Een architect ontwerpt een ruimte waarin het aangenaam is om te leven… (eigen definitie – 1976). Vanuit deze opvatting is het goed om ict-toepassingen te ontwerpen; toepassingen die het leven van gebruikers veraangenamen, toepassingen die de tand des tijds kunnen doorstaan. Kortom, toepassingen waar de wereld naar verlangt, omdat ze passen bij moderne bedrijfsvoering. Sterker nog, omdat ze een belangrijke bijdrage leveren om bedrijfsprocessen grondig te innoveren. Of zelfs nog verder, applicatie-architecturen die co-makership mogelijk maken of producent/consument-processen ondersteunen en daarmee een aanzet geven tot maatschappelijke innovaties van een ongekende omvang.
Speciaal de overheid kan profiteren van de in dit artikel aanbevolen architectonische benadering. Zij heeft immers de meest veelzijdige 'klantenkring' en de meest complexe omgeving van alle organisaties. Ook heeft zij de meest complexe organisatorische vorm. De departementale/directionele structuur is misschien het best geschikt voor beleidsvorming, voor operationele processen met burgers en bedrijven zijn betere (één?) organisatorische entiteiten te bedenken. Het zou een goede aanvulling kunnen betekenen op de huidige (referentie)architectu(u)r(en).
Automatisering is een 'enabling technology'. Het is niet een op zichzelf staande, autonome techniek die los verkrijgbaar is. Automatisering maakt het mogelijk om anders, beter, slagvaardiger, sneller, goedkoper te werken. In onze bedrijfstak hebben we goud in handen! Ict heeft echter het imago dat het goud kost om een goede toepassing te realiseren. Dat is een misverstand. Goede automatisering levert geld op. Veel geld zelfs! Het voorkomt namelijk de eindeloze administratie die in de bedrijfsvoering is binnengeslopen.
Geschiedenis
Ruim honderd jaar geleden scheidde Taylor de taken in een onderneming in twee groepen: productiegericht en niet-productiegericht. De niet-productiegerichte taken gingen naar één man, die gemakkelijk de administratie kon voeren voor tientallen productiemedewerkers en machines. Taylor concentreerde zich helemaal op de productie-efficiency. En met succes! Vandaag de dag is de productiviteit binnen productiebedrijven buitengewoon hoog. De overtreffende trap van productiviteit vinden we bij procesgeoriënteerde bedrijven!
Ongeveer vijftig jaar geleden, bij de komst van de computer binnen arbeidsorganisaties, begon een tweede efficiencycyclus. De eerste tien à twintig jaar werd de computer nog ingezet voor het totale bedrijfsproces, daarna veranderde dit dramatisch. In de zeventiger jaren kwam de nadruk steeds meer te liggen op de automatisering van de administratie. De reden hiervoor was dat administratieve processen veel eenvoudiger waren te automatiseren dan de veel meer gedifferentieerde primaire bedrijfsprocessen. De eerste standaardtoepassingen waren niet voor niets boekhoudpakketten, een schoolvoorbeeld van ver van het primaire bedrijfsproces afstaande, eenvoudige en verregaand gestandaardiseerde toepassingen. De komst van de personal computer, nu bijna dertig jaar geleden, veranderde dat heel even. Professionals maakten veel DOS-programma's die overal werden ingezet binnen de bedrijven. Na de introductie van software voor kantoorautomatisering was het hek van de dam. Deze vormde een bron van ware wildgroei en eilandautomatisering, met torenhoge beheerskosten.
Terug naar het verleden dus. Het veel verguisde mainframe is helemaal terug. Tegenwoordig zelfs in de meest vergaande vorm van één, logisch, systeem voor alle toepassingen in de hele wereld: the cloud! Is dit dé oplossing voor al onze automatiseringsproblemen? Ik heb zo mijn twijfels.
Klant centraal
Ongeveer twintig jaar geleden ontwikkelde Michael Hammer zeer succesvol automatiseringstoepassingen voor meerdere startende bedrijven. Hij hanteerde daarbij het oude, al door Adam Smith genoemde uitgangspunt; de klant. De organisatie én de automatisering moest erop gericht zijn de klant zo goed mogelijk van dienst te zijn. Hammer had het grote voordeel dat hij voornamelijk werkte voor start-ups. De organisatieontwikkeling en de automatisering gingen hand-in-hand. Er was grote aandacht voor het bedrijfsproces. Business proces reenginering (BPR) was het adagium. Na een korte en hevige belangstelling zakte de aandacht voor BPR weer weg. Het was bijna onmogelijk om een bestaande organisatie op dezelfde wijze te automatiseren. De automatiseerders wisten er geen raad mee.
Ook bij de service oriented architecture (SOA) kwam er weer even aandacht voor BPR. Even snel was het weer verdwenen, alweer omdat de automatiseerders er geen raad mee wisten. SOA was oorspronkelijk bedoeld om een betere service aan de klant te leveren. Door SOA geheel binnen het domein van de automatisering te trekken, werd 'service' verengt tot een techniek die (alweer) de automatiseringsservices moest helpen promoten.
Het enthousiasme van de automatiseerders moet misschien iets getemperd worden, ten faveure van het enthousiasme van de steeds weer opnieuw min of meer teleurgestelde gebruikers (en betalers!).
Primaire processen
Het zou wellicht beter zijn de kantoorautomatisering helemaal af te schaffen en 'the cloud' voorlopig even 'the cloud' te laten. Het zijn, net als vrijwel alle ontwikkelingen in de automatisering, de gevolgen van pushstrategieën. Het is beter om ons te richten op het beheersen van het primaire proces binnen de organisatie; (business) process support architecture (PSA). Of, nog beter, op de ondersteuning van de processen binnen de samenleving als geheel: society of life support architecture (LFA).
Automatiseerders hebben doorgaans andere ideeën van primaire processen dan gebruikers. De boekhouding is geen primair proces. Net zomin als het voorraadbeheer, de crm, de planning, de klantenadministratie, de voor- of nacalculatie, de erp, de facturering, etc. Al eens een fabriek gezien waar alleen maar facturen gemaakt werden, die nog werden betaald ook (behalve dan de spookfactuurfraude)? Primaire processen zijn die zaken waaraan een arbeidsorganisatie haar bestaansrecht ontleent; het produceren en leveren van een product of dienst. Het verzorgen van een bejaarde of een ziekenhuispatiënt. Het produceren van fietsen, brood of windmolens. Het aanbieden van reizen, concerten of kunstwerken. Enzovoort, al die goederen en diensten die min of meer bijdragen aan een bepaalde levensstijl.
De automatisering zou één-op-één met dat proces moeten worden ontwikkeld. Als tweede of derde afgeleide daarvan kunnen de functies worden uitgevoerd die nu nog dikwijls het hart van de automatisering vormen en te vaak voor infarcten zorgen binnen datgene waartoe als het goed is iedere organisatie is opgericht: de productie van goederen en/of diensten.
Michael Hammer heeft bewezen dat het kan en heeft het goede voorbeeld gegeven. De basis van een goede architectuur is niet de automatisering zelf, maar het bedrijfsproces.
Probleem of proces?
Hoe pak je nu de BPR-draad op? Een goed begin zou kunnen zijn de probleemanalyse overboord te zetten en een procesanalyse te beginnen. Wat doet een organisatie? En hoe doet ze dat? Is de organisatie wel procesgericht? Eenvoudige vragen waar ook relatief eenvoudige antwoorden op zijn te vinden.
Vrijwel ieder van ons is ooit architect geweest. Mijn eerste ervaringen gaan terug naar mijn vroege jeugd; zo'n één à twee jaar. De torens die je kon bouwen van eenvoudige blokken wilden aanvankelijk niet zo hoog worden als ík wilde. Steeds weer stortte de toren in, totdat ik ontdekte dat je anders moest beginnen. Hoe hoger de toren, hoe breder de basis. De torenhoogte werd vanaf die tijd beperkt door het aantal beschikbare blokken en de hoogte van de stoel waar ik op kon klimmen. Dank zij de ontdekking van de architectuur van blokken en torens.
De les van de torenbouwende peuter is ook van toepassing op de automatisering. De basis voor een goede architectuur ligt buiten het te bouwen object. Natuurlijk moeten ook die objecten aan regels voldoen. Alle blokken moeten 'schaalbare' afmetingen hebben, ze moeten vlak zijn en homogeen. De ligging van het zwaartepunt moet geen verrassing zijn, dat leidt maar tot instabiliteit. Enzovoort. Met goede bouwstenen is het goed en betrouwbaar bouwen.
De externe architectuur van het businessproces is derhalve het voor de hand liggende uitgangspunt bij de ontwikkeling van automatiseringstoepassigen. Makkelijker kunnen we het maken, moeilijker moeten we het niet maken, want dan halen we ons problemen op de hals die we niet kunnen oplossen…
Reactief of proactief?
Er is nog een ander groot voordeel aan procesgerichte automatisering in plaats van de administratieve automatisering. Administratie heeft de neiging reactief te zijn. Voldoet het resultaat wel aan de (administratieve) procedure? Terwijl zelden of nooit wordt gevraagd: voldoet de procedure wel aan het proces? Onzin zullen velen zeggen, maar waarom hebben we dan kwaliteitsdoelstellingen met continue verbeterprocessen? Toch om proactief om te gaan met onze werkelijke processen?
Het beste voorbeeld van een verbeterproces is de al eerder genoemde procesindustrie zelf. Met name de volcontinue procesindustrie. Ooit een 'potten- en pannenkeuken', al decennia een industrie met constante en hoge output en een zeer hoge productiviteit per werknemer. Dat allemaal dankzij de toepassing van meet- en regelapparatuur. Door die meet- en regelapparatuur werden 'potten- en pannenprocessen' getransformeerd naar volcontinue processen.
Perspectief
Eenzelfde ontwikkeling kan plaats vinden op heel veel andere gebieden. We hebben ict-goud in handen! Als eerste stap kunnen we onze bestaande applicaties transformeren naar 'meet- en regelsystemen' voor onze primaire bedrijfsprocessen. Dat is nog maar het begin. Veel van de bedijfstoepassingen hebben tegenwoordig een webinterface. Meestal om gebruikers 24 x 7 x 52, continu, van dienst te zijn. Oók omdat die gebruikers 'gratis data entry-medewerkers' worden.
B2B- en B2C-communicatie hoeft zich echter niet te beperken tot eenvoudige gegevensuitwisseling. Op basis van een goede applicatie-architectuur komt proactieve integrale informatievoorziening eindelijk binnen bereik. Dus kunnen we eindelijk beginnen met op grote, maar menselijke schaal 'reinventing the corporation' toe te passen, in navolging van Michael Hammer. Daar hoeft het niet bij op te houden. De volgende stap is, samen met vele anderen die dat ook nuttig en nodig vinden, 'reinventing society'. Met de 'enabling (niet vergeten!) technology' kunnen we uitstekend een doelgerichte (niet middel, geld, gerichte) ondersteunende rol spelen. Werk genoeg! Niet als kinderlijke blokkenbouwers of knippers en plakkers, maar als architecten die een ruimte creëren waar het aangenaam is om te leven…
Toevallig stuitte ik op dit artikel. Als oud ICT’er spreekt mij dit enorm aan. Een waarheid als een koe. Ik hoop dat velen het uitgangspunt van Dick van Elk acuut overnemen. Wat zou het er dan mooi uit zien!
Dick van Elk, compliment over de duidelijke wijze waarmee in een kort artikel zo enorm veel informatie gegeven wordt.