Dat servers veel energie verbruiken, behoeft geen uitleg. Hoe servers hun energievraag kunnen aanpassen aan de werkdruk, is minder bekend.
Powermanagement is een verzamelnaam van technologieën die de energievraag van een ict-apparaat beïnvloeden. De powermanagement-instelling kan zowel in de bios als in het besturingssysteem gekozen worden. Per fabrikant kunnen naamgeving en functionaliteit van een instelling verschillen. Veel gebruikte namen zijn ‘high performance’ (de meest statische instelling), ‘balanced’ (de meeste vrijheid heeft om aanpassingen te doen en ‘power save’ (meest energiezuinige instelling).
Velen kennen powermanagement van hun laptop, dezelfde techniek wordt ook al ruim twintig jaar in servers geleverd. De techniek is zeer volwassen en geldt als een erkende energiebesparende maatregel zoals beschreven in de ‘informatieplicht energiebesparing’.
De instellingen hebben de grootste invloed op de cpu (processor). Afhankelijk van de gekozen instelling zal een cpu een statische of een werkdruk afhankelijk, dynamisch, energieverbruik vertonen. Wanneer een statische instelling wordt gekozen is de klokfrequentie vast. De statische instelling laat geen hogere (turbo) frequenties toe; er is een vast verbruik ongeacht hoe druk de cpu bezet is. Met dynamische instellingen worden klokfrequenties aangepast aan de werkdruk. In het geval dat een processor langer werkloos is (idle) en de powermanagement-instelling het toestaat, is de processor in een lagere energietoestand te brengen of zelfs uit te zetten. Omdat deze toestanden alleen geactiveerd worden bij idle en schakelen tussen toestanden snel gaat is de invloed op applicatie-performance miniem.
Pilot
Ooit was ik betrokken bij de eerste LEAP-pilot, waaruit bleek dat de meest gebruikte instelling nog steeds ‘high performance’ is. Dezelfde pilot liet zien dat de instelling ‘balanced’, gemiddeld zo’n tien procent energie bespaart in vergelijking met ‘high performance’, zonder dat impact op applicatie-performance is waargenomen.
De gebalanceerde keuze brengt nog meer voordeel. Door werkloze processorkernen uit te schakelen, kunnen actieve kernen hogere frequenties gebruiken. De single thread performance kan hierdoor hoger uitvallen dan bij de ‘high performance’-instelling. De reden hiervoor ligt bij warmteproductie en koeling van de cpu.
Het loont de moeite om u te verdiepen in de powermanagement-instellingen van uw servers (en het LEAP-project). Met weinig moeite bespaart u kosten, verbetert u bovendien de performance en levert een bijdrage aan energiebesparing. Deel vervolgens ook uw ervaring en help het gebruik van deze technologie te bevorderen.
Auteur: Dirk Harryvan, technisch adviseur Certios
Eens met het verhaal alleen vrees ik dat er nog te weing aandacht is voor kennis uit DCIM tools over efficiëntie van de infrastructuur. Naast servers moeten we zeker niet de andere componenten vergeten want een rack vol spinning disks verbruikt een heleboel stroom.