Virtualisatieleverancier VMware betaalt ruim kwart miljard euro (362 miljoen dollar) voor Springsource. Dat Amerikaanse bedrijf levert ontwikkel- en beheersoftware voor lokale en webgebaseerde zakelijke toepassingen. Door de overname hoopt VMware het bouwen, draaien en onderhouden van toepassingen die interne of externe clouds gebruiken, te vergemakkelijken.
De softwareproducten van Springsource zijn gebaseerd op open source en maken het mogelijk om Java-toepassingen te bouwen. VMware is daarin geïnteresseerd om zo zijn klanten een Java-ontwikkeldienst als clouddienst via internet aan te bieden. Deze dienst sluit aan op zijn concept Platform-as-a-Service (PaaS) en zal nauw aansluiten op het cloudmanagementplatform vSphere.
De overname, die al op 10 augustus werd aangekondigd, zou voor VMware van strategisch belang zijn. Concurrent Microsoft snoept met zijn ontwikkel-, hosting- en beheeromgeving voor clouddiensten Azure marktaandeel van VMware af, zeker in combinatie met het virtualisatieplatform Hyper-V.
Kruispunt
'Door de combinatie met Springsource plaatst VMware zich op het kruispunt van de belangrijkste krachten op de huidige softwaremarkt: virtualisatie, applicatieraamwerken en cloudcomputing', zegt algemeen directeur Paul Maritz. De overname is inmiddels goedgekeurd door de aandeelhouders van Springsource en zou in het derde kwartaal van 2009 rond moeten zijn.
De PaaS-oplossing die VMware met Springsource in gedachten heeft, kan uiteindelijk worden neergezet in rekencenters van zijn klanten of in de cloudomgeving van dienstverleners. Op het ontwikkelplatform kunnen organisaties eenvoudig nieuwe programma's bouwen. Tegelijkertijd kunnen ze de gebouwde software integreren en beheren vanuit vSphere.