De groei van lokale datacenteraanbieders wordt gehinderd door de beperkte beschikbaarheid van glasvezelaansluitingen voor eindgebruikers. Dat constateert ceo Salvatore Fiorenza van datacenteraanbieder Datahouse uit Alkmaar. ‘Wij zijn voor glasvezel bij onze klanten afhankelijk van drie partijen, twee daarvan trappen op de rem.’
Lokale aanbieders van datacenterruimte doen op dit moment goede zaken, vertelt ceo Salvatore Fiorenza van datacenteraanbieder Datahouse uit Alkmaar. Zijn onderneming opende begin december 2011 een datacenter in Amersfoort. ‘We draaien nu al cashflow-positief. Ons datacenter in Alkmaar, nu anderhalf jaar live, zit helemaal vol.' Klanten komen vooral uit de lokale overheid en de zorg. Ook concurrerende aanbieders van datacenterruimte draaien goed, hoort Fiorenza.
Volgens Fiorenza is er een aparte markt voor datacenterdiensten in de regio, buiten het aanbod van de grote internationale dienstverleners. ‘Klanten zoeken een lokale aanbieder in de directe omgeving. Nabijheid en beschikbaarheid is belangrijk, de klant wil weten waar zijn data staat. De complexe garanties die internationale aanbieders geven, hebben zij niet nodig.'
De verbinding met de klant wordt bij voorkeur gelegd via glasvezel. Maar een dergelijke verbinding is niet altijd voorhanden, stelt Fiorenza. ‘Wij vragen voor de klant offertes aan bij drie partijen. Vaak voor twee aansluitingen. Dan krijgen wij meestal te horen dat er maar één verbinding beschikbaar is. Prima, daar kunnen wij ook mee uit de voeten. Maar als wij die ene verbinding dan aanvragen, blijkt die toch niet beschikbaar.'
Leveranciers
De schaarste doet zich vooral voor bij de leveranciers KPN en Eurofiber, zegt Fiorenza. De derde partij waarmee hij regelmatig zaken doet is Relined, de verhuurder van de overcapaciteit op de netwerken van Tennet en ProRail.
‘Wij trappen niet op de rem', zegt directeur sales en marketing Hans Messemaker van Eurofiber. ‘Onze missie is juist om zakelijk Nederland zoveel mogelijk te verglazen. Maar niet elke locatie kan tegen redelijke kosten op ons glasvezelnetwerk worden aangesloten. Ons netwerk beslaat nu dertienduizend kilometer, driekeer het Nederlandse snelwegennet.'
Soms is het te duur om voor een klant een eigen ‘afrit' van de datasnelweg aan te leggen, zegt Messemaker. ‘Vaak passen wij daar een mouw aan door een contract met een minimumtermijn af te sluiten.' Doordat Eurofiber nu alle zendmasten van Nederland aan het verglazen is, zal de komende drie jaar het aantal klanten dat buiten bereik van het glasvezelnetwerk ligt snel afnemen.
Glasvezels aanleggen buiten de druk bebouwde omgeving kost 50 tot 75 europa meter. Daarbinnen 100-125 euro en meteen veel vergunningwerk etc. Ondanks dat er al veel glas ligt is de afstand tot een inkoppelpunt al snel enkele kilometers. Dan is dat toch nog een forse investering en een doorlooptijd om rekening mee te houden.
Straalverbindingen zijn niet altijd de meest prakitsche oplossing, omdat een zichtlijn niet gegarandeerd is. Daarnaast, de capaciteit is minder dan via de vezels geboden kan worden.
Kortom, soms wordt de plaats van het datacentrum sterk beïnvloed door de de korste afrit van de digitale snelweg.