Het Gerechtshof in Den Bosch heeft het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) in hoger beroep toch in het gelijk gesteld. In augustus 2013 had de rechtbank in Den Bosch bepaald dat het ziekenhuis de samenwerking met het Portugese softwarebedrijf Alert niet eenzijdig had mogen beëindigen. Volgens het Gerechtshof was de handelswijze van JBZ wel terecht, omdat Alert niet leverde waarvoor het bedrijf was aangetrokken: een werkend elektronisch patiëntendossier (epd) en zorglogistieksysteem. Het ziekenhuis eist nu een schadevergoeding van 1,5 miljoen euro.
Het Gerechtshof in Den Bosch heeft vandaag geoordeeld dat JBZ weldegelijk het recht had het contract met Alert te ontbinden. Hoewel het Hof erkent dat het om een complexe, grootschalige zaak gaat, komt het er in de kern op neer dat er geen sprake was van in gezamenlijkheid de software te ontwikkelen. JBZ heeft er terecht op gewezen ‘dat contractueel het uitgangspunt was dat de software door Alert c.s. moest worden geleverd en geïmplementeerd’, aldus het Hof in de uitspraak.
Volgens het Hof had JBZ op 3 oktober 2011 terecht de conclusie getrokken dat de papierloze status niet vóór de in de raamovereenkomst opgenomen opleverdatum van 1 januari 2012 zou worden behaald, omdat de software door Alert niet op tijd zou worden opgeleverd. Daarom was het ziekenhuis volledig gerechtigd om op 3 oktober 2011 het contract met het bedrijf eenzijdig te ontbinden, aldus het Hof.
Schadeclaim
Bij de civiele rechter eiste JBZ nog de terugbetaling van de gemaakte investeringskosten van ruim 1,1 miljoen euro met daarnaast een schadevergoeding van acht miljoen euro. In hoger beroep neemt het ziekenhuis genoegen met 1,5 miljoen euro, gebaseerd op een aantal contractuele bepalingen, maar JBZ wijst er wel op dat het de totale schade heeft vastgesteld op 24,3 miljoen euro. Omdat Alert de opbouw van deze totale schadepost betwist, en dus ook de uiteindelijke afgeleide claim van 1,5 miljoen euro, loopt de zaak voorlopig nog wel door.
JBZ moet op 17 maart aanstaande een schriftelijk verweer indienen als reactie op de bezwaren van Alert. Dit bedrijf kan dan nog op deze akte reageren. Vervolgens doet het Hof uitspraak, al kunnen beide partijen ook nog een pleidooi aanvragen.
Eerdere uitspraak
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis en het Portugese softwarebedrijf Alert sloten in 2008 een overeenkomst voor de invoering van een elektronisch patiëntendossier en een ict-systeem voor alle zorgprocessen in het ziekenhuis. Het project liep spaak en JBZ zegde de samenwerking met Alert in oktober 2011 op. Het ziekenhuis stapte vervolgens naar de civiele rechter om de schade te verhalen op het Portugese bedrijf. Volgens JBZ voldeed de software niet aan wat het ziekenhuis wilde, haalde Alert de deadlines niet en schoot het softwarebedrijf ernstig tekort in de gemaakte afspraken.
In augustus 2013 benadrukte de rechtbank in zijn beoordeling dat JBZ en Alert gezamenlijk waren begonnen aan een complex software-ontwikkelproject. Om het epd en het zorgsysteem te realiseren moest de van oorsprong Portugese software worden aangepast aan de Nederlandse situatie. Bij de start waren beide partijen bekend met de risico’s van het ambitieuze project en de financiële en personele investeringen. Het welslagen ervan was afhankelijk van een voortdurende onderlinge afstemming, aldus de civiele rechter. Die oordeelde toen dat JBZ niet bevoegd was de overeenkomst eenzijdig te ontbinden. De stelling van het ziekenhuis dat het het vertrouwen in Alert had verloren, maakt dat juridisch gezien niet anders, luidde het oordeel.
Gevoelige tik
Dat het Hof deze uitspraak nu in hoger beroep heeft verworpen, is slecht nieuws voor Alert. Naast JBZ loopt er bijvoorbeeld nog een appèl van het Twee Steden Ziekenhuis dat net als JBZ door de civiele rechter in het ongelijk werd gesteld over het eenzijdig ontbinden van het contract.
Naast JBZ en het Twee Steden Ziekenhuis waren er nog drie andere zorginstellingen betrokken bij het aantrekken van het Portugese softwarebedrijf voor nieuw te ontwikkelen zorgsystemen: de ziekenhuizen Atrium MC uit Heerlen en Bernhoven uit Oss en Veghel en de apothekerscoöperatie Zanob. Ook die partijen eisen schadeloosstelling, maar niet duidelijk is of ze daar ook voor naar de rechter zijn gestapt.
Nog meer rechtszaken
Alert op zijn beurt stapte ook naar de rechter en eist financiële genoegdoening van zijn opdrachtgevers van in totaal zeventig miljoen euro wegens contractbreuk en reputatieschade. De rechtbank Oost-Brabant organiseerde in dit kader de afgelopen weken een zogeheten comparitie (‘het houden van een bijeenkomst) in vijf zittingsdagen om inlichtingen over de zaak te vragen en te onderzoeken of partijen het toch op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
De laatste zittingsdag, tussen Alert en JBZ, stond voor morgen op het programma maar is met het oog op de uitspraak van vandaag al eerder uitgesteld naar 13 maart aanstaande. Die kan namelijk van belang zijn voor de zaak die Alert heeft aangespannen.