Er komt geen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij het softwarebedrijf Realworks. De Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam heeft dit besloten. Realworks, een dochterbedrijf van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM), had afgelopen september een verzoek tot een enquête ingediend. Volgens de Ondernemingskamer is echter niet duidelijk geworden dat de NVM als meerderheidsaandeelhouder de bedrijfsvoering belemmerde en de dienstverlening deels wilde overnemen.
Het NVM-bestuur zegt blij te zijn met de duidelijkheid die ontstaat door het standpunt van de Ondernemingskamer. Het bestuur heeft inmiddels met Realworks een bemiddeling in gang gezet ‘om tot praktische oplossingen te komen.’
Realworks is een in 2004 opgerichte joint venture tussen de NVM (belang van 56 procent) en BaseGroup B.V. (medeoprichters Jan en Theo Dorresteijn; belang van 44 procent). Bij de Amsterdamse leverancier van software voor relatiebeheer en websites voor makelaars werken zo’n veertig man (omzet 2012: zes miljoen euro, winst twee miljoen).
Realworks vroeg de Ondernemingskamer in september om een onderzoek. Het bedrijf meende namelijk dat de NVM zich niet als goed aandeelhouder opstelde en – in strijd met gemeenschappelijke afspraken tussen Realworks en NVM uit 2003 – aan haar leden diverse ict-producten en -toepassingen levert. Volgens Realworks belemmerde de NVM daardoor als meerderheidsaandeelhouder de bedrijfsvoering en wilde de vereniging de dienstverlening van Realworks deels overnemen.
Verstoorde relatie
Volgens NRC Handelsblad vindt Realworks dat moedermaatschappij NVM haar eigen belangen boven die van het dochterbedrijf stelt. De vereniging probeerde tevergeefs het softwarebedrijf te verbieden ook diensten aan niet-NVM-makelaars te leveren. Realworks won hierover eind 2012 een arbitragezaak. De NVM zou het dochterbedrijf verder uit de markt willen concurreren door eigen software te ontwikkelen om het landelijke huizenaanbod mee uit te wisselen, volgens Realworks. De makelaarsvereniging zou hiermee in strijd met de samenwerkingsovereenkomst handelen.
De Ondernemingskamer spreekt zich echter niet uit over de samenwerkingsovereenkomst en verwijst de partijen hiervoor naar de burgerrechter. Het college acht het verder niet ‘voldoende aannemelijk’ dat de NVM haar dochter zou willen wegconcurreren met eigen softwareplannen. De Ondernemingskamer erkent dat er sprake is van ‘verstoorde verhoudingen’, maar ziet onvoldoende redenen om aan een ‘juist beleid’ van de NVM te twijfelen, meldt NRC.
Schadeclaim HPC
NRC berichtte eerder al over een andere ict-zaak waar de makelaarsvereniging in verzeild is geraakt. Het voormalige Haagse softwarebedrijf HPC, dat ook software leverde om het woningaanbod uit te wisselen, viel in 2004 om. Ton Veerman, de curator van HPC, stelde de NVM aansprakelijk voor het faillissement en eist een schadeloosstelling van enkele miljoenen. In hoger beroep is bepaald dat de NVM zijn economische machtspositie heeft misbruikt door als ondernemersvereniging NVM-leden te verplichten de module Makelaardij van NVM af te nemen, zodat zij geen software van HPC meer kochten. De zaak ligt nu nog bij de Hoge Raad.