De Europese Commissie geeft groen licht voor de overname van EMC door Dell. Volgens de mededingingsautoriteiten blijft er ook na de miljardendeal voldoende concurrentie voor andere leveranciers en nieuwkomers op de markt.
Brussel onderzocht specifiek de gevolgen van de overname voor de markt voor opslagsystemen en virtualisatiesoftware. Daarbij keek het onder andere naar de positie van virtualisatiesoftwareleverancier VMware, dat onderdeel is van EMC.
De Europese Commissie stelt in een toelichting dat er ook na de overname voldoende ruimte is voor concurrentie met leveranciers van externe opslagsystemen zoals Hitachi, HP, IBM, NetApp en nieuwkomers.
Ook de gevolgen van de overname voor de concurrentiepositie van virtualisatiesoftwarespecialist VMware werden onderzocht. De Commissie: ‘Vmware-producten hebben in toenemende mate te maken met concurrentie van software van zoals Citrix, Microsoft en Red Hat en nieuwe initiatieven. Klanten maken vaak gebruik van meerdere leveranciers.’
VMware
Brussel weegt ook mee dat de bedrijfsstrategie van VMware hardware- en software-onafhankelijk is. De commissie onderzocht ook of de organisatie die na de overname zal ontstaan bepaalde concurrenten toegang zou weigeren tot hyper-converged infrastructuren. Volgens de mededingingsonderzoekers zijn er geen verdenkingen dat daar sprake van is doordat hardwarepartners vrij zijn om te kiezen voor een andere virtualisatie-leverancier dan VMware.
De Europese Commissie heeft in het onderzoek naar de gevolgen van de overname voor de concurrentiepositie nauw samengewerkt met de Federal Trade Commission van de Verenigde Staten. 12 oktober 2015 legde Dell een bod neer van 67 miljard dollar voor de overname van EMC.