Het kabinet hakt nog voor eind december 2014 de knoop door over de invoering van een standaard voor toegang tot online dienstverlening. Ook de bekostiging moet dan zijn geregeld. Het eID-stelsel (elektronische identificatie) moet het mogelijk maken dat burgers, consumenten en ondernemers beter online zaken kunnen doen met de overheid.
Bekeken wordt of één of meer bestaande identiteitsdocumenten kunnen fungeren als inlogmiddelen. Het rijbewijs en de Nederlandse identiteitskaart (NIK) komen daarvoor in aanmerking. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt momenteel samen met het bedrijfsleven aan een mogelijke standaard.
Elektronische identificatie op basis van een standaard is niet alleen gemakkelijker maar ook veiliger. Minister Plasterk wil er wel zeker van zijn dat private partijen zich hieraan committeren. Eerder werd gedacht aan een DigiD-kaart als publiek identificatiemiddel, maar dit bleek uiteindelijk te duur en te veel tijd in beslag nemen.
Open data
Het kabinet werkt verder aan vermindering van de administratieve lastendruk en de regeldruk. De doelstelling is deze voor burgers en bedrijven tot 2017 te verminderen met 2,5 miljard euro. De open data-praktijk krijgt een impuls, onder meer via het nieuwe Leer- en expertisecentrum Open Overheid. Volgend jaar wil het ministerie nog meer het accent leggen op de economische en maatschappelijke meerwaarde van open data. Ook andere overheden, uitvoeringsinstanties en maatschappelijke organisaties worden hierbij betrokken. Nederland heeft zich ook aangesloten bij het Open Government Partnership.
Veel aandacht is er in de begrotingen van Binnenlandse Zaken en Justitie voor cyberveiligheid, maar concrete maatregelen worden nauwelijks aangekondigd. Gewezen wordt op het feit dat Nederland een belangrijk digitaal knooppunt (Ams-IX) voor Europa is. Plasterk noemt Nederland niet alleen een aantrekkelijk doelwit maar ook een belangrijke doorvoerhaven voor digitale aanvallen elders.
Bestrijding cybercriminaliteit
Nederland wil ook een voortrekkersrol blijven spelen bij de ontwikkeling van een Europese aanpak voor de bestrijding van cybercriminaliteit. Tijdens het EU-voorzitterschap dat Nederland van 1 januari tot 30 juni 2016 gaat bekleden, moeten die ambities gestalte krijgen. Plasterk streeft naar de realisatie van een Europese cyberstrategie en de implementatie van de Europese netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn.
In 2015 zet Plasterk de wat hij noemt ’harde aanpak van cybercrime’ onverminderd voort. Voor dat jaar wordt voorzien in tweehonderd onderzoeken, waaronder een aantal complexe zaken zoals de hack van een grote instelling. In 2018 moet het aantal onderzoeken zijn opgelopen tot 360. De samenwerking met de bankensector moet intensiever worden. De Wet Computercriminaliteit III voorziet in uitbreiding van de opsporingsbevoegdheden. Het Openbaar Ministerie en de politie bereiden zich volgend jaar voor op de inwerkingtreding van deze wet.
Gezien de reputatie van de overheid en ICT kun je bij voorbaat al sceptisch zijn over of de uitvoering zal slagen. Maar daarnaast zijn er belangrijke zaken om je bewust van te zijn.
In hoeverre is een toekomstig eID werkelijk veilig? Van security by design heeft waarschijnlijk nog niemand binnen de overheid gehoord en als ze het prijskaartje wat daar aan hangt zien dan zal het gauw weer worden vergeten. De ontwikkelingen in de ICT gaan heel snel en als je daartegen een groot en log apparaat een technische oplossing laat verzinnen die bij voorbaat al achter de feiten aan loopt ga je dan al mank.
En ook dat een mogelijke invoering een eerste stap zal zijn voor veel meer zaken die hierdoor mogelijk worden. Oftewel het potentieel voor een function creep is zo groot dat je het als een gegeven mag beschouwen.
Omdat de overheid deze oplossing kan aandragen en daadwerkelijk voor met name overheidssites kan verplichten ontstaat er ook druk om het te moeten gaan gebruiken ook al heb je daar je gegronde bezwaren voor. Oftewel geen toeslagen, uitkeringen of aanvragen voor vergunningen zonder een eID. En als u toch naar een loket wilt mag ik donderdagmiddag tussen twee en drie uur achter in de rij gaan staan bij de mensen die geen computer hebben.