Het zal nog enkele jaren duren voordat ict echt als nutsmiddel ingezet kan worden, ook in Nederland. “Het kost tijd, veel tijd, maar we gaan uiteindelijk wel die kant op”, zegt consulting manager Peter Vermeulen van IDC Benelux.
|
Daarnaast zijn er eerst investeringen nodig om de mogelijke besparingen van ict als nutsmiddel te bereiken. “Je moet namelijk éérst consolideren voordat je aan utility computing kunt beginnen. Bedrijven consolideren nu wel, maar doen dat niet voor utility computing”, merkt Vermeulen op.
Defensief
“Investeren in utility computing is nu vooral een defensieve investering”, erkent hij. “Het dient om efficiënter gebruik te maken van de huidige infrastructuur, die toch al als gemeengoed wordt gezien.” De it wordt directer aangesloten op het bedrijf én de afdelingen daarin. “De gebruiker betaalt en de betaler gebruikt”, vat Vermeulen samen.
Consolidatie om van ict nutsmiddel te maken kan in één grote operatie, zogeheten big bang-implementaties, maar dat gebeurt weinig. “Je kunt dan wel een bepaalde efficiëntie behalen. Het zijn met name de grote bedrijven die dit doen, maar dat zijn er hooguit enkele tientallen in Nederland.”
Het volledige, ‘echte’ utility computing lijkt dus nu nog beperkt tot de grote ondernemingen. Vermeulen schat dat het nog zeker drie tot vier jaar duurt voordat middelgrote en kleine ondernemingen erop overstappen. “Het moet voor het mkb eenvoudiger worden dan het nu is.”
Hij zegt dat de vaagheid over het begrip zelf ertoe bijdraagt dat het nog niet breed is aangeslagen: “Sommige asp’s doen ook dingen die onder utility computing vallen.” De ondertitel van zijn rapport luidt dan ook: ‘Met twee vingers in het stopcontact’. “Ik vergelijk het met de komst van stroom in het stoomtijdperk; de hele infrastructuur moet om.”
Standaarden nodig
“Bovendien moeten er voor utility computing nog standaarden komen. Aan twee kanten: bij gebruikers en bij leveranciers.” Eerstgenoemden dienen klaar te zijn voor de nieuwe manier van computergebruik, zowel qua infrastructuur als qua organisatie. Laatstgenoemden moeten compatibiliteit bieden, redeneert de IDC-analist.
Hij ziet voor gebruikers veel voordelen in virtualisering van hun ict-infrastructuur. “Dat kan op twee manieren: omhoog en omlaag. Het eerste is met meer systemen, het tweede met systeempartities, virtuele servers en virtuele opslaggebieden.” In het laatste geval zijn nieuwe systemen – waaronder dus ook utility-ict van derden – makkelijker aan te sluiten op de dan bestaande omgeving.
Flexibel: alleen meer
Een groot gebrek in het huidige utility-aanbod is volgens Vermeulen het ontbreken van echte flexibiliteit. “Hoe flexibel is flexibel? Je kunt nu wel meer afnemen tegen een meerprijs, maar het kan nog nauwelijks minder tegen lagere kosten.”
Hij schetst de evolutie van ict-gebruik: kopen, extern gebruiken, leasen, gebruik op basis van bedrijfsvoorspellingen (forecasting), gebruik op onvoorspelde basis, en het uiteindelijke ‘echte’ utility computing. Dat laatste is de culminatie – en mogelijk ook optelsom – van de voorgaande ict-gebruiksmodellen.
Deze opzet doet deels denken aan het aloude mainframemodel, waarbij het systeem reeds meer capaciteit in zich heeft dan de klant gebruikt. “Banken doen dat al veel; het unlocken van capaciteit. We hebben het echter dan nog altijd over éxtra capaciteit. De flexibiliteit is er niet voor m�nder capaciteit.”
Softwarelicenties
Die alleen opwaartse geldende ‘flexibiliteit’ geldt ook voor een ander utility computing-struikelblok: softwarelicenties. “Eenmaal gekocht, blijft gekocht”, vat Vermeulen samen. “De software-industrie weigert hierin mee te gaan.” De trend naar meer outsourcing brengt daar echter verandering in, redeneert hij. “Licenties en software worden daarbij op één hoop gegooid, onder de kostenpost dienstverlening.”
“Net zoals binnen grote bedrijven; die doen intern al aan dienstverlening. Dat is ook logisch, want je moet intern op orde zijn voordat je aan utility computing kunt beginnen. Je moet het zelf als utility kunnen doen.” In de meeste gevallen is het echter puur een privé-nutsmiddel en betreft het een minderderheid. Vermeulen schat dat er in Nederland hooguit tien bedrijven zijn die dit niveau al hebben bereikt. “Ook daar lopen de grote bedrijven voorop.”
“Kleinere bedrijven hebben ook nauwelijks nut van een private utility. Zij dienen het schaalvoordeel bij derden te halen.” Ironisch genoeg zijn het juist de kleinere bedrijven die als eerste consolideren, maar dat komt ook voort uit het feit dat hun ict-infrastructuur relatief eenvoudiger is, aldus Vermeulen.
Wie gaat leveren?
Utility computing is en blijft dan ook een complexe zaak. IDC-analist Vermeulen verwacht dat het uiteindelijk niet de huidige uitdragers van ict-als-nutsmiddel zullen zijn die het leveren. “Wie gaat het leveren? Je hebt nu de telecom- en datacommunicatiebedrijven, de systeemintegratoren, en de fabrikanten-dienstverleners. De laatstgenoemde groep pikt het nu op, die bedrijven nemen het voortouw. Die kunnen het nu wel realiseren.”
IDC meent echter dat het op termijn de telecomleveranciers zullen zijn, die utility computing waarmaken. “Utility computing moet héél betrouwbaar zijn, het is immers een nutsmiddel. De telecom- en datacommunicatiebedrijven kunnen dat het beste. Het is namelijk een one-to-many model, terwijl systeemintegratoren juist zijn gericht op aanpassingen (customization). Weliswaar massaal, maar toch. Dat is op termijn niet kosteneffectief voor utility computing.”
De fabrikanten annex dienstverleners (zoals IBM, HP en Sun) richten zich ook wel op de massa, maar proberen hun producten tegelijkertijd te laten verschillen om zich te onderscheiden. “Terwijl een utility juist van gelijke kwaliteit moet zijn, ongeacht van welke leverancier”, oordeelt Vermeulen.
Telecom
De huidige voortrekkers van utility computing krijgen op termijn de rol van technologie- en componentenleveranciers aan de telecombedrijven, zoals KPN en British Telecom. Die leveren dan de daadwerkelijke utility-dienst, voorspelt IDC.
Het is nog onduidelijk op welke termijn deze voorspelde omslag van leveranciers naar telecombedrijven als KPN en BT zal plaatsvinden. “Sommige analisten denken dat dit over een paar jaar gebeurt”, zegt Vermeulen subtiel. Hij schaart zich daar dus niet achter. “Ik denk dat het langer zal duren, ook hier in Nederland.”
“KPN is al jaren aan het schuiven.” De IDC-analist speculeert dat het telecomconcern zoekende is en wellicht bezig is zich mooi te maken voor een overname. Hij verwacht qua utility computing meer van BT, maar schort dit op in afwachting van de integratie van dat telecombedrijf met Syntegra. “Bovendien moet BT, net zoals alle telco’s, nog leren praten met de it-manager bij klanten.”< BR>