Minister Donner kan zich vinden in de conclusies uit het rapport van de Algemene Rekenkamer over inzet van en besparing met open source software bij de overheid. De onderzoekers adviseren de overheid zich bij de keuze voor software te laten leiden door beleid en strategie en niet door het vooruitzicht van kostenbesparing. Alle ministeries hebben al sinds 2009 een informatiestrategie en een daaruit afgeleide ict-strategie, aldus de bewindsman.
Donner reageert op het rapport dat op 15 maart 2011 werd gepresenteerd door president Saskia Stuiveling van de Algemene Rekenkamer. Het rapport wijst erop dat niet de kosten, maar strategische doelen leidend moeten zijn bij de keuze voor gesloten of open software bij het Rijk.
Onderzoekers bevelen de minster aan om na te gaan in hoeverre ministeries hun softwarekeuzes maken op basis van strategische doelstellingen op ict-gebied en daarvoor criteria te formuleren. Dat is volgens Donner dus het geval. Hij verwijst daarbij naar het actieplan NOiV uit 2009, dat het gebruik van open standaarden en open source software door overheden stimuleert en hun leverciersafhankelijkheid op het gebied van ict moet verminderen.
Langetermijnvoordelen
Het is volgens de minister 'niet op voorhand mogelijk om een specifiek deel van het softwarelandschap aan te wijzen dat open kan worden gemaakt'. Hij zegt dat het per organisatie echter wel mogelijk is.
'Het kabinetsbeleid plaatst de overstap naar open standaarden en/of open source software vooral in het licht van langetermijnvoordelen en economisch maatschappelijke baten van betere samenwerking en efficiëntere gegevensuitwisseling binnen en tussen organisaties', aldus Donner.
Verwachtingen
In het rapport van de Rekenkamer wordt de overheid aangeraden om geen hoge verwachtingen te hebben van kostenbesparing met open source software. De besparingen zitten vooral in de gratis softwarelicenties. Licentiekosten bepalen bij ministeries slechts 4 procent van het totale budget voor hardware en software.
Het onderzoek kijkt alleen naar de ict-situatie bij de diverse ministeries. Zelfstandige bestuursorganen (zbo's) en decentrale overheden bleven buiten beschouwing, terwijl de Tweede Kamer daarom wel had verzocht. Dit heeft tot politieke verontwaardiging geleid.
En hoe wordt het NOiV beleid in de praktijk toegepast? Persoonlijk heb ik daar weinig hoge verwachtingen van maar het lijkt verstandig om hier meer over te weten te komen.
Lijkt mij een interessant onderwerp voor Computable om dit eens uit te diepen.
De conclusie van de ARK geeft wel aan dat ze niet ter zaken kundig zijn. Linux servers hebben vaak een beter preformance dan windows servers dit resulteerd in minder benodigde rekenkracht. En kan dus met minder harware resources toe. Dit scheeld niet alleen licenties maar ook energie kosten en vloerruimte voor het reken centrum.
Peter heeft een punt: hoe zit dat dan met de implementatie van het beleid neergelegd in NOiV?
Een ander punt is het punt van beheer en kosten. Minister Donner heeft als volksvertegenwoordiger deelgenomen in een beleidsbeslissing die heeft geleid tot grote financiële ombuigingen. Afhankelijk van hoe je wilt kijken tussen de 18 miljard en de 7. Het feit dat (veel) bezuinigd moet worden, zou elke mogelijkheid tot kostenreductie onderzocht en vooral uitgevoerd moeten worden.
De Algemene Rekenkamer zegt: “Niet de kosten, maar de strategische doelen leidend moeten zijn bij de keuze voor gesloten of open software bij het Rijk.”
Dus: niet naar je kosten maar naar je strategie kijken. Wat is dan het strategische doel achter software wordt dan de vraag. Dat is, in mijn ogen, automaten gebruiken bij je dagelijkse werk. Niks meer, niks minder.
Automaten zijn dus een kostenpost binnen de bedrijfsvoering (van het ministerie). Algemeen aanvaard principe met kosten is: laag houden.
Onderdeel van de strategie rond software is dus automaten gebruiken tegen zo laag mogelijke kosten. Jeroen wijst op een onderliggend punt waar het gaat over kosten.
Uitgaande van deze punten die dus in de strategie rond het gebruik van software zijn aan te wijzen, is de conclusie van de Rekenkamer in te zetten om per direct open source software te nemen. Kosten mogen geen rol spelen, de strategie is leidend. Open source is de gratis qua licenties en dus de goedkoopste software. Alle overige kosten die als belemmering worden genoemd, zijn volgens de Rekenkamer geen argument. Toch?
“Het onderzoek kijkt alleen naar de ict-situatie bij de diverse ministeries. Zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) en decentrale overheden bleven buiten beschouwing, terwijl de Tweede Kamer daarom wel had verzocht. Dit heeft tot politieke verontwaardiging geleid.”
Het blijft een ongeregeld en loshangende zooitje daar op Het Binnenhof. Hoe wil dit amateuristische clubje ons land goed kunnen besturen, (en bezuinigingen doorvoeren) als er nog een onderlinge stammenstrijd is tussen de verschillende “bestuurs-organen”..