Voor 1 maart 2010 adviseert een speciale werkgroep staatssecretaris Frank Heemskerk (Economische Zaken) over het stimuleren van de aanleg van breedbandnetwerken, zoals glasvezel, in Nederland. Eerder besliste Heemskerk dat lokale overheden financieel mogen bijspringen als commerciële aanleg van de netwerken onvoldoende van de grond komt. De werkgroep adviseert over de rol die decentrale overheden kunnen vervullen en brengt de behoeften en groeipotentie in kaart.
Begin november 2009 verzocht de Tweede Kamer staatssecretaris Heemskerk om een plan uit te werken voor de landelijke aanleg van glasvezelnetwerken. Zowel de kamerleden als Heemskerk beseffen dat Nederland nu weliswaar voorop bij het gebruik van breedbandinternet, maar moeite moet doen om deze voorsprong ook bij de ontwikkeling van nieuwe technologie te behouden.
Financieel bijspringen
Heemskerk vindt dat dat voornamelijk een taak van marktpartijen is, doordat zij betere investeringskeuzes maken dan de overheid. Daar waar de marktpartijen het laten afweten kunnen decentrale overheden, zoals provincies en gemeenten, financieel bijspringen. Ook kunnen zij helpen met het samenbrengen van partijen, bij het voeren van regie over de graafwerkzaamheden en bij het bundelen van de vraag.
De task force bestaat uit zes politici, waaronder burgemeester Ferd Crone van Leeuwarden, de Haagse wethouder Frits Huffnagel en gedeputeerde Jos Hessels van Provincie Limburg. Laatstgenoemde opperde in juni 2009 dat Limburg tot honderd miljoen euro moet investeren in de aanleg van een provinciaal glasvezelnet. Dat geld zou afkomstig zijn van de verkoop van Essent-aandelen.
Webcast: verandering door glasvezel
Nederland loopt weliswaar voorop bij het gebruik van breedbandinternet, maar het zal moeilijk worden om deze voorsprong bij de ontwikkeling van nieuwe technologie te behouden. In deze webcast worden de veranderingen die glasvezel teweeg brengt, besproken aan de hand van drie subthema's: – Gevolgen voor de infrastructuur van de onderneming. – Meer bandbreedte; wat zijn de gevolgen voor het bedrijfsleven? – Verschuiving naar de cloud, virtualisatie en het datacenter.
Ik snap niet waarom men zo verzot is op glasvezel. Ze smijten met bedragen in de orde van honderden miljoenen, maar je komt van electronisch en je moet weer naar electronisch. Daartussen ga je dan met licht, maar op afstanden van verdeelkast naar voordeur (tot zo’n honderd meter) is coaxiale koper efficiënter. Het lijkt me een stuk handiger dat de overheid concurrentie op de kabel mogelijk maakt. Daar zijn snelheden op mogelijk tot ver over een 1 Gbit/s. En de verdeelkasten zo aanpassen dat er zowel tranceivers voor coax als voor glasvezel in kunnen zodat je één transparante infrastructuur krijgt. Of dat Ziggo en UPC de infrastructuur maar terug moeten verkopen aan de staat en – net als de rest – producten aanbieden op de kabel.
Wat ik wel begrijp is dat men niet luisterd naar die mensen die eerst wijzen op het inrichten van een beter , sneller en veiliger deel van het internet in Nederland. Dit door het implementeren van IPv6, DNSSec en geef de eidngebruiker nou eens de kans om zich te bekwamen in die zaken die hij/zij nu heeft. Men gebruikt maximaal 34% van de kracht in de applicaties die men op de systemen voor gebruik heeft draaien, ongeacht operatingsysteem. We staan op de 4e plek als het aankomt op snelheid, laten we nu eens verstandig zijn en de generaties na ons beter leren omgaan met wat er zich al voor hun neus bevindt!!! Fiber kan ook nog wel wat later. Koper biedt nog wel even houvast.
Laat de markt z’n werking gewoon doen
In regio Eindhoven zijn er al een aantal gemeenten met glasvezel tot in de meterkast. En nu kunnen de UPC’s en Ziggo’s ineens wel hogere bandbreedte leveren
Hier is geen één werkgroep aan te pas gekomen
Vreemd dat hier veel geld in wordt gestoken terwijl op veel plaatsen al snelle internetaansluitingen te krijgen zijn. En dat terwijl er nauwelijks geld wordt vrijgemaakt voor de invoering van IPv6. Is het niet mogelijk om binnen deze glasvezelwerkgroep extra aandacht te besteden aan IPv6 om zo toch een deel van het geld nuttiger te besteden?