Zes zelfstandige internet-, netwerk, en IPv6-consultants hebben Stipv6 opgericht. Dat is een stichting die adviseert over IPv6 in Nederland. De groep richt zich op certificering van diensten en producten en benadert leveranciers van hardware, software en internetdiensten voor het delen van kennis over IPv6 via trainingen. Stipv6 is voortgekomen uit de IPv6 Taskforce van het ministerie van Economische Zaken (EZ).
Stipv6-voorzitter Joost Tholhuijsen stelt dat de oprichting van een nieuwe stichting noodzakelijk is omdat de Taskforce van EZ met zes bijeenkomsten per jaar en een maillijst voor technische vragen niet volledig voorziet in de vraag naar kennisdeling over IPv6 en certificeringen.
Stipv6 richt zich op een certificeringprogramma voor netwerkproducten (hardware) software en internetdiensten. Er bestaat al een wereldwijd certificeringprogramma voor IPv6: IPv6ready.org, maar dat is volgens Tholhuijsen te duur en te tijdrovend. De Stipv6-voorzitter: 'Internetprovider XS4All voldoet bijvoorbeeld aan die eisen, maar het bedrijf laat certificering via dat certificeringprogramma achterwege omdat het te lang duurt en te duur is.'
De zeskoppige stichting zoekt gericht naar partijen in de markt voor trainingen en informatieverstrekking over IPv6. Stipv6 adviseert bijvoorbeeld bedrijfssoftwareleverancier Unit4 over de overgang naar nieuwe ip-adressen en geeft trainingen bij distributeur van Juniper-routers AVnet. De leden betalen de kosten nu nog uit eigen zak, maar zoeken naar externe financiële bronnen. De stichting verwacht binnenkort de namen van geldschieters bekend te maken.
Van IPv4 naar IPv6
Door het groeiend aantal gebruikers en apparaten zal naar verwachting de voorraad van de huidige IPv4-adressen midden 2011 uitgeput zijn. Het huidige internetprotocol, IP versie 4 (IPv4), werkt met IP-adressen van 32 bits lang. Toen het internet in de jaren zeventig werd bedacht, leek dit ruim voldoende. Met deze vorm van adressering kunnen bijna 4 miljard websites, pc's, mobieltjes, e-readers, etc. op het internet worden aangesloten. Ieder apparaat moet een uniek nummer hebben.
In de jaren negentig is een oplossing voor het IP-adrestekort bedacht: IPv6. Het belangrijkste verschil tussen IPv4 en IPv6 is dat de adreslengte vergroot is van 32 bits naar 128 bits. Hiermee is het aantal unieke nummers 'onvoorstelbaar groot': 340.282.366.920.938.463.463.374.607.431.768.211.456, een getal met 39 cijfers.
Met de noodzaak van adressen voor auto's, huishoudelijke apparaten en andere goederen ('the internet of things'), is het aantal benodigde IP-adressen een veelvoud van wat nu in gebruik is. Alleen met IPv6 is een verdere efficiënte en veilige groei van internet mogelijk.
Bron: Stipv6