Webhosters worden verplicht om beelden van kinderporno binnen 24 uur van hun servers te verwijderen. Een onafhankelijke autoriteit moet hier op toezien en kan nalatige bedrijven een dwangsom of een boete opleggen. Dat laat minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid weten in een nieuw wetsvoorstel dat vandaag in consultatie is gegaan.
Sinds 2018 werkt minister Grapperhaus samen met de ict-sector om seksueel kindermisbruik op internet te bestrijden. De TU Delft beschikt over een monitor die toont waar en hoeveel kinderporno op een server van een bedrijf staat. Webhosters waarbij kinderpornografisch beeldmateriaal op hun servers is aangetroffen, ontvangen vervolgens een melding van het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM).
Grapperhaus maakte afgelopen zomer bekend dat hij werkt aan bestuursrechtelijke handhaving voor deze afgesproken norm. Vandaag introduceert hij een wetsvoorstel, dat in consultatie is tot 13 april. De minister maakt ook plaats voor een nieuwe autoriteit, Autoriteit Aanpak Online Kinderpornografisch Materiaal geheten. Deze onafhankelijke partij heeft de taak webhosters de beelden binnen 24 uur te laten verwijderen. Wanneer deze tijdsnorm niet wordt gehaald, riskeren de nalatige bedrijven een dwangsom. Ook kan de autoriteit een boete van maximaal vier procent van de bedrijfsomzet opleggen.
‘De onafhankelijke autoriteit is nodig om ervoor te zorgen dat ook de nalatige hostingbedrijven in actie komen en hun servers opschonen van online beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik’, aldus Grapperhaus. ‘Daarbij kan deze toekomstige toezichthouder ook de Nederlandse hostingbedrijven verplichten om naar vermogen preventieve maatregelen te nemen tegen het verspreiden van nieuw kinderpornografisch materiaal dat binnenkomt op hun servers.’