, in 1999, is het bespot, bekritiseerd en verkeerd begrepen. Nu zijn we nog geen twintig jaar verder en besparen tienduizenden organisaties kosten en verdienen ze honderden miljoenen dollars dankzij Internet of Things. Met zelfrijdende auto’s, metrostations die passagiers detecteren, algoritmen waardoor telefoons dodelijke ziekten kunnen diagnosticeren en nog vele andere technologieën die ooit niet voor mogelijk werden gehouden. En de toekomst belooft nog veel meer fantastische ’things’. De belangrijkste beslissing die organisaties nu kunnen nemen, is om hier deel van uit te gaan maken.”