De politie begint langzaam maar zeker kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, ai) te gebruiken. Het aantal gevallen is momenteel nog zeer beperkt. Maar minister Grapperhaus van Justitie & Veiligheid (J&V) verwacht dat ai uiteindelijk zal uitgroeien tot een breed geaccepteerde en gebruikte techniek. 'Het gebruik hiervan is geen luxe maar noodzaak om effectief te kunnen blijven opereren,' stelt de bewindsman in antwoord op Kamervragen over de inzet van ai bij de politie.
De Tweede Kamer had hierover maar liefst 82 vragen gesteld. Zo wenste een kamerlid geïnformeerd te worden over de positieve en negatieve kanten aan het functioneren van Robocop. De minister werd ook verzocht om in te gaan op de kwaliteiten van Judge Dredd, een actiefilm uit 1995. En de vraag rees of de Terminator uit 1984 ook valt onder de gewenste ai. Grapperhaus antwoordt daar kort en krachtig op. ‘Er is geen sprake van het vervangen van politieagenten op straat door ai. Ai wordt alleen gebruikt ter ondersteuning van politiewerk. Zoals vele organisaties experimenteert de politie wel op kleine schaal met robotosering.’ De bewindsman voegt er nog aan toe dat hij weigert in te gaan op de kwaliteiten van fictieve karakters uit Hollywoodfilms.
Evenmin gaat hij nader in op de vraag of het klopt dat de in het boek ‘1984’ (Big Brother) beschreven surveillancestaat inmiddels in China realiteit is geworden. Hij stelt de Kamer ook gerust dat elementen van zo’n politiestaat in Nederland geen ingang zullen vinden. De ontwikkelingen over ai bij de politie geven ook geen aanleiding voor vrees daartoe.
Paar voorbeelden
Volgens Grapperhaus is er momenteel nog slechts een beperkt aantal toepassingen van ai in de zin dat systemen intelligent gedrag vertonen en in meer of mindere mate zelfstandig kunnen leren en acties kunnen ondernemen. Voorbeelden zijn toepassingen die het werk van politiemedewerkers vergemakkelijken. Maar die applicaties hebben geen aanmerkelijke gevolgen voor burgers.
Daarbij valt te denken aan het doorzoeken van in beslag genomen gegevensdragers op afbeeldingen met beeldherkenning om een bepaald object te vinden. Dit versnelt het werk van rechercheurs en maakt het werk effectiever en efficiënter. De uitkomst van de analyse heeft dezelfde gevolgen voor burgers als wanneer deze analyse handmatig was uitgevoerd. Bovendien vormt het slechts een van de vele aanwijzingen in het totale onderzoek.
Een ander concreet voorbeeld is de online keuzehulp die wordt ingezet bij meldingen van internetoplichting. Deze keuzehulp laat burgers weten of er echt sprake is van internetoplichting en welke vervolgstappen zij kunnen nemen.
Spraak naar tekst
Momenteel wordt vooral gewerkt aan toepassingen die meerwaarde hebben in het ondersteunen van politiemensen in hun werk. Het gaat dan met name om spraak naar tekst. Mutaties kunnen via spraak worden opgenomen in het systeem om bureauwerk te verminderen. Ook beeldherkenning zoals het zoeken van afbeeldingen in grote bestanden is veelbelovend. Hetzelfde geldt voor (natuurlijke) tekstanalyse. Dialoogsystemen in de vorm van een chatbot kunnen de dienstverlening verbeteren. Ook explainable AI (uitlegbare beeldherkenning) vormt een speerpunt
Ethiek staat volgens Grapperhaus hoog in het vaandel als het gaat om de verdere ontwikkeling van ai. Op het gebied van ethische richtlijnen zoekt de politie samenwerking met diverse partners, zoals het ECP, platform voor Informatiesamenleving. Ook is de politie aangesloten bij de Nederlandse AI-coalitie. De politie neemt verder deel aan de pilot ‘Ethics Guidelines of Trustworthy AI’ van de High Level Expert Group on AI van de Europese Commissie en aan het Transparantielab van het Ministerie van Binnenlandse zaken.
De politie werkt bij het ontwikkelen van ai volgens het principe ‘ethics by design’. Dit betekent dat bepaalde waarden bij de ontwikkeling van een ai-systeem al worden meegenomen in het ontwerp. Bij de ontwikkeling van algoritmes en ai wordt dus aandacht besteed aan de mogelijkheid dat er ‘bias’ in de trainingsdata zit die effect kan hebben op de werking van het algoritme. Als er bias in de data blijkt te zitten, zijn hiervoor compensatiemogelijkheden. Dit compenseren kan zowel in de data zelf als door hier in het algoritme rekening mee te houden.
Meer eenvoudige algoritmes
Overigens worden algoritmes al decennia gebruikt bij de politie voor vele politieprocessen. In de basis is een algoritme een serie van instructies in een workflow om een wiskundig probleem op te lossen. Niet elk algoritme (en ook niet elke data science toepassing) is ai. Pas als het gaat om algoritmes waarbij systemen intelligent gedrag kunnen vertonen en gemaakt zijn om in meer of mindere mate zelfstandig te kunnen leren en acties te kunnen ondernemen spreken we van ai.
In de praktijk betekent dit dat veel van de datascience-toepassingen die de politie gebruikt, waaronder het Criminaliteit Anticipatie Systeem (CAS), geen ai-component hebben. Ook niet als deze meer complexe algoritmes bevatten dan voorheen of gebruik maken van technieken die ook voor ai gebruikt worden. Het gaat in die gevallen vaak om het gebruik van meer eenvoudige algoritmes of algoritmes die eenvoudig zijn te verklaren.
Deze meer eenvoudige algoritmes zijn reeds geruime tijd in gebruik bij de politie. Het CAS is daar een goed voorbeeld van. De zogenoemde hotspot benadering, waar op basis van bestaande data wordt bepaald waar het waarschijnlijk is dat bepaalde vormen van openbare orde verstoring of criminaliteit voorkomt, wordt al vele jaren gebruikt. Het CAS is daar de meest recente en geavanceerde versie van. CAS geeft een verwachting voor een bepaald gebied en geen output die tot personen te herleiden zijn.