Door falend personeelsbeleid heeft de FBI onvoldoende specialistische kennis van ict en cybercrime in huis. Het Amerikaanse opsporingsbureau voor de aanpak van federale misdaden leidt ‘alleskunners’ op, maar vergeet dat in de huidige aanpak van criminaliteit specialistische ict-kennis van levensbelang is. Dat stelt Propublica, een Amerikaans collectief voor onderzoeksjournalistiek.
In een artikel in de New York Times schrijven ze dat de FBI hopeloos achterloopt in de aanpak van ransomware en cybercrime. Dat komt doordat het bureau zich heeft ‘vastgeklampt’ aan een opzet waarbij alle agenten, ook degenen die computercriminaliteit onderzoeken, overal inzetbaar moeten zijn voor elke vorm van het opsporingswerk.
‘Inmiddels hebben andere wetshandhavingsinstanties specialistische computerwetenschappers aangenomen, maar de FBI probeert nog steeds om agenten zonder computerachtergrond te veranderen in digitale specialisten.’
Propublica stelt dat het soms best mogelijk is om van een agent met kennis van bijvoorbeeld boekhoudfraude een goede onderzoeker naar bendegeweld te maken. ‘Maar het is een stuk moeilijker om van diezelfde agent een computerwetenschapper met specialistische kennis van cybercrime te maken.’
Talent aantrekken lukt niet
Ook heeft de FBI volgens de onderzoeksjournalisten moeite om ict-talent aan te trekken. Afgestudeerden van ict-opleidingen willen wel digitaal opsporingswerk doen, maar niet op pad willen met een pistool op zak. Ook zien ze het niet zitten om constant voor hun werk te moeten verhuizen. Ze willen liever vanaf een centrale plek onderzoek doen, mogelijkheden die de FBI nauwelijks zou bieden.
Volgens de onderzoekers moet het personeelsbeleid flink op de schop om talentvolle ict’ers met kennis van cybercrime aan te trekken.
Anders dan de CIA (Central Intelligence Agency), dat meestal buiten de Verenigde Staten werkt, werkt de FBI (Federal Bureau of Investigation) overwegend binnen de VS om inlichtingen te verzamelen en federale misdaden aan te pakken.
Het overnemen van krantenartikelen zonder enige redactionele duiding geeft wel aan dat de waarde in nieuwsgaring steeds vaker van het collectief moet komen. Tenslotte is het de vraag voor de lezer of het relevant is voor Europa wat er in de V.S. gebeurt want wat betreft ‘vastgeklampt’ hebben we het over ingesleten gewoonten zoals de opsporingsbevoegdheid. Witwassen, terrorismefinanciering en de belastingontduiking worden tenslotte gefaciliteerd door een verdergaande digitalisering welke niet stopt bij staats- of landsgrenzen. De trend waarop onze overheid controle probeert te verkrijgen aangaande opsporingsbevoegdheid vraagt daarom in eerste instantie om ‘watchmen’ met integriteit.
Ik lees bij de onderzoekscollectieven zoals ICIJ en Propublica namelijk ook complottheorieën over bestuurders die zich in het schemergebied van de publieke zaak en de criminaliteit bevinden want de hippies uit de jaren 60 zijn de kapitalisten van vandaag. Money talks zal het “Ask not what your country can do for you – ask what you can do for your country” opgepoetst moeten worden als de individuele waarden van een generatie boven de collectieve waarden gaan.
Falende hr-beleid kon wel eens de juiste conclusie zijn. De FBI moet ICT-ers uit dezelfde vijver halen als instanties als de CIA, Drug Enforcement Administration en de National Security Agency. Misdaden waarmee de FBI zich bezig houdt, zijn vaak zeer gewelddadig of gekoppeld aan geweld. De VS is een narcostaat net als Nederland, kent zeer grote gevangenissen waar vanuit narcobendes worden aangestuurd, mensen in de VS zijn vaak radicaal en of verslaafd, de helft van de huishoudens heeft één of meerdere vuurwapens in huis. Ouderwets FBI veldwerk, waar je voor alle zekerheid een vuurwapen bij je dient te hebben, moet je ook fysiek en mentaal aankunnen. Doorsnede ICT-ers kan je inzetten voor de bestrijding van computercriminaliteit en ondersteuning van het politieveldwerk. Een pistool in de toolkit. is niet voor iedereen geschikt ✓. Dus probeer als handhaving- en opsporingsdienst, ICT en (potentieel) geweld zo veel mogelijk van elkaar te scheiden.