HP heeft een rechtszaak verloren die het technologiebedrijf had aangespannen tegen de Nederlandse Belastingdienst. Met de rechtszaak hoopte HP te bereiken dat de fiscus een aanbesteding voor diensten van ict service management zou terugdraaien. De opdracht werd volgens HP onterecht gegund aan concurrent IBM, al langere tijd ict-leverancier bij de Belastingdienst. IBM voegde zich in de rechtszaak aan de zijde van de fiscus.
HP had op drie onderdelen bezwaar tegen de keuze van de Belastingdienst voor IBM. Zo zou een van de benodigde klantreferenties die IBM in de aanbestedingsprocedure bij de Belastingdienst aandroeg, te klein en te simpel zijn om als referentie te fungeren. Het betreft een opdracht voor Vodafone Turkije. De rechter vindt dat HP zijn stelling echter onvoldoende heeft onderbouwd.
Een ander punt betreft de geboden oplossing. HP vindt dat de offerte van IBM niet de gevraagde out-of-the-box oplossing biedt. De door HP gehanteerde definitie van out-of-the-box vindt de rechter echter te beperkt. Het gaat weliswaar om een min of meer kant-en-klaar product, maar wel een die voldoende flexibel is zodat hij kan worden aangepast voor de specifieke wensen van de opdrachtgever. Opnieuw schuift de rechter de bezwaren van tafel.
Strategische inschrijving
Het derde bezwaar van HP betreft de prijs die zijn concurrent in de offerte vraagt. Die prijs zou te laag zijn, namelijk de helft van wat HP vraagt. Dat kan duiden op een ongeoorloofde strategische inschrijving. Of IBM zou bij de prijsstelling geen rekening houden met de minimumeisen waaraan de opdracht moet voldoen. De rechter zegt dat de aanklager later in de rechtszaak echter niet op dit punt is teruggekomen en acht het bezwaar daarom niet relevant.
HP wilde met de rechtszaak bereiken dat de Belastingdienst de oude aanbestedingsprocedure intrekt en een nieuwe procedure organiseert. Nu de rechter het bedrijf in het ongelijk stelt, is die kans klein.