Veel organisaties worden uitgebuit door hun softwareleveranciers, gevangen in een web van dure licenties en logge pakketten vol complex maatwerk en met vele randapplicaties. Hun innovatie wordt geremd door verouderde technologie en hoge ontwikkel- en onderhoudskosten. Opnieuw beginnen, lijkt onmogelijk. Toch verdient overstappen op moderne, flexibel aanpasbare bedrijfssoftware zich op termijn dubbel en dwars terug.
Je zou verwachten dat er tegenwoordig voor elke bedrijfstak wel een ideaal softwarepakket beschikbaar is. Het tegendeel is helaas waar. Elk bedrijf is anders, net als de manier waarop de software waarde toevoegt aan de kernprocessen. Applicaties sluiten zelden direct aan op de wensen van de organisatie en haar gebruikers.
Ook falen pogingen om ‘je aan te passen aan de software’ vrijwel altijd. Het gevolg is dat bedrijven zich door businessconsultants laten overhalen tot langdurige en kostbare implementatietrajecten. In feite betalen ze hiermee zelf voor de kosten om een softwarepakket in de juiste vorm te kneden voor hun bedrijfsprocessen, vaak met allerlei ingewikkelde configuraties en maatwerk. Maar wordt de klant daar op de lange termijn beter van? Na een implementatie is men zelden direct tevreden. Denk aan ontbrekende functionaliteit, complexe menupaden of onverklaarbare bugs. Door de vicieuze cirkel van aanpassingen en bugfixes die ontstaat, wordt de klant steeds afhankelijker van de leverancier. Bovendien dwaalt hij af van het oorspronkelijke doel: software gebruiken die zijn business het best ondersteunt.
Alignment
Gedurende mijn carrière heb ik zelf ook veel traditionele software verkocht. Ik begrijp waarom de leveranciers deze complexe pakketten de hemel in prijzen bij hun klanten. De software is in de loop der jaren immers volgestopt met alle denkbare functionaliteit, dus kan in theorie aan iedere klant verkocht worden. Het enige nadeel? Het configureren van dergelijke software is ontzettend complex door al die mogelijkheden, die in miljoenen regels programmeercode zijn verankerd. Eén keer raden wie voor de implementatie van zo’n pakket en de vele noodzakelijke aanpassingen betaalt.
Natuurlijk is het mogelijk om als organisatie een geavanceerd erp-pakket volledig naar je hand te zetten. Maar het realiseren van business-it alignment, ofwel het optimaal modelleren van processen in de software, is helaas erg lastig, mede doordat er veel legacy in software zit. Je kunt je daarom afvragen of een dergelijke implementatie de investering wel waard is. Als alle configuraties afgerond zijn en de bedrijfsdata in het systeem zitten, is de flexibiliteit namelijk helemaal weg. Wil je daarna een proces aanpassen of een nieuwe functionaliteit toevoegen? Dan kun je wederom bij de leverancier aankloppen, en gaat de meter weer lopen.
Alternatieven
De grote vraag is nu: welke alternatieven zijn er voor bedrijven? Vaak zijn er voor bepaalde organisaties, zoals banken en grote verzekeraars, geen goede standaardoplossingen beschikbaar. Maatwerksoftware ontwikkelen is kostbaar en eigenlijk alleen toegankelijk voor grote organisaties die zich met hun software sterk willen onderscheiden in de markt.
Diverse standaardsoftwarepakketten gebruiken, bijvoorbeeld voor een specifieke branche, is een optie. Maar die vereisen uiteindelijk ook veel configuratie, en moeten bovendien met elkaar gekoppeld worden. In al deze gevallen is de klant sterk afhankelijk van de leverancier voor het werkend houden van de software en het doen van aanpassingen. En in de cloud is het al weinig beter.
Ik pleit daarom voor een nieuw paradigma: low-code modelgedreven bedrijfssoftware die de hele business ondersteunt, en waarbij alle functionaliteit die nodig is voor de bedrijfsvoering is losgekoppeld van de technologie. Een organisatie ontleent haar bestaansrecht immers aan de manier waarop zij de processen heeft ingeregeld en met data omgaat. Dit zou vastgelegd moeten worden in een virtuele blauwdruk van alle processen, applicaties en datastructuur. Zo’n functioneel model zie ik als de basis van de bedrijfssoftware van de toekomst, waarin functionaliteit centraal staat en die altijd flexibel aanpasbaar blijft. Een virtuele blauwdruk van de organisatie dus, die via generieke applicaties of het web is te ontsluiten naar gebruikers. Lichtgewicht software, zonder overbodige functionaliteit, die precies doet wat een organisatie nodig heeft. Dat is de bedrijfssoftware van de toekomst.
Wanneer ik kijk naar b.v. gemeentelijke overheden, dan valt het mij op, dat gemeenten vaak opnieuw het wiel gaan uitvinden.
Alle gemeenten doen in grote lijnen hetzelfde werk, een kleine gemeente kan best werken met hetzelfde pakket als een grote stad, anders om is moeilijk.
Naast het uitvinden van het wiel, is het misschien ook mogelijk, om in de toekomst te gaan werken als een besturingssysteem voor computers.
De naaf is hierbij het hart, de kernel van het systeem.
De spaken zijn de diverse modules die communiceren met de gebruiker en de kernel.
De velg is hetgeen de gebruiker ziet en waar deze mee werkt, een eventuele band is dan alleen om e.e.a. comfortabeler te maken.
Helaas zal dit wel een utopie zijn………..
Interessante waarneming. W.b. ‘Ik pleit daarom voor een nieuw paradigma: low-code modelgedreven bedrijfssoftware die de hele business ondersteunt, en waarbij alle functionaliteit die nodig is voor de bedrijfsvoering is losgekoppeld van de technologie.’: hoe moet ik me dat voorstellen? Is dat niet hetzelfde als eind jaren 90 al aangeboden werd m.b.v. BPM-suites waarin je o.b.v. de bedrijfsprocessen een bedrijfsmodel kon genereren door binnen een SOA architectuur de services te selecteren?
En wat is low-code? Ik ga er vanuit dat we altijd er op uit zijn om met zo min mogelijk code maximaal functionaliteit te maken.
Low-code is een brede categorie, die gekenmerkt wordt door leveranciers die software visueel modelleren en niet of nauwelijks meer programmeren. Dat is dus wat anders dan gewoon efficiënt programmeren. Het paradigma waar ik voor pleit is daarbij ook iets wezenlijk anders dan wat we in de jaren ‘90 zagen. In die tijd zag je veel code generatoren (inderdaad vaak op basis van BPM), waarbij het eindresultaat alsnog een grote inflexibele lap code was. Tegenwoordig zijn er echter low-code platformen waarbij dit niet langer het geval is, o.a. door abstracte user interfaces die run-time het technologie-onafhankelijke model interpreteren.
Herkenbare waarnemingen en helemaal eens met het voorgestelde paradigma. Met aPaaS platformen als middel en Rapid Application Development als aanpak is de ‘bedrijfssoftware van de toekomst’ binnen handbereik.