Ronald Plasterk, demissionair minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), laat onder druk van de Tweede Kamer toch een feitenrelaas opstellen over de periode van 2009 tot het besluit om de operatie Basisregistratie Personen (oBRP) afgelopen juli te beëindigen. In eerste instantie vond de minister dit niet nodig: het overzicht van rapporten, adviezen en Kamerbrieven van de afgelopen jaren volstond in zijn ogen.
Naar aanleiding van een schriftelijke vragenronde van de vaste commissie voor BZK, waarbij onder meer alsnog om een feitenrelaas wordt gevraagd, zegt Plasterk dit nu toe in een brief aan de Tweede Kamer. Opvallend is wel dat hij dit de commissie laat doen die eerder de opdracht kreeg om te onderzoeken of de bestaande centrale voorziening GBA-Verstrekkingen een basis kan vormen voor een toekomstige modernisering van de gemeentelijke basisadministratie. De bewindsman kondigde deze onafhankelijke commissie al afgelopen juli aan, nadat hij de stekker uit de honderd miljoen euro opgestookte oBRP had getrokken, maar de leden ervan zijn nog steeds niet bekend.
Plasterk hoopt binnen enkele weken de samenstelling van de commissie af te ronden. De leden ervan zullen geen binding hebben met de oBRP, stelt de bewindsman. Die commissie, die nu dus ook onderzoek moet gaan doen naar de historie van het programma, krijgt het overigens nog drukker want zij moet ook in het kader van het feitenrelaas onderzoek doen naar de redenen waarom de adviesbureaus KPMG net als Gartner in hun rapporten niet hebben aangegeven dat de BRP geen kans van slagen zou hebben.
Verder valt in de brief op dat de bewindsman, ondanks een verzoek daartoe, de eerdere versies van de broncode niet vrij wil geven, vanwege ‘veiligheidsoverwegingen en juridische belemmeringen’. Eerder had Plasterk beloofd alsnog de ontwikkelde programmatuur en broncode vrij te geven, zij het alleen de ‘actuele versies’.
Algemeen Overleg
In zijn Kamerbrief gaat Plasterk in op de 110 kritische vragen die de vaste commissie voor BZK heeft gesteld. Opvallend is de omtrekkende bewegingen die de vertrekkende bewindsman maakt in zijn antwoorden op de soms pittige vragen van de Kamerleden. Zo geeft de brief geen antwoord op de vraag of de minister de Kamer niet verkeerd heeft geïnformeerd met betrekking tot de softwaregeneratoren. Het Bureau ICT Toetsing (BIT) concludeert dat deze nooit hebben gewerkt, terwijl de minister aan de Tweede Kamer meldt dat deze succesvol waren toegepast en conform plan (straks aantoonbaar onwaar) waren verwijderd.
De vaste commissie voor BZK wil dat met het spervuur aan vragen demissionair minister Plasterk verantwoording aflegt over de ict-faal van het BRP-project dat zo’n honderd miljoen euro kost. Morgen, 11 oktober, vindt er in het Algemeen Overleg over de oBRP een debat plaats in de Tweede Kamer. Dan zal blijken of de Kamerleden genoegen nemen met de antwoorden van de vertrekkende minister.
Open brief aan R. Plasterk
Het feiten relaas op zich zal een politiek/ambtelijk kurkepropper worden waarbij de steekvesten door iedere betrokkene zal worden aangetrokken.
Commercie
Klaarblijkelijk is het de commercie wederom, whats new, weer niet gelukt de klant goed en helder uit te leggen wat digitala automatisering is, welke regels, do’s en don’ts er bij gepaard gaan, op welke wijze je met die materie dient om te gaan. Immers, er zijn vijf dodelijke factoren die telkens weer, individueel of gecombineerd, ten grondslag liggen aan falen binnen IT trajecten en bij de overheid scoren ze op alle vijf. Hoe voorspelbaar.
Politiek/ambtelijk
De politiek, zeker ook de ambenarij, laat weer de zoveelste IT onvermogen zien en wat er gebeurd wanneer je impotentie, incompetentie en zekere onbenul toe staat als commerciele partij dat je processen en plannen mogen worden doorkruist door een niet aflatende stroom aan wijzigingen van de zijde van de klant, en de impact die dat heeft op je processen. Uiteraard is dan het moment gekomen je klant uiterst ter wille te zijn, de schrijfvork te pakken en zonder gene de belastingbetaler, eveneens volkomen voorspelbaar, het nodige schaamteloos ‘uit den naad’ te trekken.
Commercie en politiek
Digitaal automatiseren, om het even of je dit met IT of proces doet, is niet commercieel, is niet politiek. Dus wil je een antwoord hebben op waarom het weer zo heeft gefaald, jazeker, zelfs post ‘Ton Elias/BIT’ tijdperk, dan heb je hier je antwoord.
Feitenrelaas
Het feitenrelaas zal helaas niet gaan over wat er gebeurd als je als IT leverancier toe staat dat je klant de lead neemt in wijzigingen of op zijn minst, dat de leverancier nog nooit, klaarblijkelijk, van decent project management of iets triviaals als Change Management? Immers, een bouwsel kan alleen instorten als het fundament niet goed is gelegd ergo, als je durft te accepteren dan 1 + 3 plots 5 word dat terwijl je weet dat dat feitelijk gewoon niet kan.
Lessen te leren voor de toekomst
Als er hier 1 grote les, eindelijk door politiek, overheid en ambtenaar kan worden getrokken uit dit debakel? Dan is het eenvoudig er zorg voor te dragen dat je onafhankelijke expertise van digitaal automatiseren aan tafel moet hebben en er zorg voor draagt dat proces goeroetjes van die overheid, het veld ruimen. Het tweede is dat, en wellicht een beetje storend voor hen die mij al vaker hebben belezen, digitaal automatiseren is exact. Dat dient elke stap en plan en proces dan ook te zijn. Wanneer dit niet zo is…..?
oBRP
Got it mijn beste mijnheer Plasterk of is dit u niet ambtelijk of politiek correct genoeg? Ongeacht uw kwalificatie en mening, u bent verantwoordelijke voor een miljoenenfalen, op kosten van de burger. Zo eenvoudig liggen de feiten. Het zoveelste miljoenenfalen dat zeer eenvoudig voorkomen kon worden.
René C.
Hoezeer de overheid als gereputeerd gemankeerde opdrachtgever ook in dit geval voorspelbaar veel te verwijten valt, geldt dat laatste evenzeer voorspelbaar voor de opdrachtgever. En dat gaat het, anders dan Rene Civile hiervoor suggereert, zeker niet over “impotentie, incompetentie en zekere onbenul” maar over onverantwoord winstbejag. Uit hun krachten gegroeide projecten als oBRP zijn en blijven nu eenmaal een aanlokkelijke verdienmodel. Of om nog maar eens te herhalen wat ik daar tegenover de commissie Elias over zei: niet alle IT-projecten zijn ook mislukte projecten voor het IT-bedrijfsleven. Overigens kan ik me iets voorstellen bij juridische belemmeringen om broncodes vrij te geven maar neemt dat voorstellingsvermogen snel af als ik lees dat minister Platsterk wel bereid is om de actuele versies van de ontwikkelde programmatuur en broncode vrij te geven. Een interessante zaak al met al voor een nog te benoemen onafhankelijke onderzoekscommissie.
@Ruud Leether
Als er iets is geweest wat Ton Elias & cie niet inzichtelijk heeft gemaakt dan is het het gegeven dat IT falen kan worden gedefinieerd, net als gewoon in het bedrijfsleven. Niet op tijd, niet conform specs, niet binnen budget. Dus beetje onzin om het hier nog over te moeten hebben. Er zijn vijf dodelijke faktoren die onafhankelijk of gemeenschappelijk stelselmatig een rol spelen in falende projecten. Niets meer, niets minder. Dat een commerciele toeleverancier stelt dat een ‘onafgemaakt’ project, door dat bijvoorbeeld zoals hier, de stekker eruit word getrokken, geen falen zou zijn, is dan vokomen ridicuul. Want als je je als IT diensten leverancier niet hoeft te committeren aan deadlines, stelselmatig zaken domweg niet opleverd, zaken niet binnen gestelde termijn naar spec en meest basale IT discipline norm weet op te leveren, is gewoon falen. Dat je daarnaast vet uit de belastingruif eet zonder jezelf juridisch ernstig zorgen te maken, is weer een heel ander verhaal. Overigens voor de goede orde; 5 IT no-no’s die anderhalf jaar en miljoenen nodig hebben om te vervatten wat er allemaal mis gaat en komt met iets genaamd bit, kon voor een ton door vier It professionals worden neergepend met als aanbeveling iets standaard. Change en release management en accountancy koppelen.
Het benoemen van een onafhankelijke onderzoeks commissie zal hoogstens procedurele zaken bekijken en zal inhoudellijk door de digitale bomen de bossen niet eens kunnen zien. Ergo: waardeloze stap.
Ik zou zeggen, lees mijn eerste reactie nog eens helder over en wie weet gaat je iets dagen. In het bedrijfsleven wordt je voor minder aan de kant gezet.
Vooropgesteld dat ook het bedrijfsleven in de rol van IT-opdrachtgever regelmatig de mist in gaat kan de overheid om uiteenlopende redenen niet zonder meer met IT-opdrachtgevers uit het bedrijfsleven worden gelijk gesteld. Ook de commissie Elias heeft op dat bijzondere aspect en daarmee verbonden risicofactoren gewezen. Dat neemt niet weg dat ik er een verklaard voorstander van ben om slechte opdrachtnemers waar nodig ook met juridische middelen aan te pakken. Daarvoor is echter tenminste een zorgvuldige interne vastlegging van werkprocessen nodig alsmede de bereidheid van het verantwoordelijke management om het juridisch momentum daadwerkelijk te gebruiken en juist daaraan ontbreekt het bij de overheid met grote regelmaat. Zolang dat echter niet anders wordt zullen we nog heel lang en vruchteloos kunnen voortdiscussieren over elkaar opvolgende mislukte IT-projecten. Overigens kan ik u uit ervaring verzekeren dat een (werkelijk !) onafhankelijke en adequaat bemenste onderzoekscommissie wel degelijk bruikbare informatie kan opleveren voor een eventueel juridisch vervolgtraject.
Mijn respect voor zowel Civile als Leether staat als een paal boven waer.
Dat externe bedrijven aan een project willen verdienen zou geen verwondering moeten wekken.
Een ‘Goed Opdrachtgever’ beseft dat en anticipeert daarop bij de contract- en projectvorming.
Dat dit hier te wensen over laat blijkt reeds uit de aarzelende reactie van de minister over het terughalen van geld.
Dit aangezien vele de externen op uurbasis i.p.v. deliverable zijn ingehuurd. Een ‘inspanningsverplichting’ i.p.v. een ‘resultaatsverplichting’ dus. Ook al een project-No-No.
Dat is een opdrachtgeverskeuze.
‘Goed Opdrachtgeverschap’ veronderstelt ook ‘Goed Opdrachtnemerschap’.
Een interessant, zo niet essentieel, onderdeel is derhalve ook in hoeverre de externe partijen de Opdrachtgever gedurende het project tijdig en voldoende hebben gewezen op projectrisico’s en -issues. En in hoeverre er vanuit de projectleiding en Opdrachtgever hierop tijdig en voldoende is geacteerd. Elementair projectcontrol, waarbij ik Gateway Reviews niet eens wil noemen.
Toestaan door de Opdrachtgever dat een deugdelijk projectproces niet wordt gevolgd door de Opdrachtnemers is de Opdrachtgever aan te rekenen. Toestaan door de Opdrachtnemer dat een deugdelijk projectproces niet wordt gevolgd door de Opdrachtgever is de Opdrachtnemer aan te rekenen.
Dat een dergelijke projectgovernance niet vertaald wordt naar contractgovernance is bewijs dat ook andere betrokken ambtelijke bedrijfsprocessen iets uit te leggen hebben. Zo ook de Opdrachtgever én de ambtelijk en politiek verantwoordelijken daarboven.
En opnieuw : óók de Opdrachtnemer. Een Goed Opdrachtnemer zorgt ervoor dat een faalproject maar één kant heeft.
Een oordeel over deze aspecten door de in te stellen commissie dient niet alleen uitgebreid onderdeel uit te maken van het eindrapport, maar ook consequenties te hebben voor de evt. toekomstige betrokkenheid van deze externe partijen bij overheidsprojecten. Ook al geen nieuwe suggestie.
Bij de opdrachtformulering aan de nog in te stellen commissie zou bvoendien als harde eis gesteld dienen te worden dat er t.a.v. oBPR een grondige evaluatie plaats vindt in relatie tot de constateringen van de Cie. Elias. Met bijpassende conclusies en aanbevelingen.
Anders schiet het nóóit op.