Het Rijk moet e-health stimuleren, over zoveel zijn de politieke partijen het eens. Hoe dit te realiseren, daar zwijgen ze in hun programma's over. Er zijn al bestaande VWS-potjes, maar of die ook door het nieuwe kabinet aangewend moeten worden, blijft onduidelijk.
Zo stelt het CDA dat het ‘voluit de innovatie en digitalisering in de zorg stimuleert’. Nieuwe behandelingen, videoconsulten met artsen en het gebruik van data en nieuwe technologie bieden volgens de partij veel nieuwe mogelijkheden om de zorg voor patiënten te verbeteren, het werk van professionals te ondersteunen, efficiënter te maken en kosten te besparen. Hoe de christendemocraten de innovatie en digitalisering concreet wil stimuleren, blijft echter onduidelijk. Ook Lijst Henk Krol vindt dat de overheid volop innovatietechnologie moet stimuleren in de zorg, bijvoorbeeld door de inzet van zorgrobots. Maar ook Krol is net zo weinig concreet als het CDA.
NL Beter spreekt over ‘telezorg is here to stay’ en noemt corona als voorbeeld waarbij de zorgsector erin is geslaagd om over te gaan op telewerken. In tegenstelling tot de eerdergenoemde partijen is deze partij iets concreter en geeft ze aan dat de bestaande ict-infrastructuur als basis moet gelden voor verdere digitalisering. Wie dat gaat betalen, blijft onduidelijk.
Volt roept op haar beurt op tot Europese samenwerking en benadrukt het belang van preventieve en digitale zorg. Ook de overheid is aan zet, maar gedetailleerder dan dat wordt het niet.
‘Digitale zorg is reguliere zorg’
De ChristenUnie noemt digitale zorg reguliere zorg. ‘Zolang goede zorg vooropstaat en de aandacht voor het menselijk contact niet op de achtergrond raakt, zijn wij voor meer zorg op afstand, met name in de chronische zorg (thuismonitoring). De betaling van reguliere en digitale zorg wordt meer gelijkgetrokken’, aldus de partij. Wie uiteindelijk de portemonnee trekt en of en hoe VWS bijvoorbeeld in subsidies voorziet, blijft een raadsel. Opvallend is wel dat de ChristenUnie als enige partij big data en kunstmatige intelligentie (ai) noemt waarbij algoritmen beter dan mensen in staat zijn om afwijkingen (nieuwvormingen) te detecteren. De partij is hier voorstander van, mits de privacy van patiënten niet geschonden wordt en commercieel gebruik van data wordt uitgesloten.
D66 meent dat zorgaanbieders op grote schaal moeten kiezen voor dezelfde e-healthtoepassingen en de resultaten en verbeteringen hiervan met elkaar moeten delen. De VVD is ook voorstander van ‘zorg dicht bij huis’, en waar mogelijk digitaal. Ook de liberalen spreken over het stimuleren van digitale zorg. ‘Zorgverleners kunnen, waar dit niet ten koste gaat van kwaliteit, digitale triage toepassen of zorg digitaal leveren. Hiervoor passen we de bekostiging aan, waarbij we ook digitale zorg bekostigen en de levering hiervan aantrekkelijker wordt. Dat komt de betaalbaarheid van zorg ten goede’, aldus de partij. Wat de VVD bedoelt met het ‘aanpassen van de bekostiging’, behalve dat ook digitale zorg vergoed lijkt te worden, blijft vaag.
Uit bovenstaande blijkt dat hoewel alle partijen voornemens zijn om van digitale zorg een speerpunt te maken en de overheid hierin leidend moet zijn, de concrete invulling achterblijft. Eerdere ervaringen met ‘innovatiepotjes’ van VWS zijn wisselend. Zo schreef Computable, naar aanleiding van een artikel van Follow the Money, over het feit dat Chipsoft jarenlang miljoenen aan subsidie ontving, maar daadwerkelijke innovatie achterwege bleef.
Behalve door de partijprogramma’s struinen misschien ook even door de kamerstukken heen gaan, bijvoorbeeld de eHealth-monitor zodat adviezen omgezet kunnen worden in concrete plannen. Ik wees in eerdere opinie over zelfhulp al over de problemen met het ‘ontschotten’ van patiëntgegevens want eHealth gaat over het gebruik van de informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning of verbetering van de gezondheid. En betreffende het faciliteren van veilige, gestandaardiseerde voorzieningen voor uitwisselingen van data ligt er al jaren een rol bij de overheid (Nictiz?) welke blijkbaar niet verder komt dan een zak met subsidie naar een paar marktpartijen gooien.