Miljardenovernames zijn lang niet alleen weggelegd voor hippe – al dan niet overgewaardeerde – start-ups met een social ‘ding’. Fundamentele ict-bouwstenen als chips plus de trend van het internet of things (IoT) zijn nog veel meer miljarden waard.
Processorreus Intel heeft net zijn tweede grootste overname ooit gedaan. Na de koop in 2010 van securityleverancier McAfee voor ruim 7,6 miljard dollar volgt nu een nieuw record. De maker van pc- en serverprocessors legt 16,7 miljard dollar neer voor Altera. Deze nieuwste aanwinst is in algemene ict-kringen misschien minder bekend dan Intel zelf en McAfee, maar de impact is groot.
Consolidaties voor IoT
Ironisch genoeg is deze grote overname enkele dagen vóór de officiële bekendmaking flink gerelativeerd door een andere overname op de chipmarkt. Het relatief onbekende chipbedrijf Avago, dat twee jaar terug al LSI heeft opgekocht voor 6,6 miljard dollar, breidt fors uit met de koop van Broadcom. Voor die laatste overname betaalt Avago een totaalbedrag van 37 miljard dollar. Overigens speelt ook Nederland mee in deze monsterovernames op chipgebied: NXP heeft eerder dit jaar 11,8 miljard dollar neergelegd voor een samengaan met Freescale (de oorspronkelijke chipstak van Motorola).
Consolidatie in chipland dus. Maar waarom? Grotendeels voor het internet of things (IoT), waar de betrokken bedrijven ieder voor zich al flink mee bezig zijn. De overnames dienen ter versterking van het technologische werk en het commerciële bereik voor kleine, energiezuinige en toch krachtige ingebedde elektronica. De populaire Raspberry Pi 2, aangedreven door een system-on-a-chip (SoC) van Broadcom, is daar een voorbeeld van. De mogelijke toepassingen en toekomstige ontwikkelingen gaan echter veel verder: van wearables zoals smartwatches tot onzichtbare systemen die zijn ingebed in slimme huizen, efficiënte kantoorpanden, slimme of zelfs zelfrijdende auto’s en complete smart cities.
FPGA
In potentie brengen de overnames echter ook voordelen voor non-IoT-gebieden. Zoals voor ‘gewone’ serverprocessors. In de praktijk zijn dergelijke chips, waar Intel groot in is, al voorzien van gespecialiseerde en ook energiezuinige elementen. Zo heeft de chipmaker vorig jaar een Xeon-serverprocessor aangekondigd die een ingebouwde programmeerbare chip heeft. Met die field-programmable gate array (FPGA) zijn bepaalde taken flexibeler in te richten op deze processor.
Details over de herkomst van die FPGA zijn niet gegeven, maar techblog Ars Technica speculeert dat het wel eens een ontwerp van Altera zou kunnen zijn. Intel en Altera hebben al geruime tijd een relatie, waarbij enkele jaren terug de energiezuinige Atom-processor al is gepaard met een Altera-FPGA. Sindsdien hebben derde partijen op eigen houtje ook Atom-processors gecombineerd met FPGA’s van andere producenten.
De band tussen Intel en diens nieuwste overname gaat verder dan simpele productafname. Twee jaar terug heeft de processorgigant al de capaciteit van zijn moderne fabrieken ter beschikking gesteld aan zogeheten fab-loze chipontwerpers, waaronder ook Altera. Die heeft zijn ontwerpen met hulp van Intel overgeheveld naar de geavanceerde productieprocessen op 22 en 14 nanometer waardoor de geproduceerde chips zuiniger en krachtiger kunnen zijn.
Chiptransformaties
Mogelijk dat Intel nu meer FPGA’s gaat verwerken in meer van zijn processorlijnen, om zo gespecialiseerde en functioneel flexibele producten te maken. Bepaalde rekentaken worden nu al overgelaten aan snelle grafische processors en andere taakgerichte accelerators. Het versleutelen (of juist kraken) van gevoelige informatie is daar een voorbeeld van.
Terwijl Intel ‘afdaalt’ naar kleinere chips en systemen, kan het ook huidige processors fundamenteel anders inrichten. Het is daar op bescheiden schaal al mee bezig met zijn Xeon Phi-processor. Ondertussen proberen fabrikanten van ARM-processors juist ‘op te klimmen’ naar grotere, complexere apparaten. De chipmarkt transformeert op weg naar een nieuwe toekomst.