De rechtbank in Utrecht behandelt vanmiddag, dinsdag 25 januari 2011, het beroep dat Computable heeft aangespannen in het kader van de WOB-zaak tegen het ministerie van Defensie. Het ministerie wil niet vrijgeven hoe hoog het schikkingsbedrag is geweest dat begin 2008 is betaald aan softwarebedrijf Baan (tegenwoordig Infor). Baan had een bodemprocedure aangespannen tegen Defensie na een in de ogen van het bedrijf onterecht verloren aanbesteding voor erp-software (het Speer-project).
Medio juli 2008 startte Computable een procedure in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) om het schikkingsbedrag boven tafel te krijgen. Defensie wilde dit niet vrijgeven omdat het om commercieel vertrouwelijke informatie zou gaan.
Het ministerie verwierp in augustus 2008 het verzoek tot openbaarmaking. Het daarna ingediende bezwaarschrift werd na een hoorzitting op 19 mei 2009 afgewezen. Op 29 juni 2009 maakte Computable vervolgens bij de rechtbank in Utrecht bezwaar tegen deze beslissing. Anderhalf jaar later volgt de behandeling.
Niet vertrouwelijk
In het beroep voert Computable aan dat een schikkingsbedrag niet valt onder vertrouwelijke bedrijfs- of fabricagegegevens. Verder vindt Computable het argument van het ministerie dat het wordt geschaad bij het vrijgeven van het schikkingsbedrag vanwege precedentwerking, de omgekeerde wereld.
Het is juist het niet goed doorlopen aanbestedingsproces dat het belang van de Staat schaadt. Anders zou het conflict met Baan namelijk niet zijn afgekocht. De overheid moet dus zijn zaken op aanbestedingsgebied beter op orde hebben en zorgen dat de procedures juist worden gevolgd en er sluitende contracten worden overeengekomen, is het tegenargument van Computable.
Publiek belang
Daarnaast weegt volgens Computable het publiek belang in deze zaak zwaarder dan het staatsbelang. De overheid geeft jaarlijks miljarden euro uit aan ict, waarbij het aantal projecten dat bij de overheid succesvol wordt afgerond echter bedroevend laag is. Het Rijk is daarop veel strakker gaan sturen op ict-projecten waarbij transparantie over de gemaakte kosten hoog in het vaandel staat.
Een van de projecten, waarvan halfjaarlijkse voortgangsrapportages moeten verschijnen, is het Defensie-project Speer. In dit kader acht Computable het vreemd dat niet bekend mag worden hoeveel geld aan Baan is betaald. De maatschappij heeft er recht op te weten hoe het belastinggeld wordt besteed, zeker gezien het publieke debat dat het laatste jaar wordt gevoerd over het nut en de bekostiging van ict-projecten.
Tegenvallers
Bovendien zijn het aanbestedingsproces, de rechtszaak en de voortgang van Speer veelvuldig in de media aan de orde gesteld. De kosten van dit 'hoofdpijn'-dossier zijn inmiddels de pan uitgerezen. Waar in 2004 nog gemikt werd op 165 miljoen euro (licenties plus implementatie plus systeemintegratie), is inmiddels 268 miljoen euro is begroot.
Naar verwachting is de komende jaren nog meer geld nodig om onvoorziene tegenvallers op te vangen. In dit licht bezien is het voor de maatschappij van belang om te weten wat dit project exact gaat kosten, en daar hoort ook het schikkingsbedrag van Baan bij, aldus Computable.
Defensie versus Baan
In mei 2000 startte het ministerie een aanbesteding voor de levering van materieel-logistieke programmatuur (zogeheten software voor enterprise resource planning) en het onderhoud daarop. Dit project is bekend geworden onder de naam Speer (Strategic process and enabled reengineering). Op 4 maart 2004 maakte het ministerie van Defensie bekend dat de keuze op softwareleverancier SAP was gevallen.
De andere aanbieder – Baan Company – was het niet eens met deze uitslag, met name omdat het bedrijf vond dat het ministerie ten onrechte ook financiële functionaliteit had laten meewegen in het eindoordeel (een specialisme van concurrent SAP). Dit, terwijl Baan het economisch meest voordelige aanbod had gedaan. De aanschafkosten van de licenties van verliezer Baan zouden zeven/acht miljoen euro bedragen, tegenover twintig miljoen euro voor SAP.
Volgens Baan handelde het ministerie in strijd met het Europese aanbestedingsrecht en trok het concurrent SAP voor. Het bedrijf vorderde in 2004 in een kort geding een verbod op de opdracht van het ministerie aan SAP. De Haagse voorzieningenrechter wees dit af. Het softwareconcern (inmiddels in handen van SSA Global dat later werd overgenomen door Infor) besloot in hoger beroep te gaan en stapte ook naar het Europese hof om een klacht in te dienen over de gevolgde aanbestedingsprocedure.
Baan vond dat bij de aanbesteding verwachtingen zijn gewekt die ten onrechte niet door het ministerie zijn waargemaakt. Het ministerie heeft vervolgens besloten de zaak eind 2007 minnelijk te schikken. Op een zitting van de rechtbank in Den Haag op 9 januari 2008 is vervolgens een einde gekomen aan het geschil.