Groove Networks van Ray Ozzie is een cocktail van software en diensten die groepen laat samenwerken over de grenzen heen van bedrijven en organisaties. Het is een ‘peer-to-peer’-platform dat flexibiliteit, efficiëntie en kosteneffectiviteit zou bieden en een schaalbaarheid die met client/server ondenkbaar is. Netwerkbeheerder kabouter Eikel maakt zich echter zorgen over beveiliging en beheer. ‘Peer-to-peer’ is immers Napster en Napster is anarchie. Is het nu ‘alle macht aan de peren’ of behoudt de automatiseringsafdeling met managementtools van Groove nog enige controle?
In het grote kabouterbos woonde eens – laten we zeggen het was 1989 – een kabouter die Ozzie heette. Ozzie was o zo verlegen maar kon wel geweldig goed overweg met code en computers. Als er al eens een probleem was met het lokale kabouternetwerk in zijn dorp dan werd Ozzie vast en zeker geroepen om de problemen op te lossen. In het dorp van Ozzie werkten alle kabouters in de eikeltjesbroodindustrie. Sommige kabouters verzamelden de eikeltjes, anderen bedienden de eikeltjesmolen en weer anderen ontwierpen de verpakkingen voor verschillende soorten eikeltjesbrood.
Het lokale kabouternetwerk werd vooral gebruikt door kabouter Eikel, de netwerkbeheerder, die tot vervelens toe mededelingen verzond van zijn server naar de pc’s van de kabouters over de export van eikeltjesbrood, personeelsavondjes en opbeurende praat over de komende eikeltjesoogst. Ozzie vond dit maar niks. Hij bedacht dat het veel beter zou zijn wanneer de kabouters het lokale netwerk zouden kunnen gebruiken om hun werk beter te plannen. Zo gezegd, zo gedaan: kabouter Ozzie schreef een nieuw programma waarmee de kabouters in ‘real time’ met elkaar konden communiceren en hij noemde het Lotus Notes.
Leveringsproblemen
Het duurde lang voordat kabouter Eikel en de andere kabouters door hadden hoe Notes werkte, maar toen ze het eenmaal begrepen was het een geweldig succes. Vanaf dat moment waren er altijd genoeg pakken om het eikeltjesbrood in te verpakken en de molen was altijd op tijd klaar om een nieuw aanvoer van eikels te malen. Er waren minder misverstanden en de kabouters hoefden minder vaak het werk stil te leggen voor een grote vergadering. Kabouter Eikel constateerde al na een maand dat de productie in het dorp aanzienlijk was opgeschroefd. Hij maakte zich wel zorgen over het overbelasten van het netwerk maar dit loste hij op met de aanschaf van een hele zwik nieuwe servers, het overschakelen naar supersnel Ethernet en het in dienst nemen van een handvol pientere ict-kabouters.
Kabouter Ozzie kreeg als beloning voor de rest van zijn leven gratis eikeltjesbrood. Hij was echter nog steeds verlegen en hij voelde ook nog steeds de drang om iets heel bijzonder te maken. De communicatie via het lokale kabouternetwerk verliep gesmeerd maar er waren nog steeds problemen met de leverantie van de broodzakken en de aanvoer van het onmisbare eikeltjesgist dat uit andere dorpen moest komen. Kabouter Eikel zei heel gewichtig dat er iets gedaan moest worden aan de verbetering van de ‘supply chain’ in het kabouterbos.
Drie jaar lang werkte kabouter Ozzie in zijn boomhut aan een nieuw programma en dit keer noemde hij het Groove. Het programma zorgde ervoor dat kabouters via het grote bosweb van achter hun pc’s in real time gezamenlijk in bestanden konden werken. Kabouter Ozzie verzekerde kabouter Eikel dat Groove zou doen voor het hele bos wat Notes had gedaan voor het dorp. Maar kabouter Eikel, de netwerkbeheerder, keek wat nors. Waarom? In het nieuwe programma van Ozzie verliep de communicatie niet langer via de servers van kabouter Eikel.
De kabouters in het hele bos verstuurden bestanden met Groove rechtstreeks van de ene pc in het bosweb naar de andere en passeerden de servers van het netwerk. "Als dat maar goed komt," dacht kabouter Eikel. Hij maakte zich zorgen over zijn ‘firewalls’ en het netwerkbeheer en hij vond het helemaal niets dat sommige bestanden en diensten zelfs opgeslagen werden op de ‘relayserver’ van kabouter Ozzie. Kabouter Ozzie mompelde nog dat "peertjes – naar – peertjes" het netwerk juist ontlastte, maar daar kreeg kabouter Eikel het helemaal benauwd van.
De echte wereld
Het moge duidelijk zijn dat bovenstaand sprookje een klein eerbetoon is aan Ray Ozzie, de even gedreven als verlegen bedenker van Lotus Notes en Groove Networks, en de man die volgens Bill Gates behoort tot de beste vijf programmeurs van de wereld. Lotus Notus is ongetwijfeld de meest succesvolle ‘groupware’ die ooit is bedacht. Anno 2001 zouden er wereldwijd 68 miljoen licenties van zijn verkocht. Het is nu de vraag of Ozzie’s Groove Networks kan doen voor ad hoc samenwerking over internet wat Notes deed voor samenwerking over een bedrijfsnetwerk.
Wanneer een pc-gebruiker – sorry voorlopig alleen nog Windows – de client van Groove Networks op zijn harde schijf installeert dan kan hij daarmee virtuele werkruimtes openen op zijn desktop. Vervolgens kan hij per e-mail andere gebruikers van Groove uitnodigen om via internet de met 192-bit encryptie beveiligde werkruimte te delen. De werkruimte ziet er op het scherm van iedere gebruiker in een groep exact hetzelfde uit. De groepsleden kunnen gebruik maken van collaboration tools als text chat, live-voice chat, een webbrowser, een teken pad en ze kunnen gezamenlijk werken in bestanden van Microsoft Office. Alle groepsactiviteiten die zich normaliter manifesteren in reeksen e-mails, telefoongesprekken, faxen, brieven, enzovoort, kunnen zich nu afspelen binnen Groove.
Wanneer een gebruiker een Word-bestand opent in de virtuele werkruimte dan lanceert Groove hetzelfde bestand op de desktops van de andere groepsleden die online zijn. Iedere verandering die een gebruiker uitvoert in het bestand wordt automatisch gecodeerd en in real time verpakt in XML als een zogenoemde delta verzonden naar de pc’s van de andere groepsleden. Wanneer een groepslid niet online is dan wordt de verandering tijdelijk opgeslagen op een ‘relayserver’ van Groove Networks die de data aflevert zodra de gebruiker weer online gaat. In Amerika kost Groove zijn meest simpele vorm 49 dollar per gebruiker. Daar bovenop komt als er een beroep wordt gedaan op de diensten van Groove Networks zoals de relayservers nog 8 dollar per gebruiker.
Groove is volgens Ray Ozzie een ideale manier om ad hoc groepen van zo’n 25 gebruikers die op verschillende locaties in verschillende netwerken zitten snel samen te laten werken. Wanneer bijvoorbeeld een ontwerper in Milaan, een textielfabriek in Thailand, een winkelketen in Chicago en een reclamebureau in New York samen een nieuwe kledinglijn opzetten dan zou Groove een ideaal platform bieden. Glaxco-Smith-Kline – ook al een groot gebruiker van Lotus Notes – heeft reeds 10.000 Groove licenties gekocht. Het farmaceutische bedrijf wil binnen de samenwerking met laboratoria en universiteiten de mogelijkheid hebben snel R&D-groepen te kunnen formeren en te kunnen ontbinden zonder al te veel bemoeienis van de automatiseringsafdeling. Uiteraard vormt beveiliging in het farmaceutisch onderzoek een prioriteit.
Onder gelijken
Groove is in de media en de vakpers over het algemeen met veel gejuich ontvangen. Dat gejuich heeft ongetwijfeld te maken met de reputatie van Ray Ozzie en met het feit dat Groove Networks een ‘peer-to-peer’ platform is. De bestanden en de tools zitten niet op servers maar in de periferie van het netwerk, op de harde schijven van de desktops. Waarom besloot Ozzie al in 1998 – toen nog niemand gehoord had van Napster – om Groove te ontwikkelen als een ‘peer-to-peer’ platform? Volgens Ozzie is ‘peer-to-peer’ de meest efficiënte, de goedkoopste en de meest flexibele manier om communicatie en samenwerking over de grenzen van organisaties heen te organiseren.
‘Peer-to-peer’-communicatie in kleine groepen kan op drie manieren bijdragen aan de kosteneffectiviteit, namelijk een geringere belasting van het it-management, minder gebruik van dataopslag op de servers en optimalisering van het gebruik van de aanwezige resources. Wanneer binnen een bedrijf slechts één groep mensen betrokken is bij een externe samenwerking via internet dan is dat goed te organiseren via een website. Maar denk eens aan de problemen die zich voordoen wanneer werknemers van een bedrijf deelnemen aan tientallen of honderden externe werkgroepen. Dat zou een enorme aanslag betekenen op de it-afdeling die deze sites beheert. In een Groove-omgeving beheren de gebruikers zelf de virtuele werkruimte en sluiten deze af wanneer de werkzaamheden van een groep zijn afgerond.
Een ‘peer-to-peer’-omgeving doet veel minder een beroep op de opslagcapaciteit van centrale servers. Stelt u zich maar eens voor hoe Napster mogelijk zou zijn zonder een ‘peer-to-peer’-architectuur. Dan zouden tienduizenden MP3-bestanden bewaard moeten worden op de centrale servers van Napster. Hetzelfde is waar voor een bedrijf waarvan de werknemers betrokken zijn bij honderden verschillende ‘intra-bedrijf’ samenwerkingsverbanden. In een client/server-omgeving betekent dat dan dat er geweldig veel servers nodig zijn om alle bestanden op te slaan en te kopiëren. Dit is een reden waarom de propagandisten van het ‘peer-to-peer’-model betogen dat het client/server-model uiteindelijk niet schaalbaar genoeg zal zijn voor een wereld met een miljard internetgebruikers.
Het starten van een werkgroep in een Groove-omgeving is ongeveer net zo eenvoudig als het oppakken van de telefoon. Iedere gebruiker kan wanneer hij of zij dat wil spontaan anderen uitnodigen een gezamenlijke werkruimte te creëren zonder dat men vooraf allerlei ingewikkelde procedures moet doorlopen. Dat betekent dat groepen onmiddellijk en zonder tussenkomst van it kunnen worden geformeerd en ontbonden. Het betekent ook dat gebruikers zelf snel nieuwe functionaliteit kunnen toevoegen aan de virtuele werkplek. Volgens Ozzie rechtvaardigt vooral de enorme flexibiliteit die de gebruiker heeft de keuze voor de ‘peer-to-peer’-benadering.
Zorgen over ‘peer-to-peer’
‘Peer-to-peer’ is natuurlijk de hype van de dag en één van de redenen waarom Groove Networks met veel hoempa is ontvangen. Netwerkbeheerders en andere types van de it- afdeling zijn echter van nature argwanend wanneer de gebruikers teveel vrijheid krijgen en de macht verschuift van het centrale gezag naar de periferie van het netwerk. Vreten ‘peer-to-peer’-toepassingen niet alle bandbreedte op? Hoe zit het met beveiliging? Hoe beheer je een netwerk waarin allerlei rare peren hun gang mogen gaan? Wat halen de gebruikers in vredesnaam allemaal binnen op hun harde schijven? En waarom moest gebruiker Jansen vanochtend zo gniffelen in de kantine?
Groove Networks probeert deze zorgen weg te nemen in een ‘white paper’ getiteld Groove Enterprise Network Services dat te vinden is op de site van het bedrijf (http://www.groove.net). Daarin wordt onder andere duidelijk dat de Groove-client over code beschikt die het volume van het verkeer op het netwerk binnen de perken kan houden. Alle handelingen van iedere Groove-gebruiker worden normaliter verpakt, gecomprimeerd, gecodeerd en verzonden als XML-gestructureerde pakketjes die delta’s worden genoemd. Wanneer een groep x gebruikers heeft, worden van iedere verandering x delta’s verstuurd. De Groove-client kan echter concluderen dat het op basis van de relatie tussen het aantal gebruikers, de beschikbare bandbreedte, de netwerktopografie en de grootte van de delta het beter – minder bandbreedte vergt – is om één delta te versturen naar de relaisserver van Groove Networks die deze dan kopieert en verstuurt naar alle x gebruikers.
‘Peer-to-peer’-communicatie lijkt heel soepel te verlopen maar in de praktijk hebben we natuurlijk te maken met firewalls en Network Address Translation-apparaten. Om de illusie van een transparante ‘peer-to-peer’-communicatie te creëren doet de relay-service van Groove dienst als ‘http-proxy’. Wanneer een firewall directe communicatie tussen twee pc’s onmogelijk maakt wordt het verkeer omgeleid via deze relais server. Delta’s worden door deze server opgerold in http – men noemt dit http tunneling – en kunnen dan zonder interventie van de netwerkbeheerder de firewall passeren. De netwerkbeheerder hoeft zo geen speciale, beveiligde extranetten te creëren om ‘cross-firewall’ interactie mogelijk te maken.
Gebruikers van Groove, kunnen die naar believen en in volle vlucht nieuwe toepassingen en tools loslaten in de virtuele werkplek van de werkgroep? It-beheerders fronsen hier de wenkbrauwen want bij veel bedrijven is het volstrekt taboe voor eindgebruikers om zonder toestemming van collega-netwerkbeheerders programma’s te downloaden. Groove levert daarom ‘component managementtools’ waarmee de netwerkbeheerder de mogelijkheid krijgt de werkplek hermetisch dicht te timmeren voor niet gesanctioneerde tools en programma’s. Gebruikers kunnen dan alleen programma’s invoeren die of voorzien zijn van een digitale handtekening (bijvoorbeeld die van Groove Networks) of die afkomstig zijn van een goedgekeurde server.
Groove biedt de afdeling it ook geavanceerde licentie-managementtools waarmee de invoering van Groove binnen het bedrijf overzichtelijk wordt gemaakt. Netwerkbeheerders kunnen beschikken over tools waarmee alle apparaten die Groove-producten en -diensten gebruiken zichtbaar worden. De licenties van deze apparaten zijn centraal te activeren en te deactiveren. Ook het gebruik van Groove binnen het bedrijf is te monitoren. Hoeveel virtuele werkplekken zijn er binnen het bedrijf? Hoe groot is de werkplek? Hoeveel deelnemers heeft een werkgroep? Hoe lang wordt er in gewerkt? Al deze data kunnen worden verzameld zonder dat de inhoud van de bestanden in de werkplek of de identiteit van de gebruikers openbaar wordt.
Gerustgesteld?
Nu de dagen van de ‘peer-to-peer’-hype al weer lijken te zijn geteld (dat heb je nu eenmaal met een hype) benadrukt Groove Networks minder het P2P karakter van zijn producten, als wel de mogelijkheden voor beheer, beveiliging en controle. "Peer computing heeft zeker een geweldig potentieel," zegt Andrew Mahon, strategic marketing director van Groove Networks. Hij voegt daar aan toe dat "klanten echter vooral zekerheid willen dat snelle communicatie in werkgroepen niet ontaardt in het losbandig rond laten slingeren van bestanden of erger". Misschien is kabouter Eikel, onze netwerkbeheerder, na het lezen van Groove Networks ‘white paper’ Groove Enterprise Network Services enigszins gerustgesteld.
Ozzie heeft Groove niet uitsluitend ontworpen als een business-software. Groove heeft de pretentie een geheel nieuw platform te zijn, gebaseerd op open standaards zoals XML, waarvoor anderen nieuwe applicaties en tools kunnen ontwerpen. De network services kunnen zowel gebruikt worden door bestaande als door nieuwe applicaties en Groove biedt ontwikkelaars complete controle over de gebruikersinterface van Groove. Het is natuurlijk de bedoeling dat Groove Networks het bolwerk wordt van ‘peer-to-peer’ in het bedrijfsleven, voordat er concurrerende programma’s op de markt verschijnen. Volgens analisten heeft Groove Networks zeker een jaar voorsprong op mogelijke concurrenten.
Een interessante vraag is natuurlijk hoe Microsoft zal reageren op Groove. Nog voor de officiële lancering van Groove reisde Ozzie af naar Seattle om daar de bèta te demonstreren aan Gates en Balmer. Dat lijkt veel op het zwaaien met sappige stukken vlees voor twee hongerige roofdieren. Laten we niet vergeten dat Gates jarenlang veel energie heeft gestoken in een mislukte poging om met Microsoft Exchange Lotus Notes om zeep te helpen. Volgens Gates past het in Microsofts .Net-strategie om in de komende jaren allerlei ‘peer-to-peer’-tools te integreren in Windows. De tijd zal leren of kabouter Ozzie het succes van Notes nog eens dunnetjes kan overdoen met Groove.
Teake Zuidema Freelance Medewerker