Oud-Equihold-eigenaar Kenneth Berkleef heeft het proces tegen ict-dienstverlener Capgemini naar aanleiding van het mislukte project 1-2Focus verloren. Op 29 juni 2016 heeft de rechtbank Amsterdam Berkleef in het ongelijk gesteld op formeel-technische gronden. Berkleef/Equihold zou verzuimd hebben om Capgemini op tijd wegens wanprestatie formeel in gebreke te stellen en Capgemini zo in staat te stellen het verzuim goed te maken. In het vonnis zijn echter ook de vorderingen in reconventie van Capgemini afgewezen. De dienstverlener wilde nog meer geld zien van Berkleef, ondanks de afgekeurde deliverables.
De uitspraak betekent evenwel niet dat alle vorderingen van Berkleef zijn afgewezen, zoals Capgemini publiekelijk beweert. Nee, de rechtbank is niet zo ver gekomen om ze stuk voor stuk te beoordelen. De rechtbank heeft geen oordeel geveld of Capgemini de contractuele en wettige verplichtingen is nagekomen, zoals het tijdig opleveren van high quality software op basis van de oude 1-2Focus software, een ’three tier’-architectuur en aanvullende specs. Er is geen oordeel geveld of het project uitgevoerd is volgens de contractuele afspraken over de inzet van de software development process framework Rup en het kwaliteitsmodel van Capgemini. Er is geen oordeel geveld of Capgemini zich aan de afgesproken taakverdeling heeft gehouden. De rechtbank heeft niet vastgesteld of Capgemini Equihold wel of niet misleid heeft door te optimistische en te summiere voortgangsrapportages en met name door het achterhouden van een rapport. Aan de schuldvraag, in hoeverre zijn partijen verantwoordelijk voor de mislukking, daar is de rechtbank niet aan toegekomen. De voor Berkleef en de ict-industrie belangrijkste vorderingen zijn daarmee niet behandeld, althans niet expliciet.
Deze uitspraak kwam als een verrassing. Het was niet eerder duidelijk dat de formele rechtsvraag over ingebrekestelling een probleem zou worden. Zelf heb ik de indruk dat dit ook wel voor de rechtbank geldt. De rechtbank heeft immers niet voor niets nog eens extra tijd geclaimd om tot een uitspraak te komen. Waarom heeft de rechtbank zo veel tijd nodig gehad, terwijl ze de belangrijkste rechtsvragen niet hebben beantwoord? Aan de uitspraak van de rechtbank zit een aantal aspecten; ik noem er twee: Was er een ingebrekestelling en was die tijdig.
De ingebrekestelling
Als je de mailwisseling en andere documentatie tussen Equihold en Capgemini bekijkt zonder je bezig te houden met specifiek technische zaken, dan zie je dat er door Berkleef en medewerkers van Equihold heel snel geklaagd is bij outsourcing leverancier Capgemini, omdat de opleveringen van Capgemini in hun ogen vrijwel altijd ’too little and too late’ waren. De 1-2Focus software en ook allerlei technische en Rup-documenten van Capgemini zijn keer op keer op functionaliteit en kwaliteit afgekeurd.
Die klachten waren aanleiding voor Capgemini om (minimaal) twee interne onderzoeken te starten, waarvan ze er één aan Equihold hadden gegeven. De klachten zorgden onder andere voor vele nieuwe bugfix releases (die ook steeds weer door Equihold en diens klanten werden afgekeurd). Equihold heeft betalingen ingehouden en er is een contractherziening geweest. Aan de reactie van Capgemini is te zien, dat zij door hadden dat het om een ingebrekestelling ging. Hoeveel duidelijker wil je het hebben zou je zeggen. Natuurlijk zijn er later ook nog een hele reeks van verborgen gebreken geconstateerd en die zijn door Berkleef heel uitvoerig en expliciet gemeld.
Maar volgens de rechtbank voldoet dit nog niet aan de formele vereisten van een ingebrekestelling. Het gaat ook om de tijdsspanne. De rechtbank ging er vanuit dat het niet onmogelijk was dat Capgemini de problemen op tijd had kunnen herstellen. Daarbij gaat de rechtbank er vanuit dat Capgemini niet uit eigen beweging de software ging herstellen. Dat lijkt me een flinke sneer richting Capgemini. De rechter hecht dus weinig waarde aan het kwaliteitssysteem van Capgemini.
Tijdig of niet
De rechtbank is blijkbaar van mening dat Equihold niet tijdig heeft gereageerd. Was er een reële kans dat Capgemini de afgesproken software op tijd had kunnen leveren, zoals de rechtbank zegt? Ik heb zelf alleen de installatie en de werking van de software getest, net als Equihold destijds (geheel volgens de contractuele afspraken van takenverdeling). En die kwaliteit was bar en boos. Maar omdat Capgemini steeds aangaf dat ze de geconstateerde bugs snel konden herstellen, ging Equihold er in 2008 nog vanuit dat Capgemini alsnog in staat was om de software op te leveren, zij het wel met een vertraging. Bedenk daarbij dat Berkleef het achtergehouden interne rapport van Capgemini nog niet in handen had. En ook had het onafhankelijke SQMI de broncode toen nog niet geanalyseerd.
Equihold wist dus nog niet dat de broncode zo slecht geschreven en gestructureerd was dat het sofware product als een total loss gezien werd. Ze wisten ook niet dat één van de drie ’tiers’ gewoon een doorgeefluik was; fake dus. In het Capgemini-rapport dat Equihold wel had gekregen, werden alleen kleine problemen gemeld. Maar de software werkte uiteindelijk nooit goed genoeg in de praktijk, ondanks de vele beloften waardoor de klanten van Equihold wegliepen. De businesscase van Equihold werd daardoor opgeblazen. De Equihold-medewerkers zijn ontslagen, Kenneth Berkleef moest zich herpakken en hulp en financiën zoeken voor nader onderzoek. Want dat Equihold niet goed behandeld was, dat was duidelijk. De benodigde omvang van het onderzoek is best groot en dat kost extra tijd en geld.
Met hetSQMI-rapport van 24 oktober 2010 kon Berkleef aantonen dat ook onafhankelijk onderzoek aangeeft dat de code vol fouten zat (wat de steeds weer terugkerende fouten in de werking van de software verklaarde). De povere kwaliteit is in 2015 door andere softwarecode specialisten (via Zembla) nog eens dunnetjes bevestigd is. De software moest opnieuw geschreven worden, ook vanwege het niet nakomen van de afspraak over de ’three tier’-architectuur. De rechtbank heeft niet voor niets gezegd: met chocolade heipalen leg je geen goed fundament.
Berkleef heeft via een oproep in Computable onafhankelijke specialisten gevraagd om een second opinion te geven. Daardoor kreeg hij bewijs in handen dat Capgemini de afgesproken Rup-methode nauwelijks had ingezet en ook de rest van het project een rommeltje was geweest. Daardoor kon een deel van de klachten pas later ingediend worden en eerdere klachten pas later onderbouwd, maar zo gaat het altijd met verborgen gebreken.
De gedachtekronkel
Dus waarom denkt de rechtbank dat Capgemini te weinig tijd kreeg om alsnog een oplossing te leveren. Denkt de rechtbank echt dat je alsnog aan de contractuele verplichtingen kan voldoen, als je veel te laat oplevert, jouw software nog steeds onbruikbaar is, je het dubbele bedrag van de klant vraagt en daarna nog de software moet herstellen (lees herschrijven)? Die gedachtegang is heel opmerkelijk.
De rechtbank heeft zelf ervaring met het project Geïntegreerd Processysteem Strafrecht (GPS) dat meer dan honderd miljoen euro heeft gekost. Het zat na zeven jaar van ontwikkeling nog vol fouten. De rechtbanken wilden de in 2007 opgeleverde sofware dan ook niet gebruiken. In 2013 was de functionaliteit voor de magistratuur nog steeds niet geheel klaar en waren de koppelingen met onder andere de politie niet opgeleverd, terwijl het systeem in 2011 toch echt volledig operationeel had moeten zijn. Dit was vanwege de invoering van de wet herziene Toezicht op Rechtspersonen. Het project is stopgezet en later door een andere partij, Sogeti, opnieuw opgestart. Het oude systeem bleef lange tijd in gebruik voor een deel van de (meer complexe) zaken.
Verder houdt de rechtbank ook geen rekening met het feit dat de business case van Equihold door de wanprestatie van Capgemini was opgeblazen. Equihold had al veel meer betaald dan begroot. Nu moest het blijven voorfinancieren met vrijwel geen inkomsten. Er waren geen belastingbetalers die weer konden gaan dokken, zoals bij het GPS. En tenslotte moet een product dat commercieel in de markt gezet wordt, ook op tijd klaar zijn, omdat de technische en functionele eisen daar snel veranderen. Al met al is het onbegrijpelijk hoe de rechtbank tot dit besluit heeft kunnen komen. Berkleef en de curator overwegen mijns inziens terecht een hoger beroep.
Jaap van Belkum, zzp’er
De lezers kunnen de uitspraak van de rechtbank nu zelf lezen.
Zie de uitspraak op http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2016:4111.