Future Lab: veel zorg met een zachte G

Reportage – Een tillift met wifi-connectie, een speciale sensor die astma-aanvallen monitort en een spel dat het stressniveau van de speler meet. Dat zijn voorbeelden van innovaties op het snijvlak van zorg en ict die te zien zijn in het Computable Future Lab op de Zorg & ICT-beurs in Jaarbeurs Utrecht.

Dit jaar is op de beursvloer voor het eerst een speciale plek ingericht waar startups en zorgaanbieders hun innovatieve oplossingen tonen. We namen een kijkje in dat Computable Future Lab.

Het is druk op woensdagmiddag 18 april 2018 in het Computable Future Lab op Zorg & ICT. Bij alle exposanten gaan bezoekers in gesprek met de makers en bedenkers van innovatieve ict-toepassingen voor de zorg. In vergelijking met andere ict-beurzen zijn er vanmiddag opvallend veel vrouwen aanwezig.

Hesje met astma-sensor

Het oog valt meteen op een hesje met een ingebouwde sensor. Directeur van ontwerpbureau Panton uit Deventer, Mario de Zeeuw en zijn collega, interaction designer Jochem Wilson, leggen geduldig aan bezoekers uit hoe het hesje werkt. De Zeeuw: ‘De sensor meet de activiteit van de spieren rond de longen. Door die ’s nachts te monitoren krijgen we een beeld van astma-aanvallen en allergische reacties bij een kind.’

Hij vertelt dat de sensor gekoppeld is aan een app. ‘Kinderen die klachten hebben kunnen daardoor een beter beeld krijgen van de aanvallen en door welke omstandigheden die worden uitgelokt.’ De app is speciaal gericht op kinderen; een aapje stelt hen allerlei vragen, bijvoorbeeld of een kind met katten heeft gespeeld en wanneer dat was. De Zeeuw: ‘Nu worden dat soort vragen gesteld tijdens een consult, maar dan zit er vaak veel tijd tussen de momenten waar op het kind last heeft van astmatische klachten en het bezoek aan de arts. ‘

Met de app en het hesje kunnen volgens De Zeeuw astma-aanvallen en mogelijke oorzaken nauwkeurig en laagdrempelig in kaart worden gebracht. Het hesje is nu nog bedraad, maar er wordt gewerkt aan een draadloze versie. Wilson en De Zeeuw zeggen positieve reacties te ontvangen van bezoekers van het Future Lab. Wilson: ‘Er zijn nog relatief weinig oplossingen gericht op preventie dus daardoor vallen we op.’

Tillift met wifi

Verderop in het Future Lab hangt een pop in een tillift. De ingebouwde weegschaal geeft 23 kilo aan, overduidelijk niet het gewicht dat je bij de flinke pop die in de tillift hangt verwacht. Het gaat hier natuurlijk op een proefopstelling.

Marc Hogeboom, accountmanager van Ergocare: ‘De ingebouwde weegschaal stuurt via wifi het gewicht van de cliënt door naar het cliëntendossier.’ Hogeboom laat zien dat er direct een melding is aangemaakt in het dossier van het opvallend lage gewicht van de cliënt. ‘Ondergewicht en ondervoeding is in bepaalde doelgroepen een groot probleem. Zorgverleners wegen de cliënten en schrijven het gewicht dan vaak op een briefje en dat gewicht voeren ze dan pas later in het dossier in. Als ze dat al doen, want het wordt ook vaak vergeten of het verkeerde gewicht wordt vermeld.’

Hij legt uit dat de koppeling van de tillift en het elektronisch cliëntdossier is gemaakt door ZIA, het Zorg Innovatie Artelier uit Geleen. Het gaat om een publiek-private samenwerking van startups en ouderenzorg-organisatie Vivantes dat mede is opgezet met subsidie van de provincie Limburg. 

Veel zachte G’s

Er zijn opvallende veel Limburgers in het Future Lab, bij veel stands klinkt de zachte G. Bram Smeets, medewerker van Meandergroep, zorgaanbieder in Zuid-Limburg, legt uit dat regio’s waar de vergrijzing en krimp van de bevolking toeslaan, voorop gaan in zorginnovaties. ‘In de regio’s waar de vergrijzing toeneemt en mensen wegtrekken, is de drive om te innoveren groot. We zoeken heel bewust de samenwerking op met innovatieve startups.’

Hoofd, arm, romp en been….

Op de stand van Meandergroep is Qbi te zien. Dat is een door Qineto uit Heerlen ontwikkeld spel waarbij lichaamsbeweging wordt gestimuleerd. Een 3D-camera en software volgen de bewegingen van een cliënt. Die kan door het bewegen van de romp, het hoofd, de handen, voeten of heupen een bal aansturen die op een speelveld door een hoepel moet worden gerold (zie video). Het systeem wordt bijvoorbeeld ingezet bij fysiotherapie en revalidatie. Smeets is enthousiast: ‘Ouderen zien het bezoek aan de fysio vaak als een verplichting. Door de oefeningen leuker te maken houden ze het langer vol om die oefeningen ook daadwerkelijk te blijven doen.’

Bekijk de bijgevoegde video van L1.

Aan niets denken

Verderop staat Sensiks. Het bedrijf levert de Sensory Reality Pod, een cabine waarin 3d-content is verrijkt met zintuigelijke ervaringen zoals ruiken en voelen. Er bestaan toepassingen voor de game- en entertainmentindustrie, maar de ruimte is ook in te zetten voor therapeutische sessies.

De makers hebben een nieuwe toepassing bedacht waarin de bezoeker van de cabine directe interactie heeft met zijn omgeving. Dat gaat via de Muse-hoofdband die met zeven sensoren, twee op het voorhoofd, twee achter de oren en drie referentiesensoren, de hersenactiviteit oppikt. In een spel waarbij je een 3D-bril draagt kun je verder komen in een level door aan niets te denken. ‘Door te letten op de ademhaling en te ontspannen kom je verder in het spel. Het apparaat meet naast de hersenactiviteit ook de kaakspanning, daardoor ontstaat een beeld van het stressniveau van de speler’, legt een van de mensen van Sensiks uit.