Virtualisatie is bijna zo oud als de computer zelf. Al in de jaren zestig werd virtualisatie toegepast om ervoor te zorgen dat met time-sharing meerdere gebruikers de computers uit die tijd konden benutten. In het client-server tijdperk raakte virtualisatie uit de mode, maar nu is de techniek bezig aan een comeback.
Servervirtualisatie
Servervirtualisatie zorgt ervoor dat op één fysieke machine (server) meerdere besturingssystemen draaien. Waar vroeger elke applicatie zijn eigen server vereiste, kunnen nu meerdere applicaties een server delen. Eenvoudig gezegd de virtualisatie software imiteert diverse hardwareonderdelen zodat het besturingssysteem ‘denkt' dat het beschikt over een eigen harde schijf en netwerk adapter. Servervirtualisatie wordt ingezet om het rekencentrum te optimaliseren, om het aantal servers terug te brengen, om de beschikbaarheid van applicaties te vergroten en om de continuïteit van de ict-dienstverlening te verbeteren.
VMware is al een aantal jaren marktleider op het gebied van servervirtualistatie met zijn bekende product VMware Infrastructuur (ESX, Virtual Center, VMotion, HA, DRS). Citrix heeft ook met zijn Xenserver zijn eigen virtualisatie-oplossing, alhoewel het marktsegment van Citrix veel kleiner is dan dat van VMware. Microsoft heeft zich aangemeld als VMware-concurrent in de servervirtualisatiemarkt met de introductie van Windows 2008. Microsoft heeft de traditioneel sterke banden met Citrix, en dan vooral Xensource, verder aangehaald. Microsoft heeft aangekondigd dat ze met een compatibiliteitstool komen voor XenServer en Hyper-V. Met deze tool moeten VM's tussen beide pakketten binnen Windows Server 2008 uitgewisseld kunnen worden. Microsoft loopt weliswaar nog een aantal jaren achter op VMware, maar ervaring van de afgelopen vijftien jaar heeft bewezen dat als Microsoft zich ergens bemoeit, ze uiteindelijk marktleider worden.
Desktopvirtualisatie
In tegenstelling tot servervirtualsatie is de concurrentie op het gebied van desktopvirtualisatie helemaal open. De strijd gaat voornamelijk tussen VMware (VDI), Citrix, Sun en natuurlijk niet te vergeten Microsoft.
Microsoft heeft begin dit jaar een desktopvirtualiseerder (Calista) ingelijfd en zijn de banden met Citrix verstevigd. Met die stappen wil het bedrijf een stevige fundering aanbrengen voor het eigen virtualisatieproduct. Calista is een klein bedrijf gespecialiseerd in RDP-desktopvirtualisatie. Het zou Microsoft vooral gaan om Calista's technologie die de desktop vanaf de server vloeiender moet laten verlopen, vooral het grafische gedeelte. Clients, zo beweren beide partijen, kunnen zo profiteren van bijvoorbeeld multimediapakketten en verbeteringen in het renderen van beelden. Met deze overname hoopt Microsoft dus ook de desktopvirtualisatie meer naar zich toe trekken. Microsoft heeft daarnaast veranderingen in zijn licenties aangekondigd. De prijs die de gigant rekent voor Centralized Desktop zakken fors. Een jaarabonnement gaat 23 dollar kosten (dit was 78 dollar).
De traditioneel sterke banden van Microsoft met Citrix, en dan vooral Xensource, zijn verder aangehaald. Zo heeft Microsoft aangekondigd om met een compatibiliteitstool te komen voor XenServer en Hyper-V. Met deze tool moeten VM's tussen beide pakketten binnen Windows Server 2008 uitgewisseld kunnen worden. Beide partijen gaan daarnaast gezamenlijke desktopvirtualisatiepakketten uitbrengen. Die bestaan uit Windows Server 2008, Optimizes Desktop Solutions, XenDesktop en Presentation Server.
Citrix heeft Citrix Desktop Server aangekondigd. Deze virtualisatiesoftware is niet bedoeld voor het draaien van virtuele servers, een markt die de afgelopen maanden sterk gegroeid is, maar voor het virtualiseren van werkstations. De Presentation Server-software van Citrix wordt op dit moment al door zeer veel organisaties gebruikt en dit voordeel wil het bedrijf gebruiken in de strijd tegen onder andere VMware en Microsoft. Met de Desktop Server-programmatuur is het mogelijk om een serverfarm op te zetten waar een groot aantal virtuele desktops op gedraaid wordt. Gebruikers kunnen vervolgens via een thinclient of een traditioneel werkstation op een van de servers inloggen, waarna ze hun eigen desktop te zien krijgen.
Het verschil tussen Citrix Desktop Server en Citrix Presentation Server is dat gebruikers bij laatstgenoemde de backend met elkaar delen. Dat betekent dus dat één incorrect werkend programma problemen kan veroorzaken voor iedereen. Bij Desktop Server is dat niet het geval en delen gebruikers slechts via de hypervisor de hardware. Verder is het in Desktop Server mogelijk om compleet verschillende virtuele desktops aan te bieden, die afhankelijk van de gebruiker bepaalde programma's bevat. Overigens is het via de beheerssoftware wel mogelijk om alle gevirtualiseerde werkstations in één keer van een software-update te voorzien.
Sun Microsystems heeft het Duitse Innotek, aanbieder van open source virtualisatiesoftware, overgenomen. Met de software, VirtualBox genaamd, wordt Sun's xVM-platform verder uitgebreid naar de desktop, waardoor ontwikkelaars efficiënter applicaties kunnen bouwen, testen en gebruiken op meerdere platforms. Hiermee versterkt Sun zijn positie in de virtualisatiemarkt. Met VirtualBox is het mogelijk om op desktops of laptops meerdere besturingssystemen, zoals Windows, Linux, Mac of Solaris, naast elkaar te gebruiken
Wie uiteindelijk deze strijd gaat winnen, is niet helemaal te voorspellen. Op dit moment heeft
VMware met zijn VDI een voorsprong ten opzicht van de concurrentie.
Applicatievirtualisatie
Een geheel nieuwe ontwikkeling in de ict is het op aanvraag beschikbaar maken van applicaties met zeer hoge beschikbaarheid, de zogenaamde applicatievirtualisatie. Met behulp van applicatievirtualisatie kunnen Windows-applicaties gebruikt worden zonder dat er iets aan het lokale besturingssysteem wordt gewijzigd, laat staan dat er applicatiesoftware op de werkplek wordt geïnstalleerd. Met andere woorden, de applicatie wordt uitgevoerd, slaat gegevens op en print alsof hij lokaal aanwezig is, zonder dat er aan de lokale client iets aangepast wordt. Bronnen zoals cpu, geheugen, harddisk en netwerkkaart worden gebruikt voor de uitvoering van deze applicatie. De belangrijkste speler op de markt zijn op dit moment Microsoft met Softricity (bekend als softGrid), Altiris met Software Virtualization Solution (SVS), Citrix met Citrix Streaming Server en natuurlijk VMware met Thinstall.
Microsoft Softricity bestaat uit tweetal oplossingen namelijk SoftGrid en ZeroTouch. SoftGrid is de ‘engine' en verzorgt applicatievirtualisatie, on-demand delivery, gecentraliseerde policy-based applicatiemanagement en software license metering. ZeroTouch is de ‘front-end', biedt locatie-onafhankelijke toegang tot applicaties, self-service it, waarbij de eindgebruiker zelfstandig via een workflow toegang tot applicaties kan regelen, rapportages over softwaregebruik en applicatie deployment door middel van intelligente policies. Softgrid is helemaal geïntegreerd met active directory (AD) en toegang voor applicaties wordt geregeld via AD.
Applicatievirtualisatie, streaming-technologie zoals Citrix het noemt, zorgt ervoor dat applicaties op desktops en laptops in een geïsoleerde omgeving beschikbaar gesteld worden. In de traditionele server based computing (SBC) worden applicaties geïnstalleerd op een server en daar vandaan beschikbaar gesteld aan de gebruikers. In de streaming-technologie worden applicaties geïnstalleerd op de desktop of op laptop van de gebruikers. Streaming-technologie wordt in een tweetal Citrix-oplossingen gebruikt namelijk Citrix Presentation Server en Citrix Streaming Server. Citrix Streaming Server is zoals SoftGrid van Microsoft helemaal geïntegreerd met active directory en authenticatie voor applicatietoegang wordt geregeld vanaf AD.
SVS maakt het mogelijk applicaties sneller, eenvoudiger en beter beheersbaar op desktops beschikbaar te stellen. SVS biedt een nieuwe manier om software te gebruiken. Doordat applicaties en data in blokken, virtual software packages (VSP), geplaatst worden, is het eenvoudig deze te activeren, te resetten of te deactiveren. Altiris SVS biedt ondersteuning voor desktops en laptops. Gebruik van SVS in een terminal server-omgeving wordt niet ondersteund. Om SVS te gebruiken is er geen directory service of database nodig. In alle omgevingen waarbij de desktop of de laptop gebruikmaakt van Windows 2000/XP/2003 kan SVS toegepast worden.
VMware heeft na overname van Thinstall zich ook aangemeld als concurrent van Microsoft in de virtualisatie-oorlog. Thinstall is een clientloze applicatievirtualisatie-oplossing waarmee men bijna elke Windows-applicatie kan ‘packagen', distribueren en starten als een enkele exe op een pc zonder installatie en/of veranderingen van het lokale systeem (bestandssysteem/register). Deze exe bevat alle benodigde informatie als files, registry keys en dergelijke die de applicatie nodig heeft om op te starten. Thinstall draait volledig in user-mode. Je kunt Thinstall draaien op een terminal server of Citrix-metaframe-omgeving.
Conclusies
Steeds meer organisaties denken aan of zijn al bezig met virtualisatie. Servervirtualisatie is zeker niet onbekend, het bestaat al geruime tijd in de mainframe- en Unix-wereld. In de zogenaamde Intel-wereld is dit pas sinds een jaar of vier in opkomst. Op dit moment denkt zo'n 70 tot 80 procent van de organisaties in ieder geval aan een vorm van virtualisatie. Een groot gedeelte daarvan zal virtualisatie gaan toepassen op server niveau.
In het begin werd servervirtualisatie veelal toegepast voor consolidatie. Langzaam is de inzet verbreed en gebruiken organisaties het ook om hogere beschikbaarheid en flexibiliteit te kunnen bieden. Daarnaast is servervirtualisatie een uitstekend middel om uitwijkscenario's (disaster recovery) te creëren.
Applicatievirtualisatie is een ontwikkeling die nog maar net op gang begint te komen. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar het creëren van een stabiele en veilige desktop-omgeving die niet keer op keer door het overschrijven van dll's of via conflicterende registry-instellingen in de problemen komt. Bovendien heeft het werken met virtual software packages en sandboxes uiteraard een gunstig effect op de beveiliging.
Op de applicatievirtualisatiemarkt zijn Altiris, Microsoft/Softricity en VMware/Thinstall grote spelers. Hoewel de technologie van diverse aanbieders nogal van elkaar verschilt, is het principe iedere keer hetzelfde. Applicaties worden niet langer direct op de Windows-desktop geïnstalleerd. In plaats daarvan wordt iedere applicatie in een eigen virtuele omgeving geplaatst.
Met behulp van virtual desktop infrastructure kunnen ict-beheerders virtuele desktopmachines hosten en centraal beheren vanuit hun datacenter en eindgebruikers voorzien van een volledige desktopervaring die op elk gewenst moment en vanaf elke locatie beschikbaar is. Daarnaast bieden virtuele desktops ongekende verbeteringen op het gebied van beveiliging en zorgen voor lagere kosten en meer business.
Wat de beste oplossing is en welke aanbieder het beste past bij de organisatie is per situatie verschillend. Op het gebied van servervirtualisatie is VMware op dit moment de absolute nummer één. Dit geldt eigenlijk ook voor desktop- en applicatievirtualisatie. Op dit moment hebben VDI van VMware voor desktopvirtualisatie en Softgrid van Microsoft een lichte voorsprong ten opzichte van hun concurrenten.