De regio Twente onderkent het belang van een open glasvezelnetwerk. Infrastructuur en netwerkdiensten zijn daarbij gescheiden. Volgens de Stichting Breedband Twente is deze opzet van cruciaal belang voor lokale en regionale economieën. Samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven is wel een voorwaarde.
Grote bedrijven en organisaties benutten via eigen netwerken al de voordelen van een glasvezelinfrastructuur. Om ervoor te zorgen dat kleinere ondernemers en instellingen digitaal ook meekunnen, pleit de Stichting Breedband Twente voor een open breedbandige infrastructuur op basis van glasvezel. De opzet en het beheer hiervan kan echter niet aan de markt overgelaten worden, zolang er nog steeds monopolies of oligopolies dreigen van grote commerciële aanbieders, stelt de stichting. Zij wijst erop dat voor bijna elk maatschappelijk speelveld (bedrijfsleven, onderwijs, zorg en overheid) een goede en goedkope digitale infrastructuur van economisch levensbelang is geworden. Snelle realisatie van breedband – in feite uitgegroeid tot nutsartikel – in de regio is voornamer dan de hogere winst voor infrastructuuraanbieders bij een beperktere uitrol. De lokale en regionale overheden moeten hierin dan ook het voortouw nemen, meent de stichting.
Open netwerk
Deze opvattingen staan uiteengezet in de publicatie 'Het licht gezien' van Nirvi Mes. Het boek, onder auspiciën van de Stichting Breedband Twente verschenen, behandelt in een aantal hoofdstukken het belang van digitale netwerken en breedbandontsluiting. Ook biedt de uitgave technische uitleg, ervaringen en praktische handreikingen voor mensen die beroepsmatig met breedband te maken hebben, zoals beleidsambtenaren en beheerders van bedrijventerreinen.
Een centrale rol in 'Het licht gezien' is weggelegd voor de ontstaansgeschiedenis van de Twentse breedbaandaanpak. Begin 2000 ontstond in Enschede het eerste initiatief. De Universiteit Twente beschikte over een geavanceerd 'campus area netwerk' (can) van glasvezel. In de regio waren echter weinig internetproviders actief. Studenten die hun eigen bedrijf startten en op zoek moesten naar een provider buiten het campusnetwerk kregen onverwacht hoge kosten voor hun kiezen. Daardoor verdwenen de bedrijfjes weer of weken de starters uit naar Amsterdam waar de kosten lager uitvielen door de daar wel heersende concurrentie tussen netwerkoperators.
De universiteit en een aantal starters werkten in een reactie hierop het idee van een grensoverschrijdend internetknooppunt uit: de Nederlands Duitse Internet Exchange (NDIX). Naast de alma mater namen de OOM (Overijsselse Ontwikkelings Maatschappij), de gemeente Enschede en de provincie Overijssel aan het project mee. Nadat tevergeefs een commerciële netwerkaanbieder werd gezocht voor een 'dark fiber'-voorziening besloten de participanten zelf een glasvezelring aan te leggen. Het beheer van dit netwerk werd in handen gelegd van Trent, een stichting waarin kennisinstellingen en het bedrijfsleven participeerden. De deelnemers spraken af dat netwerken open moesten staan voor alle partijen: non-profit en profit. Wanneer een nieuwe partij toetrad zou Trent de extra inkomsten aanwenden voor de aanleg van een nieuw netwerk. Bovendien werden alle verbindingen via ethernet-switches gekoppeld aan de NDIX. Dit raamwerk vormt de basis van het Twentse netwerkmodel: een gemeenschap met een onbeperkte schaalbare infrastructuur waar iedereen verbinding heeft met hetzelfde knooppunt.
Goede buren
Volgens de auteur is het Twentse model succesvol gebleken omdat er eerst is gekeken naar het geheel en niet naar de snelle winst. Hij verwijst naar het Twentse ‘noaberschap' – buren die elkaar helpen: een eigenschap die ervoor gezorgd heeft dat er vandaag de dag op meer plekken in Twente moderne glasvezelnetwerken tegen lage prijzen in de grond liggen. Zelfs op bedrijfsterreinen waar commerciële partijen geen brood in zien!
In de Twentse opzet zijn de basisinfrastructuur en de netwerkdiensten duidelijk gescheiden. De basisinfrastructuur bestaat uit een buizenstelsel, waarin voor ieder gebouw een eigen buisje zit. Zijn er extra of nieuwe glasvezels nodig, dan kunnen die er doorheen geblazen worden zonder dat er graafwerk nodig is. De NDIX fungeert inmiddels niet alleen als knooppunt, maar ook als marktplaats waar vragers en aanbieders van diensten samenkomen. Dit kale netwerk en de neutrale marktplaats zijn in handen van beheerders die geen winstmaximalisatie, maar maatschappelijk rendement en continuïteit hoog in het vaandel hebben staan. Het aanbieden van de netwerkdiensten staat open voor iedereen. Hier ligt de ruimte voor commerciële partijen.
De Stichting Breedband Twente vindt dat deze opzet sneller zorgt voor vernieuwing en verbreding van een glasvezelinfrastructuur dan het mantra van de vrije markt. Vraagbundeling (goedkoper inkopen) en het voorkomen van gedwongen winkelnering zijn andere voordelen. Voorwaarde is wel netneutraliteit: elke gebruiker krijgt tegen dezelfde condities dezelfde prioriteit op het netwerk. Anders ontstaan er scheve verhoudingen tussen grote en kleine spelers.
Online
De publicatie 'Het licht gezien' (uitgeverij: Perspektief communicatieprojecten) kan worden aangevraagd of opgehaald via www.breedbandtwente.nl.