De Tweede Kamer eist dat de algemene rekenkamer onderzoekt hoe het nieuwe informatiesysteem BVH landelijk kon worden ingevoerd terwijl vast stond dat het systeem van slechte kwaliteit is. Kamerbreed pleiten politieke partijen daarvoor tijdens een debat van de vaste kamercommissie Veiligheid en Justitie. SP-kamerlid Ronald van Raak: 'Er moet een diepgravend, onafhankelijk onderzoek komen waarbij de onderste steen boven komt.'
De kamerleden reageren op een uitgelekt evaluatierapport uit 2008, vlak voor de landelijke invoering van BVH (Basisvoorziening Handhaving). Daaruit blijkt dat de architectuur zwak is door oude technologie en door de grote diversiteit in gekoppelde applicaties. Dat zou een reden zijn voor de vele klachten van gebruikers over toegenomen administratieve rompslomp.
De politici zijn verbijsterd dat niets met het rapport is gedaan. Attje Kuiken van de PvdA: 'Waarom is het rapport onder de pet gehouden?' Hero Brinkman van de PVV: 'Dit rapport is megabelangrijk. Wie heeft het in de la laten liggen? Degene die er niets mee heeft gedaan, heeft bloed aan zijn handen. Dat is geen wanbeleid, maar een misdaad.'
Schoon opleveren
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie staat open voor een onderzoek door de algemene rekenkamer. 'Voordat we aan de nieuwe nationale politie gaan werken, moeten we alles schoon opleveren. Ik wil weten wat we krijgen en hoe we de nieuwe organisatie zo goed mogelijk kunnen neerzetten', zegt hij tijdens het debat. 'Deze feiten zijn nu op tafel gekomen. Wij zijn nu gehouden om uit te zoeken hoe dit heeft kunnen gebeuren. Elk nadeel heb z'n voordeel.'
Minister Opstelten zit in een lastig parket omdat hij tot vorig jaar als burgemeester van Rotterdam korpsbeheerder was van het politiekorps Rotterdam Rijnmond. De Tweede Kamerleden vragen hem of hij in die functie bekend was met het bewuste rapport uit 2008. De bewindsman ontkent. 'Bestuurlijk waren we niet bekend met het rapport. Dat geldt zowel voor het KBB (het beraad van korpsbeheerders, red.) als voor mij.'
Oude technologie
VVD-politica Jeanine Hennis-Plasschaert gaat inhoudelijk in op de situatie. 'Er is destijds bewust gekozen om oude technologie te gebruiken in combinatie met nieuwe grafische schillen. En dat terwijl de politie de strategie had om innovatief te zijn. Er is daarvoor voldoende technologie beschikbaar. Software die het werk van agenten ondersteunt en niet bepaalt.' Hero Brinkman valt Hennis-Plassaert bij. 'Zoek naar best practices. Elders zijn goede systemen beschikbaar. Die hoeven geen honderden miljoenen euro's te kosten.'
De kamerleden zien twee oplossingen voor de gebleken problemen met het politieinformatiesysteem. Kuiken: 'Of er komt een garantie dat het systeem binnen korte tijd beter gaat werken of de stekker gaat eruit.'
Gelukkig is er ook een politica, die inhoudelijk reageert. Je kunt als buitenstaander nooit beoordelen of alle kritiek terecht is. Bij de invoering van elk groot nieuw systeem (goed of niet) zijn er aanloopproblemen. Er zijn ook altijd concurrenten of interne dwarsliggers, die een systeem afkraken. Dat kan terecht zijn, maar soms moet je iets even de tijd geven. Zie OV Chipkaart. Eerst tot het bot toe afgekraakt, en nu hoor je er niets substantieels meer over.
Het is heel goed om oude technologie in de lucht te houden. Je doet dat alleen niet met grafische schillen omdat dat de laag is waar je gebruikers mee praten. Je doet dat met asynchrone transactionele berichtenservices (die aldus ontkoppeld zijn middels een berichtenwachtrij). Hierdoor voorkom je dat een hele keten bepalend is voor de responsiviteit en robuustheid zoals de gebruiker die ervaart. Ook voorkom je daarmee dat oude applicaties bepalend blijven voor het abstractieniveau waarmee gebruikers met nieuwe applicaties werken.
Een organisatie die zijn oude technologie niet voortdurend meeneemt, trekt bij alles wat het doet een onnodig grote wissel op zijn gebruikers. Er moet altijd gelijktijdig gewerkt kunnen worden en in beta worden uitgezet. Er vindt onnodige kapitaalvernietigingplaats. Ga zo maar door.
De technologie is dus wel goed, het wordt op de verkeerde manier gebruikt.