Cryptanalist Marc Stevens van het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) in Amsterdam, bekend van zijn kraak van de MD5 hash-functie voor https-beveiliging in 2008, heeft het recente Flame-virus geanalyseerd. Hij ontdekte dat voor deze spy malware een compleet nieuwe, tot nu toe onbekende cryptografische aanvalsvariant van zijn eigen MD5-aanval is gebruikt.
Stevens analyseerde dit met nieuwe, door hem ontwikkelde forensische software. Aanvankelijk ging de onderzoeker ervan uit dat Flame zijn eigen, in 2009 openbaar gemaakte aanval gebruikte, maar dit bleek niet het geval te zijn. 'Flame gebruikt een geheel nieuwe variant van een 'chosen prefix collision'-aanval om zich voor te doen als een legale beveiligingsupdate van Microsoft', zegt Stevens. 'Het maken van zo'n variant vereist cryptanalyse van wereldniveau. Het is dus zeer belangrijk voor overheden en bedrijven om te investeren in cryptografisch onderzoek, om deze ontwikkelingen in de praktijk voor te blijven.'
Het cryptografie-onderzoek is gedaan in CWI's Cryptology-groep, die onder leiding staat van prof.dr. Ronald Cramer. Deze groep onderzoekt fundamentele cryptografische vragen vanuit een breed wetenschappelijk perspectief, met name vanuit de wiskunde, computerwetenschap en natuurkunde. 'Zonder ons fundamenteel wiskundig, cryptografisch onderzoek hadden we deze forensische software niet kunnen ontwikkelen', zegt Cramer.
Het onderzoek van Marc Stevens maakt deel uit van diens promotieonderzoek, waarop hij op 19 juni 2012 aan het Mathematisch Instituut van de Universiteit Leiden hoopt te promoveren.
Kaspersky Lab
Op 28 mei 2012 ontdekte Kaspersky Lab het uiterst kwaadaardige Flame-virus. De securityleverancier bracht de Command & Control (C&C)-infrastructuur in kaart. De malware wordt voor cyberspionage en het infecteren van computers gebruikt om zo data en gevoelige informatie te stelen.
Die hackers leveren dan toch ondanks alles wel een bijdrage aan de wetenschap.
‘Flame gebruikt een geheel nieuwe variant van een ‘chosen prefix collision’-aanval.
Daar moet Marc dan toch weer een beetje blij van worden.
Zulke ontwikkelingen in deze richting hadden we toen in Eindhoven samen met Benne ook niet kunnen voorspellen doen we het hadden over het gebruik van Boinc voor het versnellen van het zware werk.
Benieuwd naar hoe deze variant dat doet en wat het inzet en aan kan roepen om dit mogelijk te maken.
Jan