Het Waterschapshuis gaat in afgeslankte vorm door en zal uit twee onderdelen bestaan: één voor de collectieve taken en één voor de facultatieve projecten. Deze laatste tak ondersteunt waterschappen die individueel of op regionale schaal een project willen starten. Dit is tijdens de algemene bestuursvergadering op 11 november van Het Waterschapshuis (HWH) besloten. Het enige waterschap dat uit het ict-samenwerkingsverband is gestapt, is Hunze en Aa's.
De twee onderdelen worden streng van elkaar gescheiden. De gedachte erachter is dat de waterschappen die vinden dat Het Waterschapshuis een sterke collectieve rol moet spelen, hiermee worden bediend, evenals de waterschappen die meer de behoefte hebben aan een individuele aanpak of regionale ict-samenwerking. In de komende maanden wordt de nieuwe, uitgedunde organisatie verder uitgewerkt. In april 2014 staat een nieuwe vergadering op de agenda, tenzij er tussentijds een extra vergadering over HWH 2.0 wordt belegd.
Scheiding
In de aanloop naar deze vergadering – waar alle vijfentwintig waterschappen vertegenwoordigd waren – was aanzwellende kritiek te horen op het Dagelijks Bestuur en de Stuurgroep HWH 2.0. Zij wilden het Gartner-scenario volgen waarbij Het Waterschapshuis een facilitair ict-bureau zou worden met een regierol voor de ondersteuning van een aantal collectieve zaken, zoals standaarden en de inkoop van ict-licenties, en advisering. De meeste facultatieve programmataken die Het Waterschapshuis nu nog uitvoert zouden in dit plan afgestoten en verdeeld worden over individuele waterschappen, een marktpartij, de Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat.
Een aantal waterschappen vond de scheiding tussen en de controle op collectieve en facultatieve taken te vaag uitgewerkt. Met het oog op de mislukte bouw van het gezamenlijke belastingsysteem Tax-i wilden waterschappen niet opnieuw opdraaien voor onverwachte ict-kosten. Ook eisten zij dat er bij het bepalen van de toekomstige rol van HWH 2.0 beter naar alternatieven, zoals regionale ict-samenwerkingen, zou worden gekeken. Op de algemene bestuursvergadering is naar deze kritiek geluisterd, wat tot het besluit heeft geleid om de facultatieve taken ook binnen Het Waterschapshuis onder te brengen.
Governance
Het Waterschapshuis laat weten dat er extra aandacht wordt gegeven aan de financiële en juridische aspecten van de nieuwe samenwerking om de risico’s af te dekken. De scheiding tussen collectieve en facultatieve taken wordt ook zichtbaar gemaakt binnen de begroting van de gemeenschappelijke regeling, de huidige rechtsvorm (in plaats van de vroegere stichtingsvorm). Tegelijkertijd kunnen de waterschappen wel gebruik blijven maken van de kennis en expertise van Het Waterschapshuis.
Verder wordt er gekeken naar de governance en het streven naar een slanke regieorganisatie. In eerdere plannen werd al gemeld dat van de 51 voltijds arbeidsplaatsen er na de transitie in 2015 nog negentien overblijven. Ook zou het budget fors dalen van 20,9 miljoen naar zo’n elf miljoen euro. Deze zware reorganisatie, die ook een last van naar schatting 3,4 miljoen euro aan afvloeiingskosten met zich brengt, met daarbij de vraag hoe er voldoende expertise in huis gehouden kan worden, moet dus nog verder worden uitgewerkt.
Uittreding
Tijdens de bestuursvergadering stond de positie van secretaris-directeur Joris van Enst en andere managementleden van Het Waterschapshuis niet ter discussie. Een aantal waterschappen vroeg zich eerder af of het management na het Tax-i-debacle wel kon aanblijven. Ook vinden sommige het niet handig dat dezelfde directie die het ict-samenwerkingsverband fors heeft uitgebouwd nu ook de gedeeltelijke ‘sloop’ mag uitvoeren.
Uiteindelijk stemden alle waterschappen op de bestuursvergadering in met het plan voor HWH 2.0, behalve Waterschap Hunze en Aa’s. Die blijft bij zijn standpunt om uit het Waterschapshuis te treden. Er zal nog overleg plaatsvonden tussen de besturen onderling over de gevolgen van deze uittreding.
Het lijkt mij dat er redelijk wat geld wordt weggegooid bij de Waterschappen. Dat is ook te gemakkelijk als men zelf Belastingen kan innen. Mijn suggestie zou zijn om de Belastingen door de Rijksoverheid te laten innen, en de Waterschappen een beperkt budget te geven voor ICT gerelateerde zaken. Samengaan met Rijkswaterstaat ligt nog meer voor de hand; er moet genoeg overlap in het water domein te behalen zijn. Op die manier wordt centrale governance in elk geval beter ingevuld dan nu.