Eind december 2000 kondigt automatiseerder Total-e onverwachts een nakend faillissement aan. De omschakeling van dozenschuiver naar e-handelspecialist voor het midden- en kleinbedrijf mislukt faliekant. Vooral in Nederland is de kater groot, omdat de automatiseerder hier het best presteert. Zo’n zestig medewerkers gaan met de pest in het lijf het nieuwe jaar in. Bovendien hebben Nederlandse investeerders tientallen miljoenen guldens verloren. Wat ging er mis? De oorzaken zijn legio: niet alleen de neergang van de ict-markt, maar ook wanbeheer, inhaligheid, loden lasten uit het verleden, geldgebrek en een verlammende machtsstrijd tussen de Amerikaanse grootaandeelhouder Harold van Arnem en de investeerders.
Bestaan er nog cowboys in automatiseringsland? Jazeker, Harold van Arnem is het sprekende bewijs. Deze 61-jarige Amerikaan heeft als specialiteit het opstarten of opkopen van ict-bedrijven om er daarna zoveel mogelijk geld uit te halen. Van Arnem is geen investeerder van naam in de ict-branche. Toch kan hij bogen op een opmerkelijke loopbaan: groot geworden in computer leasing & time sharing maakt Van Arnem regelmatig bijzondere uitstapjes: welke ict-poenschepper kan bijvoorbeeld zeggen dat hij een Dracula-film (1979: Love at first bite) heeft geproduceerd?
Harold – Sonny voor intimi – komt op 19 december 1940 als Harold Louis III van Arnem in Cincinnati (Ohio) ter wereld, zoon van Harold Louis II van Arnem en Elizabeth Smith. In 1963 trouwt hij Karen Schram, van wie hij in 1980 scheidt. Het huwelijk brengt vier kinderen voort. Begin 1990 trouwt Van Arnem opnieuw, ditmaal met Bridget Sahlin. Zij schenkt hem nog eens drie kinderen.
Van Arnem studeert in 1964 met een economische graad af aan de universiteit van Cincinnati, waarna hij als management trainee in dienst komt van General Electric Computers.
Na drie jaar begint hij voor zichzelf. Van Arnem helpt de Universiteit van Detroit met het opzetten van een studie computerengineering en begint een bedrijf voor ’time sharing technology’: Acts Computing Corporation. Klanten kunnen via Acts gezamenlijk ’tijd’ inkopen voor het gebruik van (toen nog) dure mainframe- en netwerkfaciliteiten. Acts levert tevens in opdracht van het Amerikaanse ministerie van Defensie en de Advanced Research Projects Agency (Arpa) een massieve dataopslagserver voor Arpanet, de voorganger van internet. De overheid is echter een lastige debiteur en Van Arnem besluit Acts in 1973 te verkopen aan Lear Siegler.
Na een kort politieke uitstapje – hij adviseert de regering Nixon een paar maanden over het decentralisatieprogramma ‘New Federalism’ – keert Van Arnem snel terug in de computerbranche. Hij stort zich vanaf 1974 met het nieuwe bedrijf Van Arnem Cos op de lucratieve, geavanceerde computerleasing. Hij verdient er goud geld mee.
Ook al is hij een gefortuneerd man, voor het geld alleen doet hij het niet, beweert hij. "Wat mij aantrekt, is te beginnen met een idee, om dan vervolgens alle puzzelstukjes in elkaar te laten vallen. Als dat lukt, voel ik me goed," zegt hij in 1982 tegen journalist Stanley Angrist van Forbes in een van zijn spaarzame media-optredens. Van Arnem antwoordt de journalist al touwtjespringend, want dat is een activiteit waarin hij heilig gelooft. "Wanneer ik gespannen ben, en dat gebeurt met de regelmaat van de dag, doet touwtjespringen wonderen." Andere illustere hobby’s zijn aerobics, speervissen en golf, zo blijkt uit Who’s Who in America.
Van Arnem staat open voor alles, als er maar geld mee verdiend kan worden. Zo wordt hij in 1973 partner van een autoraceteam. Van het een komt het ander: hij financiert in 1975 The Quick and the Dead, een documentaire over de Grand Prix. Hij krijgt de smaak te pakken en wordt co-producer van Love at first bite, een Dracula-film van regisseur Stan Dragoti (1979). De film kost vier miljoen dollar, maar levert al snel zo’n vijftig miljoen op. Ook vastgoed, kabel-tv, nutsbedrijven en sport hebben zijn belangstelling. Hij raakt zelfs rond 1980 betrokken bij de voetbalclub Detroit Express, waarvoor Trevor Francis kom te spelen, een gevierde voetballer bij de toenmalige Engelse topper Nottingham Forest.
Faillissement Thomainfor
De automatiseringsbranche en computerleasing in het bijzonder blijft echter trekken. In 1980 richt hij it-dienstverlener Libra Global Services Corporation Limited op, bedoeld voor het opkopen van moeizaam opererende servicebedrijven en het onderbrengen van andere privé-firma’s, zoals de latere webhoster Cybergate. In 1988 treedt Philip McKnight toe tot de directie. McKnight, die in de telecommunicatiebranche wereld heeft gewerkt, is zijn vaste handelspartner. Samen bestieren ze een trustmaatschappij Veronica Properties Limited op de Maagdeneilanden.
In 1988 neemt Van Arnem via een vijandelijke overname het kapitaalintensieve verhuurbedrijf Finalco over. Korte tijd later begint hij samen met McKnight een nieuw verhuurbedrijf: Gemini Group in Palm Beach, dat zich op kantoorautomatisering richt. Beide firma’s zijn volgens Van Arnem in de jaren negentig een natuurlijke dood gestorven.
In 1993 koopt Van Arnem via de Gemini Group het Duitse computerverhuuronderdeel Universal Computer Leasing Gmbh van American Express. Volgens ingewijden loopt het snel mis nadat de Van Arnems binnenkomen – Harold en zijn broer en rechterhand Kevin. Harold verkoopt de IBM-verhuurtak aan het Amerikaanse Syracuse (onderdeel van Caterpillar), maar de opbrengst vloeit niet terug in de kas van UCL. Kenny poogt intussen de resterende activiteiten van UCL te liquideren. Beide heren ontvluchten, zo luidt het gerucht, Duitsland halsoverkop, omdat zij gearresteerd dreigen te worden op verdenking van het verdonkeremanen van grote geldsommen. Broer Harold, die ondanks vele verzoeken niet terugbelt, maar uiteindelijk bereid is via e-mail een paar vragen te beantwoorden, zegt dat dit verhaal "absoluut niet waar is".
In Europa valt echter meer te halen, moet Van Arnem hebben gedacht. In 1997 denkt hij een dubbelslag te slaan door zowel Thomainfor als Decision Systems International (DSI), waarvan het hoofdkwartier in Parijs staat, over te nemen. Met beide Franse aankopen loopt het dramatisch af. Thomainfor is de it-dochter van het elektronicastaatsbedrijf Thomson-CSF. De Franse overheid aarzelt al twee jaar of het Thomson zal privatiseren. Zij besluit in eerste instantie om een aantal divisies af te stoten, waaronder Thomainfor, de ict-onderhoudsdochter waar zo’n 1300 mensen werken. Van Arnem ziet zijn kans schoon en neemt via zijn firma Libra het onderhoudsbedrijf in januari over. Een half jaar later vraagt Libra bij de Franse rechter het faillissement aan. Volgens Robert Aydabirian, directeur van Osiatis (de latere doorstart van Thomainfor), heeft het management (lees Van Arnem en McKnight) zich volledig verkeken op de Franse situatie, waarin privatisering een omstreden politieke zaak is. "Bovendien wilden zij Thomainfor binnen een half jaar volledig veranderen, nota bene zonder dat ze van te voren een boekenonderzoek hadden laten uitvoeren. Dan hadden ze kunnen weten dat de pc-onderhoudstak niet goed liep."
Van Arnem zelf houdt het in zijn e-mailreactie erop dat pas na de overname het insolvabele karakter van Thomainfor aan het licht kwam. In ieder geval leidt het faillissement tot woedende reacties onder het personeel en de vakbonden. Een vakbondsman beschuldigt Libra in de Franse krant Les Echos ervan de toezegde miljoeneninvesteringen niet na te komen. "Niets, helemaal niets is er binnengekomen." Een staking breekt uit, met als eis dat Thomainfor wordt teruggelegd in de moederschoot. Naar verluidt houden de stakers Van Arnem, die in het kantoor aanwezig is, een tijd vast, omdat zij nog achterstallig salaris tegoed hebben. De Franse overheid grijpt in en biedt het bedrijf merkwaardig genoeg opnieuw te koop aan. Uiteindelijk komt het in handen van de investeringsmaatschappij Walter Butler die het na een sanering in 1998 omdoopt tot Osiatis. Volgens Aydabirian heeft Van Arnem, die door het Thomainfor-echec veel geld verliest, nooit meer iets van zich laten horen.
Vriendje benoemd
Sonny moet intussen ook letten op een andere Franse aankoop: DSI. Bij deze 500-medewerkers tellende IBM-‘broker’ lopen de zaken eveneens niet naar wens. "DSI Frankrijk bleek met grote verliezen te draaien," zegt Ulf Seiler, ex-directeur Total-e Duitsland. "Punt is dat het oude moederbedrijf Olivetti er elk jaar voor zorgde dat op 31 december de verliezen bij DSI waren opgevuld. Omdat Van Arnem ook bij DSI van te voren geen fatsoenlijk boekenonderzoek (‘due diligence’) liet uitvoeren, kwam hij opnieuw voor verrassingen te staan."
De Franse vestiging gaat bankroet. Seiler noemt het een grote tegenvaller voor Van Arnem: "Het was de grootste DSI-divisie en moest eigenlijk het hart vormen van het ‘nieuwe’ Total-e."
Van Arnem en McKnight blijven achter hun ambitieuze plan staan. DSI, dat nog divisies heeft in Groot-Brittannië, Nederland, België, Duitsland en Spanje, moet onder de naam Total-e uitgroeien tot een toonaangevende leverancier van e-handel-oplossingen en infrastructuurdiensten voor het midden- en kleinbedrijf in Europa. Daarvoor is veel geld nodig. Het duo weet bij vaste partner IBM een lening van een paar miljoen dollar los te peuteren. Bovendien ontbreken de beursplannen natuurlijk niet, begeleid door Robertson Stephens International, een prestigieuze investeringsbank die naar later blijkt een rammelende prospectus opstelt.
Total-e Nederland speelt bij dit alles een centrale rol, omdat het op de keper beschouwd het enige DSI-onderdeel is dat goed draait. Directeuren Tjeerd Bloembergen en Rob Christ staan de charismatische Phil McKnight, die de rol van ceo bekleedt, bij in de zoektocht naar investeerders en acquisities. Bij de Nederlandse investeerders Parcom (ING) en Residentie Investments (het tegenwoordige Residex, onderdeel Achmea) vindt het trio gehoor. Zij verstrekken in april 2000 een investering van tien miljoen euro. Vlak daarop breekt een conflict met Van Arnem uit. McKnight blijkt plotseling om onduidelijke redenen met de noorderzon te zijn vertrokken. Zijn aanblijven als bestuursvoorzitter is een voorwaarde voor de investering. De verbazing bij de participatiemaatschappijen groeit wanneer Van Arnem als grootaandeelhouder zelf op de plek wil gaan zitten. "Ondanks zijn staat van dienst hebben wij toen gezegd dat hij daar niet geschikt voor was", vertelt Roeland Brokking, adjunct-directeur van Parcom. De investeerders schakelen een headhunter in voor een nieuwe ceo. Van Arnem trekt zich daar weinig van aan en benoemt Woody Buckner, een maatje van hem. Dat loopt uit op een kleine ramp: Buckner blijkt een warhoofd met een grote fantasie die torenhoge declaraties indient.
Absolute chaoot
In augustus 2000 blijken de investeringen, waaronder ook een particuliere miljoeneninvestering van Ben van Leent en Leo Geres, er doorheen gejaagd, opgegaan aan zogenaamde achterstallige managementsalarissen en het compenseren van zware verliezen. Bovendien wordt er maandelijks veel geld naar Amerika overgeboekt, waarbij de Nederlandse organisatie als melkkoe fungeert. Van Arnem heeft hiervoor speciaal een Amerikaanse vestiging Total-e Inc. opgericht. Zo blijkt uit de beursprospectus een tienjarige overeenkomst te bestaan waarbij Total-e maandelijks zestigduizend dollar overboekt naar de Amerikaanse vestiging voor het huren van een licentie van Netvillage-software. Dit terwijl Netvillage, waarvan Van Arnem bestuursvoorzitter is, absoluut niet actief is in Europa. Het internetbedrijf bestaat vandaag de dag nog steeds en presenteert zichzelf als The Total e-community solution. "Sliepuit, sliepuit" lijkt Van Arnem hier te zeggen.
Onder druk van de Nederlandse investeerders en managers van Total-e stuurt Van Arnem Buckner weg. De nood is inmiddels hoog. De vestigingen in Duitsland, België en Spanje gaan dicht of worden afgestoten. De Nederlandse en Engelse vestigingen kunnen overleven wanneer de investeerders opnieuw met tien miljoen euro over de brug komen. Zij eisen dan wel de meerderheid van de aandelen. Van Arnem weigert de ernst van de situatie in te zien en geeft zijn positie niet op. Hij is bang de kip met de gouden eieren te slachten, nadat hij met Thomainfor en DSI Frankrijk veel geld heeft verloren. "Een absolute chaoot", noemt Paul Schröder, directeur van Residex hem. "We maakten bijvoorbeeld op maandag na lang onderhandelen een afspraak en daar kwam hij op dinsdag weer terug. Er viel geen chocola van te maken. Het was doodvermoeiend." Parcom en Residentie schakelen als laatste redmiddel Adrie Reinders in, een ervaren ict-industrieel (oprichter van de it-bedrijven Rijnhaave en Plus Integration) die als bemiddelaar optreedt. Hij weet Van Arnem te overtuigen dat terugtrekking noodzakelijk is voor het laten doorgaan van de tweede financieringsronde. "Hij heeft toen daarvoor daadwerkelijk de stukken ondertekend, maar uiteindelijk bleef hij gewoon zitten. Ik heb me daarna ook niet meer met de zaak bemoeid." De indruk die Reinders van Van Arnem heeft overgehouden, is van een rasoptimist. "Een visionair, maar wel iemand bij wie de ruimte tussen de onderkant van zijn schoenen en de aarde erg groot is."
Nadat de bemiddelingspoging van Reinders mislukt, trekken de investeerders zich terug. Het doek valt voor Total-e en de automatiseerder gaat in januari 2001 failliet. Of het bluf is of hardleersheid, Van Arnem benadert in de tussentijd diverse betrokkenen, zoals Reinders en Aldo Wink (ex-Byelex) met de vraag of ze in een nieuw bedrijf willen investeren. Hij vraagt ook tevergeefs aan Company@Work, een Haarlemse groupwareleverancier waar Reinders’ zoon Roeland werkt, om in de Verenigde Staten samen te werken. Bovendien durft hij begin januari 2001 de Engelsman Peter Lundi, mede-oprichter van Byelex, te bellen met het voorstel om Byelex door te starten. Vlak daarvoor heeft hij dezelfde Lundi nog gedreigd voor de rechter te dagen als hij Byelex niet alsnog verkoopt.
Stiekem buiten roken
De medewerkers van Total-e blijven met een kater achter. De beschuldigende vinger wijst al snel naar Van Arnem. Hij zou een gewetenloze opkoper zijn die alleen geïnteresseerd is in zijn eigen portefeuille en geen oog heeft voor investeerders, partners en personeel. Anderen vinden dat hij de ethiek van het zakendoen regelmatig overschrijdt. Peter Lundi, bijvoorbeeld, stipt aan dat Van Arnem business class bleef vliegen terwijl hij wist dat het met Total-e heel slecht ging. Saillant is dat diegenen die hem ontmoet hebben, spreken van een op het eerste gezicht aimabel persoon, die er voor een zestigjarige patent uitziet. Hij mag dan voor Hollandse begrippen op excessieve voet leven, hij weet waarover hij praat en hoe de markt er uitziet.
Edwin Quarles van Ufford, die bij het door Total-e overgenomen Byelex werkzaam was, ontmoet Van Arnem medio 1999. "Ik vond hem een aardige, relaxte vent. Zeker niet glad. Hij wekte eerder vertrouwen." Van Ufford komt bij hem over de vloer in Florida. "Hij bezit een prachtig huis: zo’n typisch landhuis met oprijlaan. Het heeft een balkon ondersteund door zuilen met aan weerszijden een trap. Binnen sta je gelijk in de woonkamer met groot uitzicht op het zwembad en de zee. Van Arnem mocht van zijn vrouw niet roken. Dan stonden we stiekem buiten om de hoek bij het zwembad een sigaret op te steken en te babbelen."
Het positieve beeld verandert echter als er zaken moeten worden gedaan. Van Arnem blijkt een meester in het traineren van onderhandelingen en het niet nakomen van afspraken. De overname van Byelex bijvoorbeeld die in augustus 1999 rond is, op een handtekening van Van Arnem na. Van Ufford: "Hij ging plots mierenneuken over allerlei details." Van Arnem zet pas in februari 2000 zijn handtekening voor enkel de helft van het belang. Van de verkoopsom van 1,4 miljoen gulden wordt uiteindelijk maar één miljoen overgemaakt. Deze verkoopprijs is flink gezakt, omdat Byelex door de forse vertraging in financiële problemen is gekomen. "Bewuste tactiek", oordeelt Van Ufford nu.
Door de dramatische gang van zaken ziet Quarles van Ufford sommige zaken in een ander daglicht. "In zijn garage stonden een terreinwagen, een Mercedes en een rode Ferrari. Total-e Duitsland had een rode Ferrari geleend, die twee maanden later werd gestolen. Dan ben je snel geneigd om te denken dat die in zijn garage terecht is gekomen. Hij heeft ook een jacht. Toen we daarop vertoefden, klaagde het personeel dat het al maanden geen salaris had ontvangen." De rekeningen voor hotel, diners en limousinevervoer komen naderhand op het bureau van Herman Vissia, eveneens oprichter van Byelex, terecht. "Een ordinaire opkoper dus," oordeelt Vissia.
Tjeerd Bloembergen, die net als Rob Christ een belang in Total-e in het vooruitzicht was gesteld, stelt: "Van Arnem beloofde van alles, maar deed vervolgens niets. Daardoor zijn we in de problemen gekomen." Volgens Christ wilde Van Arnem het adviesbureau Spyros uit Zeist weer verkopen om geld binnen te krijgen. "Maar Total-e had Spyros helemaal niet gekocht omdat hij zijn fiat nog niet had gegeven. Dan denk je bij jezelf: ‘die vent is gek’."
Harde bewijzen ontbreken
Een aantal gedupeerden roept ook dat Van Arnem grote bedragen naar zijn eigen rekeningen heeft doorgesluisd. Alleen harde bewijzen ontbreken. Steward Baird van accountantskantoor HBL Kidsons, de Engelse curator van Total-e Plc en Total-e UK, erkent dat er aanzienlijke geldsommen, onder meer voor vorstelijke beloningen, naar Total-e Inc in de Verenigde Staten zijn gegaan. Tijdens zijn onderzoek is hij niet gestuit op onbekende rekeningen en heeft hij geen aanwijzingen voor fraude gevonden. "Maar wat er vervolgens in de Verenigde Staten met het geld is gedaan, daar heb ik geen zicht op gehad."
Parcom en Residentie zien er dan ook geen heil in om Van Arnem te laten vervolgen. "Verdachte geldstromen zijn lastig aan te tonen", zegt Roeland Brokking. Vooral in de Verenigde Staten moet je keiharde bewijzen overleggen. Het loont voor ons niet de moeite."
Grootaandeelhouder Van Arnem doet alsof zijn neus bloedt. In zijn reactie per e-mail geeft hij aan dat het niet doorgaan van de aanvullende financieringsronde de oorzaak is voor het faillissement. Hem treft geen blaam. Van Arnem beweert dat hij op 1 november in het Sheraton Airport Hotel op Schiphol na bemiddeling van Reinders met Parcom en Residex tot een overeenkomst kwam. "Toen de afspraken op papier werden gezet, trokken ze zich ineens terug." Ook de aantijging dat hij geld liet wegsluizen naar persoonlijke rekeningen ontkent hij. "Alle investeringen zijn gebruikt voor de herstructurering van Total-e."
Van Arnem laat zich niet uit over de reden van het plotselinge vertrek van McKnight. Wel geeft hij aan dat het niet een aandelendispuut was. Hij heeft geen persoonlijk contact meer met zijn vroegere adjudant. McKnight zelf laat in een e-mail eind december 2000 reeds weinig los over de zaak. Nadien is geen levensteken meer van hem vernomen, behoudens dat hij weer ergens in de VS aan de bak is gekomen. Voor Van Arnem – tegenwoordig bestuursvoorzitter van netwerkbedrijf Metrofiberlink – wachten nieuwe ‘uitdagingen’. Al geeft hij expliciet aan dat zijn speelterrein voorlopig tot de Verenigde Staten beperkt blijft.
Opkomst & ondergang Total-e
In een serie artikelen belicht Computable de achtergronden en gevolgen van het faillissement van Total-e:
- Ondergang Total-e; ‘Er had veel eerder gesaneerd moeten worden’ (07/12/01)
- Grootaandeelhouder Harold van Arnem helpt Total-e Nederland naar andere wereld (23/11/01)
- Spyros houdt aan flop Total-e kater en erfenis over (24/08/01)
- Belarus. Byelex wist het vege lijf ternauwernood te redden (10/08/01)
- Plussen en minnen. Haarlems softwarehuis bouwt aan adviespraktijk voor business intelligence (03/08/01)
- Comeback. ‘Good old’ Memorex Telex wil in Nederland positie failliet Total-e innemen (25/05/01)
- Total-e roemloos ten onder. Overname adviseur Spyros uit Zeist is nooit doorgegaan (05/01/01)
Rik Sanders Redacteur