In Europa gaat de uitrol van nieuwe glasvezelnetwerken de komende vijf jaar versnellen. Deze ontwikkeling is deels te danken aan Covid-19. De pandemie leidde tot meer dataverkeer en meer vraag naar snelle verbindingen. Hierdoor ontstond een gunstig investeringsklimaat. Particuliere beleggers steken graag geld in glasvezelverbindingen om het toenemende verkeer te ondersteunen.
De brancheorganisatie FTTH Council Europe meldt dit in het rapport ‘State of Fibre’. Daarin worden de marktontwikkelingen voor de periode 2021-2026 geraamd. Glasvezel wordt ook vanuit de Europese Commissie flink gestimuleerd. Snel internet is een hoeksteen van de Europese digitalisering-strategie. Voor 2025 en 2030 heeft de Commissie een ambitieuze Digitale Agenda opgesteld. Bovendien hebben verschillende lidstaten nationale programma’s gelanceerd.
Kinderschoenen
De snelste groei wordt verwacht voor Duitsland, het VK, Nederland en Italië. Hierbij moet worden aangetekend dat de eerste twee landen van een zeer laag niveau komen. In Duitsland bijvoorbeeld staat de aanleg van glasvezelinfrastructuur nog in de kinderschoenen. Ook het VK is een laatkomer. In Nederland stijgt het aantal woningen waar glasvezel mogelijk is, dit jaar met bijna de helft tot 4,7 miljoen. Alleen in het VK was de toename nog groter. Tot 2026 wordt voor Nederland een stijging voorspeld van 144 procent tot 7,7 miljoen woningen.
Het aantal abonnees neemt dit jaar in Nederland met iets meer dan een kwart toe tot 1,9 miljoen. Tot 2026 wordt een stijging van 146 procent voorspeld tot 3,7 miljoen. De FTTH geeft ook cijfers van de penetratie naar huishoudens. Deze bedraagt dit jaar net geen kwart voor Nederland. Dat is iets onder het Europees gemiddelde. Voor 2026 wordt een penetratie van 45 procent voorspeld, wederom iets onder het Europees gemiddelde. Frankrijk en Spanje scoren bijna het dubbele. Nederland is dus geen koploper.
De FTTH wijdde een aparte studie aan de regionale ontwikkeling van glasvezel. De animo om in landelijke gebieden glasvezel uit te rollen, is in het algemeen niet groot. In 27 EU-landen en het VK had in 2020 gemiddeld 45 procent van de huishoudens de mogelijkheid een glasvezelaansluiting te nemen. In landelijke gebieden bedroeg dit percentage 22. Spanje is het verst gevorderd met een dekkingsgraad van zestig procent in landelijke gebieden, terwijl Duitsland met een dekkingsgraad van nog geen tien procent nog een lange weg heeft te gaan. Nederland was middenmoter met een kleine derde. Cijfers over België ontbreken in beide studies.