Softwarespecialist Connectis, Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) en de TU Delft gaan alle basisschoolkinderen in Rotterdam leren programmeren in de opensourceprogrammeertaal Scratch, afkomstig van MIT. Connectis betaalt de TU-studenten, terwijl SIDN de laptops voor de lessen verzorgt. De TU-Delft coördineert het project en selecteert de studenten. De programmeerlessen beginnen in mei 2017 en worden gegeven aan leerlingen in de bovenbouw.
Rotterdamse basisscholen kunnen zich vrijwillig opgeven voor het project. Op elke basisschool worden in totaal vier programmeerlessen gegeven, vertelt Felienne Hermans, universitair docent software engineering aan de TU Delft.
‘In eerste instantie rekenen we op zo’n vijftien studenten die de lessen gaan verzorgen. Het gaat hierbij om studenten informatica, maar ook uit andere faculteiten kunnen geïnteresseerde studenten zich aanmelden. Op de gehele universiteit worden namelijk vakken als logica en calculus gegeven, die je leren om gestructureerd na te denken. Dit is essentieel bij het geven van programmeerlessen.’
Programmeertaal Scratch
‘Wij hebben gekozen voor de programmeertaal Scratch omdat het ideaal is om kinderen programmeren bij te brengen, het ziet eruit als legoblokjes en spreekt deze groep dus heel erg aan’, vervolgt Hermans.
Zij benadrukt dat het doel van het project is om basisschoolleerkrachten zelf enthousiast te maken voor het geven van programmeerlessen en programmeren te verwerken in de lessen. ‘Je kunt leerlingen bijvoorbeeld leren om een muziekstukje of een verhaal te programmeren. We hopen dat leerkrachten er zelf mee aan de slag gaan en dat na één of twee lessen van onze studenten, leerkrachten het stokje overnemen. Om dit aan te moedigen, starten we in september ook met gratis online-programmeerlessen in Scratch voor basisschooldocenten.’
De universitair docent is helder over wanneer het project volgens haar geslaagd is. ‘Als de lessen vanuit de TU niet meer nodig zijn en basisscholen zelf actief met programmeerlessen aan de slag gaan.’
Tekort aan programmeurs
Connectic-directeur Martijn Kaag benadrukt het belang van programmeerlessen op basisscholen. ‘Wij zien een tekort aan programmeurs op de arbeidsmarkt en zijn continue op zoek naar goede developers. Door het programmeren op basisscholen een impuls te geven, hopen we een steentje bij te dragen.’
Programmeren is volgens de directeur een van de creatiefste activiteiten die er bestaan. ‘Als je kinderen op jonge leeftijd laat zien hoe leuk programmeren is, verbreed je hun horizon en bied je ze meer perspectief voor later. Zelfs al word je geen programmeur, het gestructureerde denken dat je leert van programmeren komt in alle beroepen uitstekend van pas.’