Het Chinese Politbureau zat achter de cyberaanval op Gmail-accounts in december 2009. Dat zou een 'Chinese contactpersoon' in januari 2010 gemeld hebben aan de Amerikaanse ambassade. Volgens de Chinese informant zou China al sinds 2002 digitale inbraken doen in Amerikaanse regeringscomputers en die van bondgenoten.
In december 2009 werden Google en twintig grote bedrijven het slachtoffer van een gerichte poging tot cyber-inbraak, zo meldde het online zoekbedrijf in januari. Via malware en phishing – het 'hengelen' naar login- en wachtwoordinformatie- zou zijn ingebroken op de Gmail-accounts van een onbekend aantal Chinese mensenrechtenactivisten. Google verdacht de Chinese regering van de aanval.
Dat vermoeden wordt nu bevestigd door documenten die in handen zijn gekomen van klokkenluiderswebsite WikiLeaks. Dat meldt de New York Times, die de documenten kreeg doorgespeeld.
Omleiden internetverkeer
In april 2010 zou Chinese staatstelecomprovider China Telecom daarnaast achttien minuten lang onjuiste routeringsinformatie hebben verspreid. Dat werd eind oktober 2010 bevestigd door een Amerikaans overheidsrapport.
De onjuiste routeringsinformatie suggereerde dat de snelste internetroute op dat moment via de Chinese provider verliep. Doordat andere DNS-servers in de wereld de onjuiste informatie overnamen, werd vijftien procent van het wereldwijde internetverkeer omgeleid via de provider.
Tot het omgeleide verkeer behoorde ook post die bedoeld was voor Amerikaanse gov- en mil-, domeinen, zo meldt het rapport. Ook al is vooralsnog onbekend of en wat de Chinese provider met de post heeft gedaan, toch bewijst deze gebeurtenis dat het omleiden van internetverkeer via vervuilde routerings-tabellen een beveiligingsrisico vormt, aldus het rapport.