Marvin Minsky, een pionier op het gebied van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence) is op 88-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van een hersenbloeding. De in 1927 geboren Minsky was medeoprichter van het AI Laboratory van MIT en auteur van verschillende studies naar kunstmatige intelligentie, waaronder het boek 'Perceptrons'.
Marvin Lee Minsky werd geboren in New York; in 1950 studeerde hij op Harvard af als wiskundige; in 1954 promoveerde hij op Princeton University. Sinds 1958 werkte hij bij het Massachusets Institute of Technology (MIT) op het gebied van informatica en de elektrotechniek. Daar begon hij in 1959 met de in 2011 overleden John McCartney het kunstmatige intelligentie-lab (AI Laboratory) van het MIT in Cambridge bij Boston.
In een ‘In Memoriam’ in De Volkskrant staat dat Minsky overtuigd was dat machines uiteindelijk de menselijke intelligentie zouden evenaren en overtreffen. Hij zette al in 1951 een neuraal netwerk (Snarc) op waarbij door middel van computers de biologische neuronen (menselijke zenuwcellen die de verbinding vormen met de hersenen) konden worden nagebootst. In het in 1985 verschenen boek ‘Society of Mind’ stelde hij dat intelligentie geen uniek menselijk mechanisme is. Het menselijk brein kan worden gezien als een machine die nagemaakt kan worden, aldus de krant.
Logo
Minsky was adviseur-expert voor Stanley Kubricks beroemde film ‘2001: A Space Odyssey’ uit 1968. Hij kreeg vele onderscheidingen voor zijn werk, waaronder de Turing Award van de Association for Computing Machinery in 1970. Samen met Seymour Papert bedacht hij de programmeertaal Logo (een grafisch scherm waarover gebruikers een turtle, een cursor in de vorm van een schildpad, heen en weer konden laten lopen). Minsky schreef verder met Papert ‘Perceptrons’, een standaardwerk uit 1969 voor de analyse van kunstmatige netwerken.