Op 24 augustus 1995 bracht Microsoft Windows 95 uit. De lancering werd ondersteunt door een grootse reclamecampagne. Veel consumenten brachten de nacht door voor de computershop waar ik destijds werkte om een exemplaar van het besturingssysteem te bemachtigen. We kunnen het ons nu nauwelijks meer voorstellen; in de rij liggen voor een software-update…
Tot voor kort communiceerde de it-sector vooral de technische specificaties van hun producten: weer een iets snellere processor, een krachtigere videokaart of uitgebreider ram-geheugen. De bekende wet van Moore en dat was de hartslag van de branche. Ook de software leveranciers werkten in een dergelijk stramien. Hun ontwikkelcyclus was een jaar of drie à vier.
Zeker de laatste tijd gaat het innovatieproces sneller dan voorheen; dat zie je als je even terugkijkt. Zo is de iPad, die de tablet-revolutie veroorzaakte, pas een paar jaar op de markt. Dit device leidde tot een andere wijze van het omgaan met mobiele apparaten en veranderde tevens onze houding ten opzichte van softwaredistributie: applicaties koop je in een online store en betaal je per maand. De apparaten die je thuis gebruikt en waarmee je bekend bent wil je ook op kantoor gebruiken en waarom niet?
Te grote intervallen
Als een periode van vier jaar kan staan voor zo grote veranderingen, dan is duidelijk dat het voorspellen van de toekomst lastiger is dan ooit. Om die reden stopten grote fabrikanten met de traditionele releaseplanning van hun softwaresuites. Met ijzeren regelmaat bracht een fabrikant als Microsoft elke drie of vier jaar een major release van Office, Sharepoint, Exchange en Windows uit.
Een interval van drie jaar is echter niet meer valide. Fabrikanten denken nu in veel kortere cycli. Microsoft bijvoorbeeld hanteert negentig dagen voor hun online-wereld en kan zo aansluiting houden bij marktontwikkelingen. Dat heeft consequenties voor de partners van een leverancier. De hedendaagse partner zal dan ook continu op de hoogte moeten blijven van de laatste ontwikkelingen van hun leveranciers en niet alleen dat, ook de markttrens zijn daarbij een essentieel onderdeel. Dit maakt het verschil tussen een passende oplossing waar de opdrachtgever om heeft gevraagd of een hoogstaande, creatieve oplossing die doelmatig is ingezet met een grote verheugfactor. Natuurlijk met de juiste relevantie, want het gaat om de oplossing van het probleem. Nieuwe ontwikkelingen geven nieuwe kansen en door ze te combineren en goed in te zetten maak je als leverancier het verschil.
De juiste opleiding, het bijwonen van verschillende evenementen en het volgen van Yammer-groepen is dan ook de nieuwe wijze van ontwikkeling van een moderne partner. Interactief, dynamisch en snel, want de ontwikkelen volgen elkaar snel op.
Dit zorgt er enerzijds voor dat een klant niet verrast wordt doordat bepaalde applicaties niet meer compatibel zijn na een update, maar zorgt er ook voor dat een partner of isv geen applicaties als ‘maatwerk’ ontwikkelt die kort erna al overbodig zijn, doordat de fabrikant zélf die oplossingen al opnam in de suite.
Je zou met wat fantasie kunnen zeggen dat grote fabrikanten bij hun productontwikkeling gebruik maken van de Scrum-ontwikkelmethode, met elke negentig dagen een sprint. Als ze, zoals dat hoort bij een goede ‘scrum’, voldoende rekening houden met feedback, zal de nieuwe releasecyclus zeker toekomstbestendig zijn! Toch?
Nou, als het goed is hanteren ze een sprintlengte van 2 tot max. 4 weken, dan werkt Scrum het beste. Interne feedbackloops van 3 maanden zijn niet meer van deze tijd 😉
Maar men hanteert dan wel een release schema van iedere 3 maanden, dus per 6 a 7 sprints.