Apple’s nieuwe G5-machines gaan met voorrang naar de Virginia Tech University, die een cluster bouwt met elfhonderd G5 Macintosh-computers. Dat cluster gaat dienst doen als supercomputer voor gevarieerd onderzoek aan de universiteit.
Onlangs deden al berichten de ronde op Macintosh-fansites, waaronder Thinksecret, dat Virginia Tech een G5-supercomputer bouwt. Die machine zou met een geschat prestatieniveau van 10 Teraflops (biljoen zwevende komma berekeningen per seconde) terechtkomen in de top vijf van snelste supers ter wereld. Deze berichten, op basis van geruchten op de universiteitscampus, blijken nu waarheid te zijn. Het prestatieniveau is overigens nog niet bevestigd.
Direct besteld
De universiteit, voluit Virginia Polytechnic Institute and State University, bevestigt het nieuws. Ze zegt al maanden met Apple te werken aan dit project. De computers zijn kort na de officiële onthulling besteld en worden vanaf deze week geleverd. De onderwijsinstantie gaat de geclusterde supercomputer gebruiken voor onderzoek op het gebied van onder meer elektronica op nanoschaal, scheikunde, aerodynamica, moleculaire eigenschappen en moleculaire modellering.
Dit Mac-monsterproject verklaart ook de vertraging in de levering van G5-computers. Apple heeft al officieel laten weten prioriteit te geven aan bestellingen van klanten uit de onderwijswereld. Aanvankelijk was de verklaring dat dit te maken had met het aanbreken van het nieuwe academiejaar.
Enkele vroege G5-bestellers hadden reeds bericht gekregen van de Mac-fabrikant dat hun dualprocessor-machines enkele weken later zouden komen. Dit was volgens de leverancier vanwege de overweldigende vraag. Apple heeft al eerder zijn productie van nieuwe machines moeizaam op gang zien komen.
Miljoenenmachine
Virginia Tech krijgt zijn elfhonderd G5 Mac’s met elk 4 tot 8 GB geheugen en twee processoren met een kloksnelheid van 2 GHz. De computers zijn verbonden met vierentwintig snelle Infiniband-schakelaars van Mellanox Technologies en communiceren met het netwerk via Gigabit Ethernet-schakelaars van Cisco. De koelingsystemen zijn afkomstig van de Amerikaanse specialist Liebert.
Het totale cluster kost ruim vijf miljoen dollar; de universiteit geeft dat bedrag verspreid over de komende vijf jaar uit. Als besturingssysteem dient een vroege versie van Mac OS X. Waarschijnlijk is dit het aanstaande Panther, versie 10.3, die 32-bit is met 64-bit extensies voor de G5-chip. Daarnaast draait het cluster de nieuwe foutencorrectiesoftware Deja Vu, ontwikkeld door assistent-professor Srinidhi Varadarajan van de universiteit. Dit moet de fouttolerantie van het systeem garanderen en daarmee de noodzaak voor ecc-geheugen (error checking and correction) wegnemen.
De keuze voor een cluster van desktopmachines in plaats van een reguliere supercomputer, is gemaakt vanwege het beperkte budget. De Macintosh-systemen zijn geselecteerd vanwege de 64-bit processor en het hogesnelheidsgeheugen, dat met aparte bussen is verbonden met de processoren. Dit verklaart decaan Hassan Aref, die tot begin dit jaar hoofdwetenschapper was bij het San Diego Supercomputer Center. "De totale prijs ligt een factor tien lager dan die van een vergelijkbare traditionele super."
De universiteit wil de machine voor 1 oktober enigszins in werking hebben. Ze kan de supercomputer dan namelijk nog aanmelden voor een notering in de wereldwijde ranglijst van supercomputers, de top-500. Woordvoerders van de universiteit stellen dat het G5-cluster één van de topmachines in die lijst zal zijn. De academie hoopt ook dat het bezit van deze super leidt tot aanvullende overheidsfondsen en investeringen in geavanceerd onderzoek.< BR>
Foutencorrectie: Deja vu
http://www.irean.vt.edu/research_workshop_april2003/07_Knestrick.pdf