Te weinig Nederlandse organisaties zijn al overgestapt naar IPv6, het nieuwe internetprotocol dat moet voorkomen dat delen van het internet over een paar jaar onbereikbaar worden. De waargenomen urgentie is veel te laag, vindt Erik Huizer van de Task Force IPv6.
Het is in ons land nog steeds bar slecht gesteld met de overgang naar IPv6, zegt voorzitter Erik Huizer van de Nederlandse Task Force IPv6. De overgang naar het nieuwe internetprotocol is nodig, omdat de voorraad ip-adressen van voorganger IPv4 waarschijnlijk eind 2011 is uitgeput. Vanaf dan moeten alle nieuwe machines met toegang tot internet worden voorzien van een adres dat is gebaseerd op versie 6 van het protocol. Die machines zijn dan niet bereikbaar voor servers en routers die alleen IPv4 ondersteunen.
Urgentie
Ondanks verwoede pogingen van de Task Force, blijft de waargenomen urgentie in Nederland laag. "Mensen steken hun kop in het zand, hebben slechts een kortetermijnblik. En dat terwijl uiterlijk in 2014 onze buffer ook leeg is en het probleem ook in Nederland nijpend wordt", vertelt Huizer.
De lage prioriteit is volgens Huizer in Nederland het belangrijkste obstakel voor de overschakeling naar IPv6. "Gebrek aan geld en kennis zijn niet het grootste probleem. Als je het onderdeel maakt van je lopende ict-beleid, houd je de kosten beperkt. Bedrijven zouden voor de implementatie bijvoorbeeld een deadline moeten stellen van twee jaar. Vanaf nu moet alle nieuwe hardware, die toch al aangeschaft of vervangen moet worden IPv6 ondersteunen. Ook moet de kennis van medewerkers in die tijd worden bijgeschaafd. Er zijn daarvoor tegenwoordig genoeg cursussen, bijvoorbeeld georganiseerd door de NGN en de Internet Society."
Uitputting
Wereldwijd is veel te doen over IPv6. Van de 3,7 miljard ip-adressen die volgens het oude protocol IPv4 zijn opgesteld, waren er in de tweede week van augustus 2008 nog slechts een miljard vrij beschikbaar. Het Asia Pacific Network Information Centre (APNIC) in het Australische Brisbane verwacht dat, bij een gemiddelde jaarlijkse ingebruikname, de voorraad IPv4-adressen in december 2011 helemaal opdroogt. Alle adressen zijn dan uitgereikt aan regionale registries, zoals in Europa RIPE. APNIC ontwikkelde een scriptje dat dagelijks kan voorspellen hoeveel IPv4-adressen nog beschikbaar zijn.
De uitputting van IPv4-adressen nam de afgelopen jaren een enorme vlucht doordat tegenwoordig steeds meer mensen en (vooral) apparaten gebruikmaken van ip-adressering. Het dreigende adrestekort leidde al jaren geleden tot de invoering van opvolger IPv6. Dat protocol laat 128-bit internetadressen toe, waardoor een vrijwel oneindige voorraad adressen ontstaat (3,4*1038).