De datacenterbranche doet drie oproepen om het gebruik van datacenters verder te verduurzamen: bedrijven en overheden moeten hun datacenters centraliseren, eindgebruikers moeten verantwoordelijkheid nemen voor vergroening, en meer regie moet het gebruik van restwarmte als energiebron versnellen. DDA-directeur Stijn Grove gaat in gesprek met Computable ook in op de veelgehoorde kritiek dat datacenters stroomslurpers zijn.
De Europese datacenterbranche heeft het doel om in 2030 CO2-neutraal te zijn. Volgens belangenorganisatie DDA (Dutch Datacenter Association) is de sector hard op weg om die belofte na te komen. Maar, er moet nog een flink aantal punten worden verbeterd. Daarin is samenwerking erg belangrijk.
Dat staat in een toelichting op het rapport: Datacenters & Duurzaamheid 2021. Sommige verbeteringen liggen namelijk buiten de macht van de datacenters. Die krijgen bovendien vaak de zwartepiet toegespeeld in discussies over energiegebruik, terwijl de verantwoordelijkheid voor vergroening ook bij gebruikers en burgers ligt. Aldus DDA-directeur Stijn Grove. De brancheorganisatie doet de volgende drie oproepen om de duurzaamheid van de sector te verbeteren.
‘Besteed ict uit naar efficiënte datacenters’
Die oproep is vooral gericht aan overheden, bedrijven en organisaties. DDA: ‘Het is niet alleen aan de datacenters om het energieverbruik van onze data zoveel mogelijk te beperken. Elk bedrijf dat bijdraagt aan de digitale economie zou zich bewust moeten zijn van de (milieu)impact van hun data en hoe hier mee om te gaan.’ Door de ict te outsourcen naar moderne en efficiënte datacenters kan elk bedrijf bijdragen aan de verduurzaming van de ict-apparatuur en dataverwerking, aldus de brancheorganisatie.
Door schaalgrootte kunnen datacenters bijvoorbeeld besparen op energieverbruik voor koeling en het laten draaien van de apparatuur. Ook kunnen ze daardoor gebruik maken van de nieuwste, energie- efficiënte apparatuur, is de gedachte. DDA-directeur Grove: ‘De laatste tien tot twintig jaar is door concentratie van ict-middelen in datacenters het energiegebruik verlaagd. Vroeger had iedereen zijn eigen datacenter. Mede door de opkomst van cloudcomputing komt dat nu samen op één plek. Onze oproep is: Als je nog eigen ict hebt, breng dat naar een centrale plek of naar de cloud.’
Grove denk dat veel partijen vanuit een gedateerd perspectief naar hun servers kijken. Ze zijn bijvoorbeeld bang om de controle en het beheer uit handen te geven. Maar hij ziet een kentering. Bijvoorbeeld bij banken die steeds vaker een groot deel van hun applicaties buiten de eigen datacenters draaien. Ook ziekenhuizen zetten hun servers vaker buiten de deur. ‘Het is vaak efficiënter, je hebt een redundante omgeving, de kosten voor bijvoorbeeld personeel zijn lager en het is duurzaam’, vat hij samen. Als schoolvoorbeeld van een partij die het goed heeft gedaan, noemt Grove de Nederlandse rijksoverheid. Die ging van 64 datacenters terug naar vijf. Het stroomverbruik verminderde met de helft.
‘Verantwoordelijkheid voor verduurzaming ligt ook bij datacenter-gebruiker’
DDA: ‘Van de totale energie die nodig is voor het draaiende houden van het datacenter gaat er maar 15 tot 20 procent naar facilitaire zaken zoals koeling. De overige energievraag gaat naar de servers. Dit geeft aan dat niet alleen datacenters verantwoordelijk zijn voor verdere verduurzaming van ons internet, maar dat ook de klanten van datacenters, die immers in de meeste gevallen de eigenaren van de serverapparatuur zijn, nog stappen kunnen zetten.’
Volgens de belangenorganisatie is het belangrijk dat zij ook de verantwoordelijkheid nemen en hun rol pakken in de verdere verduurzaming van de sector. Het draait om samenwerking. Grove: ‘De keuze van hardware, maar ook de inzet van artificiële intelligentie als speerpunt van de Nederlandse digitale transitie, zorgen voor meer vraag naar rekenkracht. Ook thuiswerkers of mensen die een avond Netflix kijken, moeten zich bewust zijn dat er een datacenter draait om dat allemaal mogelijk te maken.’
Volgens de DDA wordt er te vaak onterecht gewezen naar datacenters als de grote energieslurpers. Terwijl die serverruimten onderdeel zijn van een veel groter geheel. Grove: ‘Als je kijkt naar het energiegebruik dan zit 50 procent van de in de ict gebruikte stroom in de apparatuur van eindgebruikers, 30 procent in de netwerken en zo’n 20 procent in de datacenters.’
Hij vervolgt: ‘Datacenters kunnen draaien aan de knoppen van stroom en koeling. Maar wij gaan niet over de knoppen van klanten van datacenters en de inzet van ict-apparatuur bij mensen thuis.’ Hij legt uit dat energiezuinige servers, maar ook serverconfiguraties, die apparatuur zuiniger maken, en zelfs zuinige software, moeten bijdragen aan minder energieconsumptie.
Centrale regie en één visie op warmtetransitie
In de derde oproep zet de DDA zich in voor het gebruik van restwarmte van datacenters voor het verwarmen van de bebouwde omgeving. Dat wordt nu al op meerdere plekken in Nederland gedaan. Bijvoorbeeld op de High Tech Campus Eindhoven en het Science Park van Amsterdam. Maar volgens de brancheorganisatie blijft een versnelling van de uitrol op grote schaal nog uit. Onder andere door een gebrek aan ‘centrale regie’, ‘ruimtelijke planning’ en ‘knellende wetgeving’.
Grove: ‘Vanuit de overheid zijn er, na overleg met de sector, al een aantal stappen gezet. Zo is datacenterrestwarmte aangemerkt als duurzame warmtebron, komt restwarmte in aanmerking voor de SDE++ subsidie (Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie. Red.) Er is zelfs een motie aangenomen voor het opzetten van een Routekaart Datawarmte.’ Maar volgens de DDA-directeur zitten er nog veel haken en ogen aan de subsidieregeling om restwarmte in te kunnen zetten en staat de routekaart nog in de kinderschoenen. ‘Er is veel goede wil van bedrijven, maar als je echt iets wil moet je af van de subsidies op fossiele brandstoffen anders krijg je geen energietransitie op gang.’
Ook moet er meer lokaal worden samengewerkt. ‘Gemeenten kunnen door middel van een plan of visie duidelijk beschrijven hoe de energietransitie lokaal moet worden vormgegeven. De budgetten die de gemeente voor de uitvoering hiervan reserveert, kunnen bijdragen aan een sluitende business case voor de aanleg en exploitatie van warmtenetten.’ Ook kan de gemeente invloed uitoefenen op de ruimtelijke planning van datacenters. Zo kan vraag en aanbod van energie en restwarmte beter worden gereguleerd, denkt DDA.
Rapport
Het rapport Datacenters & Duurzaamheid 2021 geeft een overzicht van alles wat er momenteel al gebeurt op het gebied van energiebesparing, verduurzaming en vergroening. Het laat zien welke initiatieven de sector zelf al neemt, welke technologische ontwikkelingen er op dit gebied zijn, en ook waar de knelpunten zitten om de volgende stappen te zetten.
Een efficiënt (gedeeld) datacenter kan groener zijn dan een eigen computerruimte, mede door allerlei schaalvoordelen. Alleen zal er altijd een aanzienlijke hoeveelheid IT buiten het datacenter blijven die uiteindelijk meegenomen moet worden in de berekeningen. Zo ligt er tussen gebruikers en datacenter nog een indrukwekkende digitale infrastructuur in de vorm van een netwerk waarin een flink aantal stroomvretende componenten zitten. Maar vooral leveren deze een vertraging op en Stijn Grove vergeet dan ook een ontwikkeling die om nieuwe concepten vraagt want wij van WC-eend zien dat er steeds meer IT/OT capaciteit in de edge komt door AI/ML binnen productieprocessen waarbij niet alleen een lage latency van belang is. Maar niet alleen vanuit een technologisch oogpunt worden ketens verkort want er is door wetgeving ook meer aandacht voor de plaatsing van data en de meest groene opslag is nog altijd tape. Maar ook het verplaatsen van de petabytes van Maastricht naar Groningen gaat via een koffer met tapes niet alleen sneller dan over het netwerk maar is ook veel groener, helemaal als je de trein gebruikt;-)