Het mislukken van het nieuwe ‘hoger beroepssysteem’ bij het ministerie van Justitie vormt geen uitzondering.
Grote ict-projecten lopen geregeld vast op bestuurspolitieke perikelen. Justitie ontkent dat ook het nieuwe strafrechtsysteem GPS voor de gerechtshoven op een fiasco uitdraait. Er ligt een schone taak voor de Raad voor de Rechtspraak, die vanaf 1 januari 2002 het toezicht op de justitiële bedrijfsvoering op zich neemt.
Minister Benk Korthals heeft een beleidslijn uitgevaardigd om meer grip te krijgen op de bedrijfsvoering bij decentrale rechterlijke organisaties. Hij tracht bijvoorbeeld uniformiteit af te dwingen door middel van standaardisatie van ict-systemen, ter vervanging van bestaande, vaak stokoude systemen. Dat ligt echter gevoelig. Volgens ingewijden moeten de rechterlijke instanties, die vaak hun eigen it-zaakjes regelen, weinig van standaardisatie hebben en vinden zij dat rechtsprocessen niet te standaardiseren zijn. Daardoor ontstaan er in it-projecten conflicten tussen opdrachtgevers uit Den Haag en afnemers die klagen dat een systeem te weinig functionaliteit kent.
Neem het nieuwe Hoger Beroep Strafrecht-systeem (HBS) dat op de vijf gerechtshoven zou worden ingevoerd. Het moest diverse stokoude, deels handmatige toepassingen vervangen. Na vier jaar tijd heeft minister Korthals het project, dat 28 miljoen heeft gekost, geschrapt. Er bestond onder gebruikers geen enkele steun voor het nieuwe systeem.
Advieskantoor Deloitte & Touche heeft inmiddels een audit uitgevoerd. Volgens Bert Gietelink, die zitting had in het projectbestuur, blijkt uit het conceptrapport dat het grootste probleem het gebrek aan betrokkenheid is. "Justitiële organisaties bepalen pas op het moment van oplevering of ze een systeem willen of niet. HBS ging daardoor functioneel schuiven, terwijl een systeem eigenlijk bij het begin al goed gedefinieerd moet worden, om het daarna in één keer te bouwen."
Kijk voor een uitgebreid artikel in de van 30 november 2001.