Het Nederlands recht biedt onvoldoende bescherming tegen de negatieve gevolgen van big data. Veel big-dataprojecten starten zonder goed plan of evaluatie achteraf, het delen van een dergelijk proces gebeurt vaak ongereguleerd en het is soms onmogelijk om belangrijke gevolgen van deze processen aan de rechter voor te leggen
Dat blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door onderzoekers van Tilburg University. De belangrijkste conclusie: hoewel Nederland inzet op een grote rol voor data-gedreven processen binnen de overheid en het bedrijfsleven, is het rechtstelsel nog niet klaar voor het big-datatijdperk.
De onderzoekers stellen voor de juridische randvoorwaarden voor deze ontwikkeling te verankeren in wet- en regelgeving, waardoor sterke procedurele waarborgen, een goede toegang tot het recht en de bescherming van belangrijke maatschappelijke waarden ook in de data-gedreven samenleving worden gegarandeerd.
Ongecontroleerd data-enthousiasme
Senior researcher Bart van der Sloot noemt drie punten essentieel. Allereerst stelt hij dat het Nederlands recht erg gericht is op de schade van individuele burgers, terwijl big-dataprojecten vaak grote maatschappelijke gevolgen hebben die het individu overstijgen en waarvan burgers zich dus vaak niet bewust zijn. Die gevolgen zijn volgens hem nu niet of nauwelijks aan te kaarten bij de rechter.
Ook met de analyses van big data gaat het vaak mis, aldus Van der Sloot. ‘Pas als er besluiten worden genomen op basis van big-data-analyses kunnen burgers en organisaties naar de rechter stappen. Maar ook met de analyse van de gegevens zelf gaat het nodige mis, terwijl er nauwelijks controle en toezicht is op hoe die analyses worden uitgevoerd en of ze wel betrouwbaar zijn.’
Tot slot hekelt hij het data-enthousiasme, waardoor big-dataprojecten starten zonder evaluatie of planning. Dit leidt volgens hem tot een slechte besteding van middelen en een hoop onnodig verzamelde gegevens over burgers en groepen in de samenleving.
Over het onderzoek
Twee onderzoekers van het Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT) hebben in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (WODC) van het ministerie van Justitie drie jaar lang onderzoek verricht naar de ontwikkelingen van big data, in hoeverre het Nederlands recht voldoende bescherming biedt en welke lessen zijn te trekken uit de rechtsbescherming in andere landen. Ook zijn er diepte-interviews gehouden met vijftien sleutelfiguren in Nederland, zoals Ybo Buruma (Hoge Raad), Aleid Wolfsen (Autoriteit Persoonsgegevens), Reinier van Zutphen (Nationale Ombudsman) en Maxim Februari (schrijver/publicist).
De publicatie is terug te vinden op de site van het WODC.