De Nieuwegeinse ict-dienstverlener Ordina sloot het slotkwartaal van 2013 net als het derde kwartaal af met een lichte omzetstijging. Die bedroeg 0,8 procent, waarbij de omzet uitkwam op 99,2 miljoen euro (vierde kwartaal 2012: 98,4 miljoen euro). Over heel 2013 realiseerde Ordina nog wel een dalende omzet van 377 miljoen tegenover 400,1 miljoen in 2012. De ict-dienstverlener dook ook in de rode cijfers: 0,4 miljoen euro verlies tegenover een winst van een halve ton in 2012.
De omzetstijging in het vierde kwartaal van 2013 is wel na correctie voor het effect van het wegvallen van de offshore-component binnen het Rabobank-contract. Zonder deze correctie daalde de omzet met 4,1 procent. De terugkerende brutowinst (‘recurring Ebitda’) steeg met 14,7 procent naar 8,4 miljoen euro.
Januskop
Terugkijkend op 2013 constateert Ordina-directeur Stépan Breedveld dat de eerste twee kwartalen teleurstellend waren en de laatste twee hoopgevend. De overheidsmarkt was over de gehele linie een lastige markt. De omzet uit de marktsectoren zorg, industrie en financiële dienstverlening stegen in 2013 wel.
Een tegenvaller was ook het wegvallen van een deel van het Rabobank-contract. Rabobank hernieuwde eind 2012 het contract met Ordina voor applicatieontwerp, -bouw en testen. Hierbij is afgesproken dat Rabobank zelf de offshorepartner Cognizant gaat aansturen en de regie daarvan niet meer via Ordina laat lopen. De daarmee samenhangende omzet bedroeg over 2012 zo’n twintig miljoen euro.
Wisselend beeld
Afgezet tegen de vier divisies van Ordina is het beeld van omzet- en winstontwikkeling wisselend. Bij de divisie Professional Services & Projecten, die applicatiediensten verleent, steeg de omzet met 0,8 procent naar 261,5 miljoen euro, maar daalde de brutowinstmarge van 5,5 procent naar 4,2 procent door met name een lagere productiviteit van de ingezette mensen.
Bij Business Solutions, dat oplossingen op het gebied van business intelligence, digitale klantinteractie, vermogensopbouw en hypotheken, levert daalde de omzet met 13,8 procent naar 26,2 miljoen euro, maar steeg de Ebitda-marge van 0,5 procent in 2012 naar 5,3 procent. Volgens Breedveld heeft dit te maken met het opheffen van een eenheid overheidsoplossingen, waarbij de activiteiten elders over het bedrijf verdeeld, en een reorganisatie bij de eenheid die hypotheekoplossingen levert. Die was eerst verlieslatend, maar boekt weer winst na in de kosten te hebben gesneden.
Betere marges
De derde divisie, Consulting, daalde de omzet met 7,6 procent naar 32,3 miljoen euro, met name door de afnemende vraag bij de overheid. De brutowinstmarge steeg wel, naar 4,8 procent (2012: 1,9 procent) door minder mensen in te zetten en een betere mix van eigen personeel en externe inhuur te hanteren.
Divisie nummer vier, tenslotte, betreft België/Luxemburg. Daar daalde de omzet met 1,2 procent naar 70,5 miljoen euro. In de marktsegmenten financiële dienstverlening en overheid was sprake van groei. In Industrie bleef het herstel uit. Wel verbeterde de winstgevendheid na een in 2012 ingezette herstructurering. Hierdoor steeg de Ebitda-marge naar 3,4 procent (2012: 1,7 procent).
De totale balans opmakend, waarbij er voor onderlinge dienstverlening nog een omzet van 13,5 miljoen euro moest worden afgetrokken, realiseerde de ict-dienstverlener in 2013 al met al een dalende omzet van 377 miljoen tegenover 400,1 miljoen in 2012. De ict-dienstverlener dook wel in de rode cijfers: 0,4 miljoen euro verlies tegenover een winst van een halve ton in 2012. Dat komt met name door hogere afvloeiingskosten van 7,4 miljoen euro en twee eenmalige afboekingen: een voorziening leegstand van 5,9 miljoen euro en een goodwill-afschrijving van 60,1 miljoen euro.
Toren C
Dat de afschrijvingskosten van 7,4 miljoen in 2013 hoger uitvielen dan in 2012 (vier miljoen) komt door een ingezette kostenbesparingsprogramma. De voorziening leegstand heeft te maken met het vertrek van Ordina uit Toren C van het complex langs de A12 op de grens van Utrecht en Nieuwegein. Ordina is in Nieuwegein te ruim behuisd. De Ordinezen hebben zich teruggetrokken in Toren A en B en Toren C wordt onderverhuurd tot uiterlijk eind 2016. Na deze periode zal Ordina naar verwachting geen gebruik meer maken van deze ruimte, waarvan het contract nog loopt tot 2020. Voor de betreffende huurverplichting treft het bedrijf daarom een voorziening van 5,9 miljoen euro, waarbij rekening is gehouden met de verwachte inkomsten uit de verhuur.
Historisch laag
Ordina voerde voorts een zogeheten non cash-afboeking op de goodwill door. Deze financieel-technische ingreep was nodig omdat het bedrijf de inschatting van het marktherstel in de ‘IFRS impairmenttest’ moest matigen. De voortdurende groei is aangepast naar 1 procent in plaats van de eerder gehanteerde 2 procent. Hierdoor is de waardering van de goodwill onder de waarde op de balans uitgekomen. In totaal bedroeg de afboeking 60,1 miljoen euro.
Ordina meldt verder nog dat het kostenbesparingsprogramma van acht miljoen per jaar is afgerond en dat de nettoschuldpositie is gedaald naar 2,2 miljoen euro. ‘Historisch laag’, aldus Breedveld. De positieve operationele kasstroom van het bedrijf bedroeg eind 2013 11,3 miljoen euro.