De Europese Commissie stelt ruim driehonderd miljoen euro beschikbaar voor de oprichting van het Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT). Het wordt een netwerk van allerlei kennisinstellingen en geen echte tegenhanger van het befaamde Amerikaanse MIT.
De 27 lidstaten van de Europese Unie hebben afgelopen week besloten 308,7 miljoen euro te investeren in het nog op te richten Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT). Hiermee willen ze de economie een technologische impuls geven om de achterstand op de Amerikanen te dichten. Het idee voor een technologiecentrum komt oorspronkelijk uit de koker van de Europese Commissie. Afgelopen september gaf het Europees Parlement al zijn goedkeuring voor de oprichting ervan.
Het EIT krijgt als doelstelling om, door samenwerking tussen onderzoeksgroepen, universiteiten en technologiebedrijven, het totale onderzoeksbudget in Europa te verhogen tot 3 procent van het bruto binnenlands product. Momenteel blijft het percentage steken rond de 1,8. In de Verenigde Staten wordt ongeveer 2,7 procent van het bruto binnenlands product besteed aan onderzoek.
MIT
De Europese Commissie had eigenlijk een onderzoeksinstituut à la het befaamde Massachusetts Institute of Technology in Boston voor ogen, maar neemt nu genoegen met een losser samenwerkingsverband van kennisinstellingen.
In eerste instantie zal het EIT zich vanaf komend jaar richten op energie, klimaatverandering en informatietechnologie. Van 2008 tot 2013 gaat het instituut een slordige 2,4 miljard euro kosten. Het is de bedoeling dat het geld deels wordt bijeengebracht door overheden, het bedrijfsleven en uit de eigen activiteiten. De Europese Unie stelt nu dus 308,7 miljoen euro beschikbaar.