Gij zult functioneel ontwerpen. Gij zult geen frames gebruiken. Gij zult geen gouden kalveren als Shockwave en Flash eren. Webdesignprincipes van vijf jaar geleden? Niet echt. Volgens usability-profeet Jakob Nielsen zijn dit de geboden waarmee je het juist in de komende jaren ver kunt schoppen.
Jakob Nielsen is een naam die tegenwoordig veel vaker opduikt. Nielsen was een Distinguished Engineer bij Sun Microsystems, waar hij zich ontwikkelde tot de goeroe op het gebied van ‘web usability’ oftewel webfunctionaliteit. Samen met Donald Norman, ex-topman van Apple Research, richtte hij in 1998 de Nielsen Norman Group op, een firma voor consultancy op het gebied van mens/computer-interactie. Nielsen houdt zich tegenwoordig vooral bezig met het geven van lezingen en het schrijven over webfunctionaliteit. Op zijn website (http://www.useit.com) publiceert Nielsen al sinds 1995 regelmatig artikelen waarin hij zijn visie op het web uit de doeken doet.
‘Functioneel Webdesign: De kracht van eenvoud’ is een logisch vervolg op de site. Het boek is, zoals Jakob zelf al zegt in zijn voorwoord, geen boek over hoe webpagina’s gemaakt moeten worden. In het boek is vrijwel geen html-code te vinden en er wordt nauwelijks ingegaan op welke software het beste is voor het ontwikkelen van een site. Waar gaat het boek dan wel over? Met veel directe kritiek op hedendaags webdesign is het boek het beste te omschrijven als de Bijbel voor het ontwerpen voor het web: het evangelie volgens Jakob.
In negen hoofdstukken gaat Nielsen nader in op een aantal praktische aspecten van het ontwerpen van een site waarbij de gebruiker centraal staat. Het eerste hoofdstuk gaat over de vormgeving van webpagina’s. Dit bevat niet alleen adviezen over kleurgebruik en lay-out; ook aspecten als schermruimte, het ontwerpen voor diverse browsers op verschillende besturingssystemen en korte laadtijden van webpagina’s passeren de revue. Nielsen gebruikt veel voorbeelden om zijn geboden (zoals bijvoorbeeld zijn mening over frames: kortweg "gebruik geen frames") te ondersteunen, veelal bijgestaan door afbeeldingen en resultaten uit eigen onderzoek.
In de andere hoofdstukken gaat hij nader in op het ontwerpen van web- en intranetsites, toegankelijkheid voor gebruikers met een handicap en het ontwikkelen van meertalige sites. Het belangrijkste hoofdstuk van het boek gaat echter over het schrijven van goede webcontent. Content is nog altijd koning in internetland, en schrijven voor het web is anders dan het schrijven voor media als kranten, radio en tv: websites moeten dus teksten bevatten die specifiek geschreven zijn voor het web. Goeroe Jakob propageert het gebruik van korte paragrafen met duidelijke taal en vooral ‘scanbare’ tekst. Immers, zegt Nielsen, het lezen op een beeldscherm is nog steeds allesbehalve een pretje. Met behulp van eigen onderzoek toont Jakob aan dat 79 procent van de gebruikers het scherm scant op zoek naar steekwoorden en niet de gehele tekst direct gaat lezen.
Opvallend genoeg gaat Nielsen in een van de laatste hoofdstukken op de profetische toer. Hij schetst in een aantal punten een utopie waarin telewerken centraal staat, postkantoren voorgoed verdwijnen en waar privacy een kostbare zaak wordt. Een vreemde wending in een boek met praktijkgerichte adviezen.
Ook doet Nielsen, die in zijn rol als expert en wetenschapper op sommige punten in het boek tamelijk arrogant over komt, hier en daar nogal typische uitspraken. Zo neemt hij het ene moment een radicaal standpunt in door ontwerpers aan te raden sites te ontwikkelen volgens de eerste versie van de html-standaard – om zo zoveel mogelijk browsers te kunnen ondersteunen, het andere moment prijst hij het gebruik van Cascading Style Sheets aan – een techniek die pas vanaf de 4.0-versies van de meest gebruikte browsers geïmplementeerd is.
Ondanks enkele tegenstrijdigheden zoals deze zit het boek goed in elkaar. De licht arrogante toon in de schrijfstijl van Nielsen is niet overheersend en hij probeert zelfs bij bekritiseerde sites goede punten over de site in kwestie aan te geven. Alle stellingen en regels die Nielsen aangeeft worden met behulp van voorbeelden en onderzoeksresultaten onderbouwd.
De waarde van de vele adviezen in dit boek is uiteindelijk vele malen hoger dan de enkele zwakke elementen. Het enige fundamentele kritiekpunt op de theorieën van deze goeroe is zijn bijna extremistische nadruk op functionaliteit boven creativiteit. Het feit dat creativiteit (en het afwijken van regels) net zo goed invloed heeft op het succes van een website als de webfunctionaliteit is iets waar Nielsen vrijwel niet op ingaat.
‘Functioneel Webdesign’ is een ijzersterk boek en een aanrader voor iedereen die zich bezighoudt met websites of informatiearchitectuur. Omdat het boek de onderliggende gedachten behandelt en niet specifieke webtechnieken zal de inhoud nog jaren actueel blijven. Of je het eens bent met alle punten van Nielsen of niet, dit boek zal zeker klassieke literatuur worden op het gebied van webdesign.
Rob Irrgang Freelance Medewerker
Jacob Nielsen, Functioneel Webdesign – De kracht van eenvoud, Pearson Education Uitgeverij BV 2000 ISBN 90-430-0383-2. 439 pagina’s, prijs: f 119,95