Bij nieuwe wet- en regelgeving waarbij digitalisering komt te kijken, moet meer ruimte komen voor ondersteuning en uitvoering van ict. Daartoe roept de Raad van State op. Ook vraagt zij aandacht voor de geautomatiseerde effectuering van wetten en regels die zo transparant en controleerbaar als mogelijk moet zijn.
De Raad van State stelt dat in de publicatie ‘Digitalisering – wetgeving en bestuursrechtspraak’. De hoogste algemene bestuursrechter, tevens wetgevingsadviseur, ontvouwt daarin een visie op de digitalisering voor zover het de wetgeving en rechtsbescherming raakt.
Digitalisering biedt oplossingen voor maatschappelijke problemen, maar brengt ook risico’s mee. Dat stelt eisen aan onze wetten en regels en dus aan het werk van de wetgever en de bestuursrechter. De wetgever moet waarborgen bieden voor burgers tegen digitalisering. De bestuursrechter moet burgers rechtsbescherming bieden bij algoritmische besluitvorming. Oplossingen voor deze uitdagingen zijn evenwel niet eenvoudig.
Verder meent de Raad van State dat bij wetgeving rekening moet worden gehouden met de positie van burgers, ook met digibeten die moeite hebben de weg te vinden in een digitale samenleving.
Veel aandacht krijgt de bescherming van de rechten van burgers en bedrijven bij algoritmische besluitvorming. Wat betekent dit voor de positie en taak van de bestuursrechter? Algoritmische besluitvorming is complex en lastig uit te leggen. Maar om rechtsbescherming te kunnen bieden, moet de bestuursrechter kunnen controleren welke rol algoritmen hebben gespeeld. Verkend wordt hoe de bestuursrechter optimaal in staat is te stellen om de rechtmatigheid van algoritmische besluiten te toetsen.
Gisteren werd het eerste exemplaar van de publicatie aangeboden aan Vera Bergkamp, voorzitter van de Tweede Kamer. Een bespreking met leden van de nieuwe vaste Commissie Digitale Zaken volgt na de zomer.