Er is nog steeds veel te doen over de mate waarin het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP) zijn ambitieuze doelstellingen weet te realiseren. De benchmark digitale dienstverlening van Ernst & Young en het onderzoek naar de status van de realisatie van de e-overheid door Telengy, tonen eens te meer aan dat techniek alleen niet voldoende is. Het gebruiken van de techniek en het daarmee realiseren van de door het Rijk beoogde doelstellingen vereist lokale sturing en regie op veel ingrijpender wijzigingen op decentraal niveau.
Het NUP beoogt een overheid die betere dienstverlening levert, daarbij minder regels nodig heeft, niet (meer) naar de bekende weg vraagt en ook nog eens zijn bedrijfsvoering efficiënter organiseert. Op de website van e-overheid wordt dit als volgt verwoord: 'Het NUP brengt focus, samenhang en structuur aan in de verbetering van e-dienstverlening aan burgers en bedrijven. Het doel van e-overheid is dat overheden informatie snel en vlekkeloos kunnen uitwisselen, zodat de dienstverlening aan burgers beter wordt. Daarvoor is een solide technische infrastructuur nodig.'
Uit de benchmark digitale dienstverlening 2010 van Ernst & Young (‘Digitale loketten gemeenten staan stil') en het onderzoek naar de status van de realisatie van de elektronische overheid van Telengy (juni 2010, ‘Gemeenten worstelen met invoering NUP') blijkt nu dat een solide technische infrastructuur alleen niet voldoende is.
Het Rijk heeft de doelstellingen zoals vastgelegd in het NUP afgestemd met de brancheorganisaties van provincies, gemeenten en waterschappen. Het NUP is ook door deze partijen (respectievelijk IPO, VNG en UvW) ondertekend. Vanuit het Rijk wordt veel energie, tijd en geld gestoken in het realiseren van de NUP-bouwstenen (lees: solide technische infrastructuur). Voor het vervolgens hiermee realiseren van de met het NUP beoogde doelstellingen (zie eerder) is het stokje nadrukkelijk bij de decentrale overheden gelegd. Voor het NUP geldt namelijk als hoofdlijn dat de bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid voor individuele onderdelen van het programma bij de sectoren zelf is neergelegd. Ditzelfde geldt ook voor de operationele uitvoering.
En juist daar blijkt nu de angel te zitten: het realiseren van de beoogde doelstellingen vraagt bij decentrale overheden om de nadrukkelijke steun en focus van de top van de organisatie en bestuurlijk commitment. Het succes blijkt in hoge mate te worden bepaald door de bevlogenheid van cultuurdragers en andere sleutelfiguren binnen de gemeente blijkt uit het onderzoek van Telengy.
Het realiseren van de solide technische infrastructuur kent een hoog technisch gehalte en bestaat uit projecten die centraal kunnen worden geregisseerd. Het gebruiken ervan en het daarmee realiseren van de beoogde doelstellingen, vraagt om organisatorische (en dus veel ingrijpender) veranderingen die ook nog eens lokaal geïnitieerd, gestuurd en geregisseerd moeten worden.
Vertaald naar een andere branche: een landelijk opererende bakkerijketen wil beter brood leveren en ontwikkelt met de leverancier een nieuw soort meel waarmee dit betere brood gebakken kan worden. De directie van de bakkerijketen denkt vervolgens haar doelstellingen te hebben gerealiseerd, door te volstaan met het door de leverancier bij de lokale bakkers laten bezorgen van het nieuwe meel.
Misschien wordt het voor het Rijk nu tijd om het gebruik van het nieuwe meel niet af te laten hangen van de toevallige bevlogenheid van de lokale bakkers, maar hier zelf veel nadrukkelijker op te sturen. Immers, het uiteindelijke (landelijk beoogde) succes wordt bepaald door het daadwerkelijk gebruiken en toepassen ervan.
Ik ben het met de strekking van het artikel eens. Er dient veel meer centrale sturing, beleid en standaardisatie te komen op het gebied van de e-government. Daarnaast moeten gemeenten ook extern worden ondersteund op het gebied van verandermanagement.
Zolang elke gemeente zelf moet uitvinden hoe je brood moet bakken en hoe te verkopen schiet het niet op. Zeker als er steeds ander meel gestort wordt….
Samenwerken op regioniveau is nu onmogelijk terwijl elke weldenkende ambtenaar weet dat veel zaken bij iedereen het zelfde is.
Waarom geen centrale KCC (provinciaal)? de de post, digitale en telefonische vragen behandeld, paspoorten enz digitaal kunnen aanvragen en alleen op halen op een willekeurig gemeentehuis. Zal een hoop van het NUP gerealiseerd kunnen worden. En hebben gemeenteambtenaren weer tijd voor het echt helpen van de inwoners.