Kan een topambtenaar zowel bestuurslid zijn van een organisatie die overheidsopdrachten verstrekt, als van een adviesbureau dat daarvan profiteert? Het gebeurt in de praktijk bij adviesbureau Het Expertise Centrum (HEC). Concurrenten vinden de gang van zaken ongelooflijk, de verantwoordelijk staatssecretaris ziet het probleem niet.
De sfeer is opgetogen, op 9 oktober 2007, in het pand van het ict-uitvoeringsorgaan (ICTU) van de overheid. Bijeen aan de Haagse Wilhelmina van Pruisenweg zijn de topmannen van de bedrijven aan wie de negen door de ICTU eerder dat jaar uitgegeven ict-contracten zijn gegund. De negen contracten garanderen de bedrijven in de komende vier jaar een gezamenlijke inkomstenbron van 160 miljoen euro. Om daar aanspraak op te kunnen maken, moet aan een ongekend eisenpakket worden voldaan. Het zijn dan ook de gebruikelijke automatiseringsbedrijven die als winnaar uit de bus komen en de contracten mogen tekenen: Ordina, Atos Origin, Sogeti, CapGemini, KPMG, Deloitte. Een feest der herkenning. Handen worden geschud en de gelukkigen gaan met elkaar op de foto. Met ‘een glaasje cola’ wordt er getoast op de gesloten overeenkomst.
Toch is er dit keer iets uitzonderlijks aan de hand. Zes van de negen contracten zijn mede in de wacht gesleept door een gelegenheidscombinatie van het Zoetermeerse bedrijf Verdonk, Klooster & Associates (VKA) en Het Expertise Centrum (HEC). Dat is opvallend, omdat de stichting HEC in 1988 door het eerste kabinet Lubbers is opgericht met als belangrijk doel het voorkomen dat de overheid bij grote ict-projecten door marktpartijen een poot wordt uitgedraaid. Dat HEC naar eigen zeggen een organisatie ‘van en voor de overheid’ die ‘van top tot teen weet hoe de publieke sector in elkaar steekt’ allang niet meer pure non-profit speler was, is algemeen bekend. ‘Maar hóe nauw de banden zijn met adviesbureau VKA, werd me die dag in oktober duidelijk’, zegt één van hen.
Belangenverstrengeling
De samenwerking verandert namelijk het karakter van Het Expertise Centrum: van onafhankelijk overheidsadviseur naar deels commercieel bedrijf. Dat is vooral betekenisvol omdat twee topambtenaren bestuursfuncties vervullen bij zowel Het Expertise Centrum als het ICTU. Ze zitten dus zowel in het bestuur van de opdrachtgever als in dat van de opdrachtnemer. Een feit dat, hoewel in principe openbaar, niet algemeen bekend is, blijkt uit de reacties op vragen van Intermediair.
‘Ongelofelijk’, zegt een hooggeplaatste medewerker van een van de grote zeven automatiseerders. Hoewel hij, noch de bedrijven die Intermediair sprak ‘aanwijzingen’ zegt te hebben dat er bij de aanbesteding in 2007 onoorbaar is gehandeld door het ICTU of HEC, is men niet blij met de gang van zaken. Een topman van een andere marktpartij die bij de aanbesteding betrokken is, zegt: ‘Dat er op zijn minst sprake is van de schijn van belangenverstrengeling door de dubbele bestuursfuncties van deze topambtenaren, is volstrekt helder’.
Aanbestedingen
Jan Willem Holtslag is secretaris-generaal - de hoogste ambtenaar – van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In april 2007 wordt hij door zijn baas, de net aangetreden staatssecretaris Ank Bijleveld (CDA), benoemd tot bestuursvoorzitter van het ICTU. Dat Holtslag sinds 2001 ook bestuurslid is bij Het Expertise Centrum vormt daarvoor geen beletsel, oordeelt Bijleveld, ondanks dat HEC dan al jaren ook voor commerciële partijen zoals verzekeraars werkt . Ook Holtslag - die zichzelf typeert als ‘ontzettend ondigitaal’ - is die mening toegedaan. ‘Ik heb daar geen probleem in gezien. Tegengestelde belangen zijn er overal in het leven. Het ICTU-bestuur moest worden geleid’, zegt hij in een telefonische reactie. Bovendien opereert zowel het ICTU- als HEC-bestuur ‘op afstand’, benadrukken zowel Bijleveld als Holtslag.
Van de dagelijkse gang van zaken hebben bestuurders geen kennis. Dat wordt, volgens Holtslag, anders als het ICTU in augustus 2007 de gunning van de ICT-contracten openbaar maakt. ‘Goed aanbesteed, goed besluit en een mooie kans voor HEC’, denkt Holtslag als de uitslag van de aanbesteding hem onder ogen komt. Dat de schijn van belangenverstrengeling daarmee gewekt is, komt niet in hem op. Ook niet als VKA en HEC in december 2007 aankondigen ‘binnen één onderneming samen verder te gaan’. Holtslag: ‘Nee, op geen van de drie door u genoemde momenten heb ik daar aan gedacht, want er zijn geen fouten gemaakt. Ik heb me keurig aan de regels gehouden. Als nu toch de beeldvorming ontstaat van vermengde belangen, spijt me dat. Maar er is geen reden voor argwaan.’
Als verschoningsgrond noemt Holtslag dat ‘zijn nevenfuncties publiekelijk bekend zijn’ en hij ‘slechts zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid nam’ toen hij in april 2007 door zijn politieke baas werd gekroond tot ICTU-voorzitter. Verder wijst hij erop dat hij onlangs bekendmaakte het ministerie van Binnenlandse Zaken per 1 maart te verlaten en daarmee zijn nevenfuncties eindigen. De opzeggingsbrieven aan het ICTU en HEC zijn overigens nog niet verstuurd. ‘Ik heb ze gisteren ondertekend’, zegt Holtslag.
Integriteit
Verantwoordelijk staatssecretaris Bijleveld laat in een schriftelijke reactie weten Holtslags vertrek aan te grijpen ‘om opnieuw te bezien’ of er, net als bij zijn benoeming tot ICTU-voorzitter, ‘zwaarwegende redenen zijn een ambtenaar op die positie te benoemen’, zoals de interne voorschriften eisen. Daarbij laat ze niet onvermeld dat ‘als ik tot een ander besluit zou komen, dat niet is ingegeven door angst voor het soort van belangenverstrengeling waar u aan refereert’. Want de persoonlijke integriteit van Holtslag is voor haar ‘boven elke twijfel verheven’.
Holtslag is niet de enige bestuurder die ‘een gevoel van onbehagen’ bij marktpartijen oproept. Mariëtte van Wieringen, secretaris (en daarmee hoogste ambtenaar) van de provincie Zuid-Holland, is ook lid van zowel het ICTU- als HEC-bestuur. Maar Van Wieringen is zich van geen kwaad bewust. Ook zij bestuurt immers op afstand en handelt integer, zegt ze.
Geconfronteerd met de kritiek van marktpartijen zegt Van Wieringen in een telefonische reactie: ‘Rot op! Ik zit hier volstrekt publiekelijk in, slechts namens en voor de provincie.’ De vraagtekens die haar dubbelfunctie oproepen ‘Ik heb daar nooit iets van gemerkt’ noemt Van Wieringen ‘absurd’. Een dag later laat ze in een schriftelijke reactie weten dat ‘het de verantwoordelijkheid van elk bestuurslid is, om op het moment dat een verstrengeling van belangen op enigerlei wijze aan de orde zou kunnen zijn, dit te signaleren en zich niet te mengen in een desbetreffende discussie’.
Haar politieke baas, commissaris van de koningin Jan Franssen (VVD) wil slechts kwijt dat ‘hij zich niet bemoeit met de bestuursfuncties van mevrouw Van Wieringen’.
Publiekelijk uitspreken?
Leo Smits, directeur van HEC, ziet geen enkele reden tot bezorgdheid. ‘De samenwerking met VKA is voor ons noodzaak, anders hebben we niet de omvang die nodig is om in te schrijven bij dergelijke aanbestedingen. De inkomsten van HEC en VKA blijven trouwens volstrekt gescheiden.’
ICTU-directeur Elly Bogerman zit met de situatie in haar maag. Bogerman: ‘Het ICTU-bestuur heeft zich absoluut niet bemoeid met de aanbesteding. Die is volledig zuiver geweest. Dat marktpartijen dat ook zeggen is fijn.’ Zowel Smits als Bogerman waren op de hoogte van de dubbele bestuursfuncties van Holtslag en Van Wieringen, maar grepen niet in. Bogerman: ‘Omdat ik nooit reden heb gezien om in te grijpen of ze te adviseren als bestuurslid bij HEC te stoppen. Het gaat al jaren zo.’ Dat nu ‘mogelijk de schijn van belangenverstrengeling’ ontstaat, vindt Bogerman ‘jammer’.
Vooralsnog zien zowel Smits als Bogerman geen reden om zelf in te grijpen. Bogerman: ‘Ik heb geen bemoeienis met de benoeming van ICTU-bestuurders. Dat doet de staatssecretaris. Maar we gaan het hier intern bespreken en er met marktpartijen over praten als ze hier aan tafel zitten’. Die zullen echter niet het achterste van hun tong laten zien. ‘Je publiekelijk uitspreken over het punt dat u maakt, kan je schade berokkenen’, verklaart één van de bedrijven tegenover Intermediair. Want wie dat doet, loopt het risico buitengesloten te worden? ‘Eufemistisch gesteld: daar zit een kern van waarheid in.’
Dat roept de vraag op wat brancheorganisatie ICT-office weet van deze marktverstoring. ‘Niets’, laten ze via een woordvoerder weten. Wel hebben ze een advies. ‘Het zou goed zijn als beide bestuurders hun dubbelfuncties ontvlechten’. Daartoe kan ICT-office ze echter niet verplichten. ‘VKA en HEC zijn beide geen lid bij ons en hebben dus de gedragscode niet ondertekend.’
Iedereen weet dat HEC een zeer groot stuk van de taart claimt als het gaat om advieswerk binnen de overheid en dat het gevoel van ‘vest zak, broekzak’ wel al te vaak naar voren komt.
De uitdaging voor andere adviesorganisaties die aanbestedingen begeleiden, om een positie te claimen binnen de overheidsmarkt is daardoor immens en soms niet realistisch. Immers, je concurrent weet alle ins en outs van de overheid, kent alle besluitvormers en heeft een ‘voorkeurs’ positie, met name op basis van de in het verleden verworven rechten. Als dat nou eens gelijk getrokken zou worden, dan zou de concurrentie al een stuk eerlijker worden.