Met de komst van de nieuwe hypervisors van Citrix, Microsoft en het inbouwen van een standaardhypervisor in de kernel van Linux verloor VMware ineens heel wat persaandacht. Waar de virtualisatie van VMWare vroeger zowat de alleenheerschappij had, moest ze nu de markt delen. De eerste klap was dat de concurrentie zijn hypervisors gratis maakte. Dus deed VMware dat ook. Ook voor de rest bleek het bedrijf zeker niet bij de pakken zitten.
VMware werkte hard aan de opvolger van de beheeromgeving van zijn virtualisatieoplossing. Na het al behoorlijk indrukwekkende vSphere 4.0 hebben we nu vSphere 4.1. Ook nu weer met een gratis hypervisor genaamd VMWare Hypervisor 4.1 in plaats van ESXi 4.1, volgens wat VMware zelf zegt. Desonanks spreekt de software en begeleidende documentatie over ESXi 4.1. Nu, wij zijn vóór de naam 'Hypervisor' omdat die veel duidelijker is dan 'ESXi'.
Functionaliteit
vSphere 4.1 moet VMWare opnieuw marktleider maken. De hardwareondersteuning is in elk geval fors uitgebreid. Bij VMWare is er centrale-beheersoftware voor zowel VMWare Server als de hypervisor, beide met meerdere exemplaren. Die beheersoftware heet vSphere Center. Deze licentie is niet gratis. Je krijgt er dan wel heel wat functionaliteit extra voor. Zo kan vSphere 4.1 veel meer processoren aan, zoveel geheugen als je maar in jouw machine krijgt en uiteraard vMotion. Dat is de technologie van VMware om draaiende virtuele machines tussen hypervisors heen en weer te verplaatsen. Je hoeft er geen speciale agenten voor te installeren en ze hoeven ook geen deel uit te maken van speciale clustergebaseerde configuraties of volumes. Nee, gewoon aanduiden en migreren maar. Hierbij hoort uiteraard volautomatische werklastverdeling en hoge beschikbaarheid met uitvalovername. Die volautomatische werklastverdeling houdt in, dat VM's automatisch verplaatst worden naargelang de behoefte en de beschikbaarheid van capaciteit op de hypervisors. Een geïntegreerde back-up is standaard voorzien (vroeger kostte dat een extra licentie) en voor vSphere heeft VMWare het hele beheer sterk vereenvoudigd.
Wat ons het meest bekoort is het zeer efficiënt gebruik van de aanwezige hardware. Zo worden fysieke bronnen (schijfruimte, geheugenruimte, processorcapaciteit) niet statisch toegewezen aan elke virtuele machine (al kan dat wel), maar dynamisch beheerd en dus toegewezen naargelang hun behoefte. Op die manier kun je in een geheugenruimte van 16 GiB wel degelijk 20 en misschien zelfs 30 machines met elk 1 GiB virtueel geheugen draaien. Wellicht nog meer, afhankelijk van hoeveel resources ze effectief gebruiken. Behalve geheugen werkt dit ook voor cpu-tijd en opslagruimte. Zo is het perfect mogelijk tientallen fysieke servers te virtualiseren op gastheerhardware die qua capaciteit beslist niet het tienvoudige hoeft te hebben. Dat is nog steeds een uniek kenmerk voor VMWare.
En ten slotte wilden we je VMSafe niet onthouden: een beveiligingsvoorziening die op malware-activiteit kan controleren, malware kan blokkeren en dit alles van buiten een VM met Windows. De malware is zich dus ook nooit 'bewust' van die Windows en kan het besturingssysteem dus ook nooit omzeilen. Dit gaat onder meer om API's die gebruikt kunnen worden door antimalwaresoftware. In de hypervisor-gebaseerde VM's ondersteunt VMware helaas nog altijd geen audio en geen usb-toestellen en daarmee loopt VMware dus wel achter op de concurrentie.
Beheer
Voor het beheer krijg je van VMware de vSphere Client. Daarmee kun je welgeteld één hypervisor tegelijk beheren. Beheertaken die meerdere hypervisors tegelijk betreffen (zoals migratie van draaiende VM's) is hier niet inbegrepen. Dan moet je vSphere vCenter Server of kortweg vCenter hebben en zoals gezegd is dat een product waarvoor je moet betalen. In feite gebruik je dan nog steeds de vSphere Client, maar die communiceert nu niet meer rechtstreeks met een hypervisor, maar met een vCenter Server. En die praat op zijn beurt met de hypervisors.
vSphere Client is een softwarematige beheerinterface op basis van .NET voor de hele infrastructuur. Het vereist dus Windows. Ook VMware heeft tot dusver geen gehoor gegeven aan de vele verzoeken voor een beheerinterface die onder Linux werkt. Voor VMWare ESX Server (da's dus niet de hypervisor) bestaat wel een webinterface, maar die is er helaas uit gehaald voor de compactere hypervisor. De vCenter Server is wel bereikbaar via een webinterface, maar die is functioneel veel beperkter dan de vSphere Client.
De vSphere client toont je een inventaris van het verbonden systeem: één hypervisor of een vCenter met meerdere hypervisors. Bovenaan het venster staan knoppen waarmee je vlug de meestgebruikte taken kunt starten. De hele infrastructuur zie je uiterst links in een boomstructuur, uitgesplitst in datacenters, clusters, virtualisatieservers (hypervisors en VMware Server) en tenslotte virtuele machines. Als je vSphere Client verbindt met één enkele hypervisor ontbreken de hogere vertakkingen voor datacenters en clusters uiteraard. Met een klein gekleurd symbooltje toont vSphere Client je snel of alles oké is en of virtuele machines gestart zijn of niet. Rechts van de boomstructuur zie je de details van het object dat je links koos.
vSphere ondersteunt het aanmaken van een template of sjabloon op basis van een bestaande VM om daarmee dan nieuwe soortgelijke VM's aan te maken met andere parameters. Zo creëer je in weinig tijd een hele reeks virtuele Windows 2008 R2 servers of andere virtuele desktop- of serversystemen zonder dat je ze elk apart moet installeren. Het genereren van vijf extra XP-vm's vanaf een sjabloon kost slechts een paar minuten tijd en ze kunnen zelfs automatisch gestart worden na aanmaak ook! Waar er vroeger een gratis 'host update'-programma bij de vSphere 4.0 client zat om solo hypervisors makkelijk te upgraden en te patchen, is dat bij de vSphere 4.1 client weggehaald. Daardoor kun je een gratis solo hypervisor officieel niet meer upgraden of patchen. (Het kan wel via de opdrachtregel, maar dat ondersteunt VMware officieel niet.) Zoiets vinden we pestgedrag naar de gratis gebruikers toe. Voor bedrijven heeft het geen impact, omdat zij normaal een vCenter server zullen gebruiken en van daaruit kan het natuurlijk wel.
Productinfo
Product: vSphere 4.1 hypervisor, vCenter Server + vSphere Client
Producent: VMware, USA; www.vmware.com
Leverancier: zie http://partnerlocator.vmware.com/
Adviesprijs: gratis (hypervisor en vSphere Client); vSphere Enterprise Plus kost 3.200 euro. vCenter Server kost 4.995 dollar. Verschillen tussen de versies: http://www.vmware.com/products/vsphere/purchase-advisor .
Systeemvereisten: 64-bit hardware, beheer via Windows XP of hoger; virtuele gasten: vanaf Windows 2000 plus alle bekende Linux-distrubuties (ook niet-Amerikaanse).
De serie
Enterprisevirtualisatie met Citrix, Microsoft en VMWare
Deel 1: Hardware- en energiebesparing dankzij virtuele servers
Deel 2: Citrix XenServer 5.6
Deel 3: Microsoft Hyper-V Server 2008 R2 SP1
Deel 4: VMware vSphere 4.1
In het artikel staat dat VMware nog een USB ondersteund. Maar dat doe het wel degelijk. USB Passtrough zit in de standaard ondersteuning van Versie 4.1 Je kan een USB devices die op je ESX server gekoppeld zit koppelen aan een VM.
Het gaat uiteraard over usb-ondersteuning voor VM’s voor usb-devices ingeplugd op het systeem waarop je de VM-console ziet. VMWare ondersteunt alleen usb indien ingeplugd op de ESXi server zelf. Dat is totaal niet handig, zeker als de server (zoals normaal) in een datacenter staat!
Op VMware draai in het algemeen alleen servers. Persoonlijk ben ik niet voor om zomaar USB-devices in een server te pluggen. Kan soms hele nare gevolgen hebben. Licentie dongles kan je bijvoorbeeld ook in een USB-LAN hubs plaatsen. Dat vind ik een betere oplossing.